India in kinderboeken: vervolging en vuurwerk
India staat op nummer 11 van de ranglijst christenvervolging van Open Doors. Niet vreemd dus dat vervolging aan bod komt in kinderboeken over het land. Maar ook vuurwerk is een actueel thema.
Dat het leven voor christenen in het Zuid-Aziatische land India moeilijk is, wordt al snel duidelijk in ”De brief op de deur” (vanaf 11 jaar) van Jeannette Donkersteeg (serie Vervolgde kerk). Aravind ziet op de deur bij de buren een briefje hangen met de tekst ”Vier geen Kerst!!!”. Snel stopt hij het briefje in zijn zak, want hij weet dat het gezin van zijn vriendinnetje Insiya het al moeilijk genoeg heeft. Iedereen laat hen links liggen, want christenen deugen niet. Ook al begrijpt Aravind niet waarom het gezin naar de kerk blijft gaan, toch blijft hij Insiya trouw.
Tijdens de kerstdienst wordt de kerk overvallen. Veel mensen raken gewond en de vader van Insiya, die dominee is, wordt gedood. Insiya wordt met andere kinderen meegenomen en moet zestien uur per dag, zeven dagen in de week, voor een crimineel werken in een naaiatelier.
Aravind voelt zich schuldig. Hij heeft het briefje van de deur gehaald en de buren niet gewaarschuwd. Hij heeft ook veel vragen. Had God deze overval niet kunnen voorkomen? Kan God echt zo’n verdrietige tijd goed maken, zoals in de Bijbel staat?
Donkersteeg heeft de spanning, de angst en onzekerheid voelbaar gemaakt. Mooi is dat je al lezend veel informatie krijgt over het geloof en de leefgewoontes van de mensen in India.
Zendelingen
Die sfeerscheppende informatie mis je in ”Dappere May-oi” van Frieda Mout-van der Linden (vanaf 8 jaar). Ook ervaar je als lezer de gebeurtenissen minder intens, omdat het in dit verhaal de verteller is die alles signaleert. Param, de volwassen hoofdpersoon in het boek, is een rijke grootgrondbezitter die zich ten koste van andere mensen verrijkt. Regelmatig moet May-oi, zijn kleindochter die bij hem woont, de goden tevoorschijn halen. Die goden moeten trouw aanbeden worden.
In het waargebeurde verhaal staat de komst van twee zendelingen centraal. Als zelfs de paria’s, die in de ogen van Param minderwaardig zijn, naar de zendingsschool mogen, besluit opa dat May-oi dit ook mag. Maar zijn kleindochter leert niet alleen lezen, ze komt ook in aanraking met het christelijke geloof. En dat is zo heel anders dan het hindoeïsme. May-oi leert dat de goden helemaal niets kunnen. Hoe anders is dat bij de God van de zendeling! Ze bidt tot God: „Wilt U in mijn hart komen wonen?”
Een wonderlijke gebeurtenis zorgt er uiteindelijk voor dat ook opa neerknielt en zijn dochter vergeving vraagt voor de vele klappen die ze van hem heeft gekregen. De God van de zendelingen toont Zijn macht, waardoor, in dit geval, een strenge hindoeïst tot geloof komt.
Kinderarbeid
Beide boeken laten op kinderlijke wijze zien wat het voor christenen betekent om in een land te wonen waar hun geloof niet wordt geaccepteerd. Waar Mout kiest voor het zendingsverhaal, gaat Donkersteeg verder door dit thema te plaatsen in een andere werkelijkheid: die van kinderarbeid en slavernij. Hierdoor ga je nog meer met de hoofdpersonen meeleven.
In ”De brief op de deur” gaat de auteur ook niet voorbij aan twijfel aan Gods macht. Dit maakt het verhaal realistisch. Het leven in een land als India zorgt voor veel aanvechtingen. Maar wat Insiya na haar bevrijding van haar moeder hoort is alleszeggend: „Papa is thuisgekomen, bij zijn Vader in de hemel. God maakte voor hem het kwade goed.”
Vuurwerkfabriek
Christenvervolging komt niet ter sprake in ”Wereld vol gevaar” (vanaf 10 jaar). Lianne Biemond koos een totaal andere invalshoek voor haar derde boek in de Wereldserie dat zich deels in India afspeelt en deels in Nederland.
Het hele verhaal beslaat amper één dag, waarin de lezer om de beurt Kishan in India en Daniël in Nederland volgt. De elfjarige Indiase Kishan werkt in een vuurwerkfabriek. Hij is blij dat hij op dit moment geen luciferkopjes hoeft te maken, want „kopjes maken betekent ook een zeurende, schrijnende pijn in je keel en longen aan het eind van de dag.”
Tijdens een drinkpauze klinkt er gerommel. „Nee het fluit, het jankt en piept intens. En het stopt maar niet.” Deze geluiden zijn nog maar een voorspel van wat volgt: „KLAWHAAAAAAMMM!!! Een gigantische explosie davert door de stad, dendert door de steeg en klapt door de huizen.”
Voor Daniël is het –in de andere verhaallijn– de laatste schooldag voor de kerstvakantie. Zijn vriend Richard wil hem na schooltijd laten zien hoe je een megaknaller maakt. Hij heeft voor alle benodigdheden gezorgd: „een rol tape, een paar rotjes van het formaat wc-rol, een stuk plastic pijp en een leeg colablikje”. Dan schiet een steekvlam omhoog en vliegen vonken in het rond. „KLAAWAAMM! Daarna is het stil. Oorverdovend stil.”
Leeftijdsgenoten
De omstandigheden waarin kinderen in India moeten werken, zijn voor hun Nederlandse leeftijdgenoten niet voor te stellen. Wie zich in het leven van Kishan verdiept, zal wel even nadenken voor hij of zij vuurwerk koopt en afsteekt. Zonder sentimenten, maar toch indringend, schetst Biemond het tegenstrijdige leven van Kishan en van Daniël. Ze gebruikt hierbij mooie taal en schetst op beeldende wijze het leven in zowel Nederland als India.
De verhalen van de twee lopen vaak synchroon en dat is mooi. Op het moment dat Kishan lucifers in doosjes verpakt, is Daniël bijvoorbeeld om een heel andere reden met lucifers bezig.
Het nawoord van het landelijk Vuurwerkmanifest is volledig op zijn plaats: „Dit boek zou in iedere (school)bibliotheek moeten staan.” Het losse, bijgevoegde blad met „aantallen ordeverstoringen, vuurwerkletsel en schade tijdens de jaarwisseling”, is een extra onderstreping van de boodschap die in ”Wereld door gevaar” doorklinkt.
Boekgegevens
De brief op de deur, Jeannette Donkersteeg; uitg. De Banier; 141 blz.; € 9,95;
Dappere May-oi, Frieda Mout-van der Linden; uitg. Om Sions Wil; 70 blz.; € 8,50+
Wereld vol gevaar, Lianne Biemond; uitg. Den Hertog; 117 blz.; € 9,50.