Westerse christenen ook schuldig aan breuk met Oosters-Orthodoxe Kerk
Een bijzonder moment, toen veertig kerken en kerkverbanden de Verklaring van Verbondenheid tekenden, vindt Hans Burger. Er was een onverwachte deelnemer: de oosters-orthodoxe kerken.
Voor de oosters-orthodoxe kerken voel ik steeds meer sympathie. Afgelopen woensdag werd in Dordrecht de Nationale Synode gehouden. Ik mocht er bij zijn. Een bijzonder moment, toen veertig kerken en kerkverbanden de Verklaring van Verbondenheid tekenden. De kerken verklaren elkaar niet langer te willen negeren en langs elkaar heen te leven, maar van elkaar te leren en elkaar te steunen. Er zijn verschillen en die kun je niet opzij zetten, maar wat ze met elkaar verbindt, is de naam van Jezus Christus. De basis onder deze verklaring is de geloofsbelijdenis van Nicea, dé geloofsbelijdenis van de vroegchristelijke kerk.
Dit verbond is belangrijk, omdat kerken in de praktijk elkaar wél negeren, langs elkaar heen leven, niet van elkaar willen leren en elkaar niet steunen. Natuurlijk zijn kerkmuren tegenwoordig lager en zijn er allerlei netwerken gevormd, dwars door kerkgenootschappen heen. De ervaring van christelijke en geestelijke verbondenheid beperkt zich al lang niet meer tot verbondenheid binnen het eigen kerkgenootschap. Maar dat zijn individuele ervaringen. Het is belangrijk dat nu ook kerkverbanden uitgesproken hebben concreet invulling te willen geven aan de verantwoordelijkheid die christenen voor elkaar hebben.
Want je kunt natuurlijk mooie dingen zeggen over de diversiteit aan kerkgenootschappen: dat die denominaties allemaal iets laten zien van God en van Christus, en dat je de diversiteit aan kerken positief moet zien. Eerlijk gezegd, het lukt mij niet om alleen maar positief te zijn over onze huidige kerkelijke verdeeldheid (en dat zou zo maar een understatement kunnen zijn). Zoals ik het op de Nationale Synode heb gezegd: „Met onze huidige institutionele verdeeldheid maken we Christus niet beter, maar minder zichtbaar. En dat is een probleem.”
Nu is de Nationale Synode een gebeuren van protestantse kerken. Wat mij bijzonder trof in Dordrecht, was dat een aanwezige Syrisch-orthodoxe priester na het voorlezen van de lange lijst van kerkgenootschappen, hardop zei: „Jullie vergeten een kerkgenootschap, de oudste kerk die er is: de Syrisch-orthodoxe kerk. Ik wil ook tekenen.” En ook hij tekende.
Voor mij was de Oosters-Orthodoxe Kerk altijd ver weg; de breuk vond al in 1054 plaats. Typerend voor al die oosters-orthodoxe kerken was, leerde ik, ”cesaropapie”. De overheid (”caesar”, de keizer) heeft het voor het zeggen in de kerk (als een soort paus, papa), en dat is natuurlijk verkeerd.
Hoe meer ik ben gaan zien hoe wij als westerse christenen de moderne westerse wereld mee hebben vormgegeven, – omdat moderniteit en christendom via tal van culturele banden met elkaar verbonden zijn, omdat de secularisatie mede het gevolg is van verkeerde theologische beslissingen, van intern-christelijke conflicten en van kerkelijke conflicten – hoe milder ik word over die oosters-orthodoxe ceseropapie. Want wij passen als westerse christenen veel te goed binnen onze moderne liberale westerse wereld. Is ons keurige brave christendom, hoe orthodox ook in theorie, werkelijk zo anders dan die oosters-orthodoxe cesaropapie?
Dit klemt des temeer wij als westerse christenen als het om de breuk met de oosters-orthodoxe kerken gaat, niet onschuldig zijn. Zo was het bijvoorbeeld een westerse invoeging in het credo van Nicea, die de definitieve breuk tussen Oost en West markeerde.
In onze multiculturele wereld zijn die oosters-orthodoxe christenen opeens dichtbij in ons eigen land, zowel degenen met wie we de christologische belijdenis van Chalcedon delen (Syrisch, Grieks, Russisch-orthodox) en degenen met wie we alleen Nicea delen (Koptisch-orthodox). De aanwezigheid van deze oosters-orthodoxe christenen in ons land stelt ons theologisch voor een vraag: is een verbond van kerken alleen mogelijk tussen protestantse kerken? Eerlijk gezegd voel ik meer verbondenheid met oosterse of rooms-katholieke christenen, met wie ik Nicea deel, dan met sommige protestanten die niets met Nicea hebben omdat ze de godheid van Jezus, zijn opstanding en zijn tweede komst niet geloven.
Hans Burger is universitair docent systematische theologie aan de Theologische Universiteit Kampen. Hij schrijft dit artikel als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.