Politiek

Doek valt voor initiatief-Van der Staaij over Europese verdragen

Dertien jaar heeft SGP’er Van der Staaij eraan getrokken: zijn initiatiefwet die regelt dat voor het goedkeuren van Europese verdragen twee derde deel van ons parlement nodig is. Maar nu valt het doek: VVD en CDA gaan volgende week dinsdag tegenstemmen.

3 April 2019 11:36Gewijzigd op 16 November 2020 15:41
Van der Staaij en Ollongren. beeld Dirk Hol
Van der Staaij en Ollongren. beeld Dirk Hol

„Erg jammer”, noemt Van der Staaij het, als hij terugblikt op het debat van dinsdagmiddag in de Eerste Kamer. De Senaat wisselde toen voor de derde maal met hem van gedachten over de al uit 2006 stammende initiatiefwet die erin voorziet dat Nederland Europese verdragen en verdragswijzigingen alleen nog kan goedkeuren als twee derde van onze volksvertegenwoordiging ermee instemt.

Hoewel hij tot in de Eerste Kamer is gekomen, gaat de SGP-leider volgende week dinsdag, als de Senaat over de initiatiefwet stemt, toch het onderspit delven. Steun krijgt hij van ChristenUnie, PVV, SP en PvdD. Maar om tot 38 zetels te komen, zouden ook VVD en CDA zich bij de voorstanders moeten scharen. Dat doen ze nadrukkelijk niet.

Van der Staaij: „In de Tweede Kamer kreeg ik, met moeite, de VVD mee. Maar in de Senaat hebben we te maken met een oudere garde van politici. Daar heerst de angst dat door mijn wetsvoorstel Europa op slot zou gaan, wat natuurlijk niet het geval is.”

Van der Staaij is het met zijn initiatief, dat in 2006 gelanceerd werd door LPF-leider Herben en door hemzelf en dat een jaar later alleen op naam van de SGP kwam te staan, vooral te doen om „het creëren van eerlijke, constitutionele spelregels”, zo benadrukte de SGP’er dinsdag nog maar eens in het debat. Hij vindt het „onevenwichtig” als een eenvoudige meerderheid genoeg is om het parlement te laten beslissen over besluiten die „een vergaande impact hebben op onze constitutionele orde.”

Hij wees er verder op dat vele andere landen Nederland al zijn voorgegaan in het scheppen van een bijzondere en vaak verzwaarde procedure voor EU-verdragen. „Ik noem Bulgarije, Duitsland, Denemarken, Finland, Griekenland, Ierland, Letland, Luxemburg, Oostenrijk, Spanje, Tsjechië, Polen, Roemenië, Slowakije, Slovenië en Zweden.”

Het mocht echter niet baten; de tegenstanders lieten zich niet overtuigen. Eén lichtpuntje ziet Van der Staaij nog: „Voor het eerst hoorde ik minister Ollongren zeggen dat de regering artikel 91, lid 3, van de Grondwet wel wat ruimer wil gaan uitleggen. Daar staat dat als internationale verdragen sterk afwijzen van de Grondwet, er dán een twee derde meerderheid nodig is. De SGP vindt die bepaling te weinig soelaas bieden, maar acht het wel winst als het kabinet daar serieuzer naar wil gaan kijken.”

De lange mars van een voorstel

    <li>November 2006: Herben (LPF) en Van der Staaij dienen samen initiatiefwetsvoorstel in.</li>
    
  • Juni 2009: Debat en stemming in Tweede Kamer uitgesteld om het rapport van een staatscommissie over de Grondwet af te wachten.
  • September 2015: Tweede Kamer aanvaardt wetsvoorstel; VVD voor, CDA en linkse fracties tegen.
  • Januari 2017: Afronding in Eerste Kamer uitgesteld om rapport van commisie-Remkes af te wachten.
  • April 2019: Laatste debat over het initiatief in de Senaat. Eerste Kamer stemt dinsdag a.s.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer