Met Librisprijs bekroonde roman spiegel voor wie kijken wil
Een zoon verliest zijn moeder. In een onwaarschijnlijke reis blikt hij terug op de laatste jaren van haar leven. Het vormt de rode draad in ”De goede zoon”. Rob van Essen won er in mei de Libris Literatuur Prijs mee. Hoe een prijswinnende roman ontroert en ontluistert.
Van Essens werk valt bij jury’s van grote literaire prijzen in de smaak. Met zijn verhalenbundel ”Hier wonen ook mensen” won hij in 2015 de J.M.A. Biesheuvelprijs. Al eerder stond een roman van zijn hand op de nominatielijst voor de Libris Literatuur Prijs.
”De goede zoon” is een boek met verschillende gezichten en sciencefictionachtige namen voor de hoofdpersonages: Lennox, Bonzo en –het meest tot de verbeelding sprekend– De Meester. Dan is er ook nog de hoofdpersoon, een naamloze ik-verteller.
De gebeurtenissen zijn opmerkelijk. De hoofdpersoon wordt op missie gestuurd om een vroegere bekende –Bonzo– die lijdt aan geheugenverlies te helpen. Niet als mantelzorger, maar om hem zijn geheugen terug te geven. Hij is namelijk schrijver.
Met deze missie start een bizarre reis. De ik-figuur gaat fysiek op reis naar Bonzo, maar reist ook terug in zijn eigen verleden. Er ontvouwt zich een leven dat aan Bordewijks ”Blokken” doet denken. Met een ik-figuur die voor hij zich op schrijven toelegt werkzaam is op het Archief en bij de Dienst – instituten met een hoofdletter die rieken naar een communistische staat: iedereen doet hetzelfde, van bovenaf gecontroleerde werk.
Plotloze thriller
De „plotloze thriller” is de specialiteit van deze schrijvende hoofdpersoon. Daarin lijkt Van Essen op zijn personage: het plot in ”De goede zoon” is lastig te ontwarren. Er wordt gereisd, maar het verhaal leidt ogenschijnlijk nergens naartoe. Wat overblijft is een futuristische vertelling met verhaallijnen die niet altijd met elkaar corresponderen. Een doemscenario met door robots bemande hotelrecepties en wc’s die ongevraagd ontlasting analyseren.
De dialogen in ”De goede zoon” doen denken aan het werk van Arnon Grunberg: net zo kortaf en droog, met ingehouden humor. Opvallend genoeg heeft de ik-persoon zijn belangrijkste –en langste– conversatie met een zelfrijdende en pratende auto. Daar vertelt hij vrijuit over zijn moeder. Dat ontroert tot op het bot: een zeventigjarige man biecht het gemis van zijn overleden moeder op aan een auto die, anders dan veel menselijke personages, luistert en tijd heeft. Op de autostoel wordt duidelijk waar dit boek echt om draait: verlies.
De rouwgevoelens van de hoofdpersoon zijn complex. De herinneringen aan zijn moeder zijn gemengd met afschuw om haar strenge geloofsopvattingen, met angst voor de hel en extreme gehoorzaamheid als belangrijkste ingrediënten. Geloofsopvattingen waar de ik-persoon als kind ook mee worstelt, maar waar hij afstand van heeft genomen – elementen uit Van Essens eigen reformatorische jeugd in de Biblebelt. Als zijn moeder door dementie de zorgelijke blik op haar gezicht verliest, is dat volgens de ik-persoon een verademing. Eindelijk rust van die godsdienst, denkt hij.
Die lange dialoog met de sprekende auto lijkt het failliet van het intermenselijk contact: niet een vriend maar een ding is in staat door te dringen tot waar de hoofdpersoon werkelijk mee worstelt. Tegelijk neemt de auto menselijke vormen aan. Zo sterk, dat de ik-figuur er zijn seksuele driften op botviert – een ontluisterende passage. Kwetsend zijn ook de vloeken die Van Essen zijn personages in de mond legt.
Engagement
Volgens de jury van de Libris Literatuur Prijs laat Van Essen in de roman „zien wat het betekent om te leven in deze tijd, met zijn overdaad aan vrije tijd en luxe, met zijn robots en computers, een tijd waarin alles en iedereen constant in de gaten wordt gehouden.”
Het winnende boek houdt de maatschappij een spiegel voor. De roman toont engagement, maar blijft ongrijpbaar. Geeft hints waarmee de lezer iets kan doen. Voor wie in de spiegel wil kijken.
Boekgegevens
De goede zoon, Rob van Essen; uitg. Atlas Contact; 382 blz.; € 21,99