Schadevergoeding na overlijden schilder
Een schildersbedrijf moet een schadevergoeding betalen aan de dochter van een in 2001 overleden werknemer. Dat heeft het gerechtshof in Den Bosch bepaald. De man overleed aan blaaskanker. Zijn dochter heeft het schildersbedrijf hiervoor aansprakelijk gesteld omdat de man tijdens zijn werk zou zijn blootgesteld aan kankerverwekkende stoffen. Het bedrijf heeft verzuimd hem daar afdoende tegen te beschermen. Volgens het hof is het bedrijf gedeeltelijk aansprakelijk voor de geleden schade.
Eerder al bepaalde een andere rechter dat het bedrijf aansprakelijk was. Het bedrijf was het daar niet mee eens en legde de kwestie voor aan de Hoge Raad. Die verwees de zaak naar het Bossche hof om enkele punten nader te onderzoeken. Ook vond de raad dat de rechter die zich eerder over de zaak boog, niet genoeg had gemotiveerd dat het schildersbedrijf zijn zorgplicht had geschonden.
Het hof in Den Bosch heeft twee deskundigen het verband tussen de gezondheidsschade en de arbeidsomstandigheden laten onderzoeken. Zij stelden een verband vast tussen het werk en het ontstaan van de blaaskanker. De ventilatie en de beschermingsmiddelen schoten tekort en het bedrijf heeft niet genoeg voorlichting gegeven over de gezondheidsrisico’s, aldus de deskundigen. Daardoor is niet aan de zorgplicht voldaan.
De kans dat de kanker is veroorzaakt door het schilderswerk is te onzeker om het bedrijf volledig aansprakelijk te stellen, oordeelt het hof. Het aandeel van het bedrijf in de geleden schade wordt door het hof geschat op 25 procent. De hoogte van de schadevergoeding wordt in een aparte procedure vastgesteld.