Kerk & religie

„Genesis geen poëzie maar geschiedenis”

De eerste hoofdstukken van Genesis zijn geen poëzie maar geschiedenis. Dit zei ds. Theo Niemeijer zaterdag in Doorn op de studiedag ”Geloofsverdediging”, georganiseerd door Het Zoeklicht en het Logos Instituut.

Van onze correspondent
8 April 2019 09:25Gewijzigd op 16 November 2020 15:43
In Doorn hielden Het Zoeklicht en het Logos Instituut zaterdag een studiedag met als thema ”Geloofsverdediging”. beeld RD
In Doorn hielden Het Zoeklicht en het Logos Instituut zaterdag een studiedag met als thema ”Geloofsverdediging”. beeld RD

Ook andere Bijbelpassages –zoals Psalm 8– waarin de bijzondere positie van de mens als bijzondere scheppingsdaad van een drie-enig God wordt beschreven, maken volgens hem duidelijk dat schepping en evolutie onverenigbaar zijn.

Ds. Niemeijer, emeritus baptistenpredikant en redacteur van magazine Het Zoeklicht, zei dat de hele Bijbel als een drieluik kan worden opgevat. In het eerste deel, Genesis 1 tot 11, wordt het begin als een schepping Gods beschreven. In het tweede deel, Genesis 11 tot Openbaring 20, gaat het over Gods heilsplan met Israël en de volken. Het derde deel, Openbaring 21 en 22, neemt de draad uit het eerste deel weer op en focust op de hele mensheid.

De Zoeklichtredacteur verdedigde de zes scheppingsdagen als echte dagen en wees op het scheppingsritme. Elke dag begint met het spreken van God en elke dag eindigt met een ”het zij zo”. Volgens ds. Niemeijer bewijst Psalm 8 dat de mens allereerst bijzonder is geschapen, vervolgens is gekroond en in de derde plaats geroepen is om namens God de aarde te bebouwen en te bewaren.

Zwerfstenen

Stef Heerema, geoloog en bestuurssecretaris van het Logos Instituut, zei in zijn lezing ”Zout en ijs” dat er voor de enorme zoutlagen kilometersdiep in de grond geen andere verklaring is dan een wereldomvattende catastrofe zoals de zondvloed. De verklaringen van evolutionistische geologen als zouden deze grote massa’s steenzout in de grond een gevolg zijn van het opdrogen van oceanen over miljoenen jaren, noemde Heerema „knutselwerk” en „gekunstelde verhalen.”

Heerema somde een aantal argumenten op die volgens hem wijzen op het ontstaan van deze zoutlagen in relatief korte tijd. Het feit dat in die zoutlagen geen schelpen zijn aangetroffen, noemde hij een belangrijk argument.

Heerema vertelde hoe zijn wetenschappelijke publicaties door sommige geologische vakbladen serieus worden genomen, maar door andere tijdschriften worden afgewezen omdat ze „creationistisch” zouden zijn. Veel evolutionistische geologen hebben zo’n afkeer van het creationisme dat zij per definitie uitgaan van plaatselijke catastrofes, zei hij.

Datzelfde geldt volgens Heerema wanneer geologen de uit Scandinavië afkomstige zwerfstenen in Nederland willen verklaren door hypotheses over meerdere ijstijden. Hij noemde dat „onzin.” Als die stenen met gletsjers waren „meegelift” en in een lange tijdsperiode een afstand van 1500 kilometer hadden afgelegd, waren het allang geen grote stenen meer geweest maar niet meer dan verpulverd gruis.

Lijkwade

Onderzoeker Kees Noorlander hield ’s middags een lezing over de lijkwade van Turijn. De lijkwade van Turijn is een doek met sporen van een gemartelde en gekruisigde man. Volgens Noorlander is er voldoende wetenschappelijk bewijs waaruit blijkt dat dit doek echt het kleed is geweest waarin Jezus werd begraven.

Zie ook:

Steenzout in aardlagen is vulkanisch gesteente, RD.nl (02-07-2018)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer