Economie

Column: Jantje lacht, Jantje huilt

De afgelopen week stond in het teken van zowel goed als slecht nieuws over ons pensioen. Het goede nieuws: Nederland staat nu op de eerste plaats in de Melbourne Mercer Global Pension Index.

Leontine Treur
27 October 2018 19:09Gewijzigd op 16 November 2020 14:29
beeld ANP, Lex van Lieshout
beeld ANP, Lex van Lieshout

Deze index is een ranking van alle onderdelen van het pensioenstelsel samen; niet alleen het pensioen dat via de werkgever wordt opgebouwd, maar ook AOW, huizenbezit en spaargeld. Moesten we de afgelopen zes jaar Denemarken voor ons dulden, nu staat Nederland op één. Ons land scoort niet alleen zeer goed op de hoogte van het te bereiken pensioeninkomen, maar ook op de houdbaarheid ervan in de toekomst.

Tegelijkertijd luiden de grote pensioenfondsen de noodklok. Als de buffers niet verder herstellen, moeten drie van de vijf grootste fondsen de pensioenuitkeringen binnen afzienbare tijd verlagen. Bij PFZW (werknemers in zorg en welzijn) is dat in 2021. Bij de grote metaalfondsen PMT en PME mogelijk al in 2020. Dit is het slechte nieuws.

Er moeten daarom snel pensioenhervormingen komen, want het korten van pensioenen terwijl de economie op volle toeren draait, is nauwelijks uit te leggen, aldus de bestuurders. Dat klopt. Maar vanuit macro-economisch oogpunt is het juist gunstig als een eventuele korting als mosterd na de maaltijd komt, want daarmee is deze anticyclisch.

Waren er sneller na de crisis kortingen doorgevoerd, dan was dat veel gemakkelijker uit te leggen geweest. Maar macro-economisch gezien zou dat een procyclische impuls zijn. Tijdens de krimpjaren verloren veel werknemers hun baan of vreesden daarvoor. Zzp’ers zagen zich genoodzaakt om hun tarieven te verlagen. Ook daalden de huizenprijzen flink en stegen de belastingen en premies. Werkenden hielden daarom massaal de hand op de knip, wat de recessie verergerde. Als in deze periode ook de pensioenen waren verlaagd, dan had dit de crisis nog verder verergerd. Kortom, vanuit macro-economisch perspectief is het wel prettig als de pensioenuitkeringen niet helemaal in de pas lopen met de rest van de economie.

Toch hebben de pensioenbestuurders gelijk dat het hoog tijd is voor pensioenhervormingen. Maar om andere, meer fundamentele redenen. Het huidige stelsel sluit slecht aan op de arbeidsmarkt, is inflexibel en onvoldoende transparant. Bij pensioenregelingen met een vaste uitkeringshoogte blijft ook de discussie bestaan over de rekenrente die fondsen moeten gebruiken om de hoogte van de toekomstige verplichtingen te berekenen.

De discussie over de pensioenhervorming –wel of geen persoonlijke pensioenpotjes, wel of geen hogere rekenrente, wel of geen flexibele AOW– sleept zich al jaren voort. Of de hervormingen er op korte termijn komen, blijft gissen. Het ene moment lijkt een pensioenakkoord nabij, het andere moment verder weg dan ooit.

De hervorming is een grote wens van het huidige kabinet en minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid schoof deze maand daarom zelf aan bij de onderhandelaars. Eind september leek de minister al bereid te zijn wat water bij de wijn te doen door mogelijk de AOW-leeftijd de komende jaren iets minder snel te verhogen. Wie weet leidt dit tot een doorbraak en wordt er snel een akkoord bereikt. Ik heb de hoop nog niet opgegeven.

De auteur is econoom bij RaboResearch.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer