Baasje vindt weg naar dierencrematorium
Een condoleanceboekje ligt op tafel, vol handgeschreven afscheidsberichten. „Lief Merlijntje, dank je wel voor wie je was.” Steeds vaker nemen mensen uitgebreid afscheid van hun dode dier. In drie jaar tijd openden elf nieuwe dierencrematoria hun deuren. Wat te doen met een dood huisdier?
In dierencrematorium Majesta Utrecht kunnen huisdiereigenaren terecht na de dood van hun dier. Petra van Engeland (43), manager van de locatie, bladert door het condoleanceboek. Van Engeland schreef er een berichtje in toen haar kat Merlijntje doodging.
Nederland telt 31 miljoen huisdieren, blijkt uit cijfers van het Landelijk InformatieCentrum Gezelschapsdieren (LICG) en de Nederlandse Voedingsindustrie Gezelschapsdieren (NVG). Van de huishoudens heeft 54 procent één of meerdere dieren.
Het afscheid nemen van een huisdier na diens dood lijkt steeds grootser aangepakt te worden. Uit cijfers van de Kamer van Koophandel blijkt dat er op dit moment 44 dierencrematoria zijn in Nederland. In 2015 waren dat er nog 33. Dit jaar openden vijf nieuwe vestigingen hun deuren.
Een dier verdient een waardige ceremonie, is de gedachte die bij allerlei soorten baasjes leeft. Bekend en onbekend, voornaam en gewoon. De Oranjes begroeven door de eeuwen heen een aantal rijpaarden, een hond en een poes op een speciale begraafplaats in het park rondom Paleis Het Loo in Apeldoorn. Een kerkelijk gezin uit Nederland, bij wie de kat op vakantie in Frankrijk onverwachts doodging, liet een paar jaar geleden voor 600 euro de met as gevulde urn opsturen naar het huisadres.
Vriendje
Intussen veranderde er in de afgelopen decennia wel wat in de manier waarop het afscheid vormgegeven wordt. „Het dier betekent steeds meer voor de mens”, ziet Van Engeland. „Het is niet langer de hond die toevallig op het erf rondloopt, maar het vriendje dat ’s nachts in zijn mandje naast je bed slaapt.” Mensen schamen zich er volgens Van Engeland niet meer voor om aan hun genegenheid voor dieren uiting te geven. „Halverwege de vorige eeuw werd iemand gek aangekeken als hij aandacht besteedde aan het afscheid van zijn huisdier”, vertelt de manager van het dierencrematorium in de kamer waar de financiële zaken afgehandeld worden. „Het is toch gewoon een beest, werd er dan gezegd. Dat is veranderd. Mensen zien hun dier als hun kindje.”
Op de achtergrond is vaag het geluid van de verbrandingsoven te horen. „We hopen dat een baasje hier de uitvaart vindt die bij zijn huisdier past. De ceremonie kan uitgebreid zijn, of kort, net waar iemand behoefte aan heeft. Wij proberen mensen te begeleiden in het proces van afsluiten en loslaten.” Een alternatief voor cremeren is begraven of een beestje bij de dierenarts achterlaten (zie kader).
Pootafdruk
Van Engeland en haar vier medewerkers begeleiden huisdierbezitters na de dood van hun dier. De klant kan kiezen uit drie pakketten. Allereerst de individuele crematie, waarbij het baasje de as mee naar huis krijgt. Verder de collectieve crematie, waarbij het dier tegelijk met een aantal soortgenoten gecremeerd wordt. Tot slot de anonieme crematie, waarbij een groep van maximaal vijftien dieren (afhankelijk van het gewicht) tegelijk gecremeerd wordt.
Individueel cremeren is het duurst: zo’n 60 euro voor een huisdier tot 500 gram; voor een zeer grote hond 249,50 euro. Als de eigenaar het wil, kan hij ervoor kiezen de as in een luxe strooikoker of een sierblik mee te krijgen. Voor 15 euro komt daar een pootafdruk van klei in een hartvormig doosje ter herinnering bij.
In de spreekkamer van Majesta Utrecht staan lege urnen aan beide wanden geëtaleerd. In alle soorten en maten: knalrode, zwarte, in de vorm van een konijn, hart of gewoon een simpele cilinder. Van Engeland toont een urn die op het eerste gezicht een fotolijst lijkt. „Hier onderin kun je een deel van de as stoppen.”
Vindt Van Engeland het niet wat ver gaan om de as van een huisdier op die manier te bewaren? „Ik kan me er wel wat bij voorstellen dat er mensen zijn die zo veel aandacht voor het gestorven dier bizar vinden. Iedereen moet daarin zijn eigen weg volgen. Het belangrijkst is hoe een beestje het in zijn leven heeft gehad. Als baasjes geen gevoel meer hebben bij hun dode huisdier, vinden ze het misschien te ver gaan om het te laten cremeren en een urn neer te zetten.”
