Column (Mariska Dijkstra): Jongleren
Wie kan er languit op de bank een boek lezen, terwijl er eigenlijk nog gestofzuigd moet worden? Ik geef dit voorjaar op verschillende vrouwendagen een workshop over timemanagement. En deze vraag levert standaard de nodige commotie op.
Een kleine groep vrouwen steekt de vinger op. Terwijl anderen, die dat dus nooit zouden doen, hen bijna met open mond aanstaren.
Er volgt een discussie, waarin vrouwen uit de eerste groep uitleggen waarom zij wél dat boek pakken, terwijl het werk in huis nog niet af is.
„Goed voor jezelf zorgen”, roept er een. „Pas dan kun je goed voor de ander zorgen.” Dat beamen veel vrouwen. Maar dan komen de mitsen en maren. „Ik kan pas iets voor mezelf doen als ik rust in m’n hoofd heb. En al het werk gedaan is.”
Ik hoor het aan. Dit is zo herkenbaar allemaal. Ik introduceer mezelf aan het begin van de workshop niet voor niets als ervaringsdeskundige op het gebied van jongleren.
Bijna alle bezoekers komen wel eens in tijdnood, omdat we toch ja hebben gezegd, terwijl we beter nee hadden kunnen roepen. We stellen dingen waar we tegen opzien massaal uit, waardoor ons hoofd de hele dag vol zit. En op de vraag wie er wel eens heeeeeeeeeeeeel erg moe is, reageert bijna iedereen met het opsteken van zijn hand. Gewoon omdat alle ballen in de lucht houden een hele klus is.
We combineren zorg voor het gezin of ouders met werk en willen ons steentje bijdragen in de kerk, maar ook klaarstaan voor die zieke buurvrouw of een vriendin die door een moeilijke periode gaat. Terwijl we ook nog eens op de hoogte willen blijven van wat er in de wereld gebeurt. En als er een nieuw boek uitkomt? Kopen! En lezen.
Tijd voor God nemen? Dat schiet er maar al te makkelijk bij in. (Daarom inspireert Daniël zo, die vaste gebedstijden had.)
Grootste valkuil bij veel vrouwen? De telefoon. Whatsapp, Facebook, Instagram, Marktplaats en Funda blijken enorme tijdsverslinders te zijn. En het is ook nog eens knap lastig om die apps links te laten liggen, herken ik uit m’n eigen leven.
Vergelijken, dat is nog iets waar we ons massaal schuldig aan maken, constateren we. Want als zíj dat allemaal kan, moet ik dat toch ook kunnen? (Terwijl zij misschien wel bakken met energie heeft én een huishoudelijke hulp én geen zoon die extra aandacht nodig heeft.)
Om moe van te worden.
Ik klap m’n laptop dicht.
Ik heb vandaag geen boek gelezen. Maar deze column is af.
Nu toch maar gauw even stofzuigen.