Doorslaan
Wat drijft Van Engeland om zich dagelijks bezig te houden met dode beesten? „Ik heb een grote liefde voor dieren. Jarenlang was ik werkzaam in de dierverzorging: in dierenasiels, bij een dierenarts en op de dierenambulance. Aan dode dieren ben ik inmiddels wel gewend.”
Lastiger vindt ze het om de emoties van huisdierbezitters een plek te geven. „Ik vind het soms wel zwaar om klanten zo verdrietig te zien. Tegelijk voel ik me vereerd dat ik iets mag betekenen in de laatste fase van hun huisdier. De band tussen mens en dier is bijzonder sterk, en dat is zichtbaar wanneer het doodgaat. Ik ben dankbaar dat ik dit werk mag doen.”
Van Engeland ontmoet klanten die zeggen meer verdriet te hebben om het verlies van een huisdier dan om dat van een mens. „Dat zegt iets over onze maatschappij en de leefomgeving van deze personen. Misschien hebben ze wel minder negatieve ervaringen met een dier dan met een mens.”
Of de aandacht voor het huisdier doorslaat? „Nee, dat vind ik niet. Het gaat uiteindelijk om de band die iemand had met een levend dier. Die kan heel sterk zijn.”
De alternatieven: begraven of destructie
In Nederland is het toegestaan een dood gezelschapsdier te begraven op eigen grond, mits er voldoende ruimte is en de volksgezondheid er niet door in gevaar komt. Een andere optie is om het te begraven op een speciale dierenbegraafplaats. Een kadaver mag niet in de kliko gedeponeerd worden.
Veel huisdiereigenaren laten hun dode huisdier bij de dierenarts achter of brengen het bij de gemeente. Beide partijen leveren het kadaver af bij afvalverwerker Rendac. Nadat het beest samen met andere dieren en dierlijk afval door een verhakselaar is gegaan, wordt er door een proces van sterilisatie en drogen uiteindelijk brandstof van gemaakt. Die wordt ingezet in de energie- en cementcentrales.
Huisdier biedt troost in eenzaamheid
Internet is een plek bij uitstek om ervaringen uit te wisselen. Op Facebookpagina’s over huisdieren sturen baasjes elkaar massaal troostende berichten over ”the rainbowbridge”, een paradijselijke plek waar dieren na hun dood terechtkomen.
Volgens rouwdeskundige Riet Fiddelaers-Jaspers van expertisecentrum Omgaan met verlies heeft rouwen te maken met gehecht zijn aan iemand. „De liefde gaat niet over door de dood. Over liefde kom je niet heen, dus over rouw ook niet. De wijze waarop iemand rouwt, is voor iedereen verschillend.”
Prof. J. J. Graafland, theoloog en econoom aan Tilburg University, denkt dat individualisering in de maatschappij eraan bijdraagt dat huisdieren zo belangrijk kunnen zijn, anno 2018. „Als mensen geen nabije familie, vrienden of levenspartner hebben en eenzaam zijn, kan een dier troost bieden.”
Slaat de huidige maatschappij door in de dierenliefde? Volgens Graafland wordt er erg veel geld aan huisdieren gespendeerd. „In hoeverre staat het geld dat mensen aan hun dier besteden –dat kan bijvoorbeeld ook zijn aan dure medische behandelingen om het dier nog iets langer te laten leven– in verhouding tot de waarde die dit geld heeft?”
Van Graafland verscheen in 2015 het boek ”En God schiep. Over dieren en rentmeesterschap”. Zowel christenen als niet-christenen kunnen zich volgens hem sterk hechten aan hun hond, kat of konijn. „Wanneer het dier doodgaat, moet er ruimte zijn om de emoties van rouw op een persoonlijke manier tot uitdrukking te brengen.”
Van oudsher geloven christenen dat dieren niet persoonlijk opgewekt worden, waardoor ze de uitvaart van een mens van een fundamenteel andere orde vinden dan die van een dier. „Een belangrijke reden daarvoor is dat in de Bijbel niet over de opstanding van dieren wordt gesproken. Een ander argument is dat voor zover wij weten het bewustzijn van een dier verschilt van dat van een mens. Anders dan het dier is de mens naar het evenbeeld van God geschapen.”
Graafland ziet mede daarom geen ethische bezwaren tegen het verbranden van dode dieren. Wel vraagt hij zich af of het passend is de as van zo’n dier te bewaren. „Ter herinnering vind ik een mooie foto in een lijstje geschikter. Als huisdiereigenaren een urn neerzetten omdat het dier voor hen van even grote waarde is als het leven van mensen, gaat dat wel erg ver.”