Column (Mariska Dijkstra): Leugenaar
Je ziet zo op het oog weinig bijzonders aan hem. Niet al te groot, niet al te klein, spijkerbroek, bruin haar, keurig geschoren. In het bericht dat de politie deelde, liep hij in alle rust door de winkelstraat, keek eens in een etalage en ging weer verder. Net als de rest van het winkelend publiek. Toch was dit duidelijk dezelfde man die in het volgende beeld, van een beveiligingscamera in een sigarenzaak iets verderop, zijn mes tevoorschijn haalde, een medewerker bedreigde en er even later –ook weer heel rustig– met de buit vandoor ging. Hoe is het mogelijk!
Als ik een dagje later door de stad loop, kijk ik zo onopvallend mogelijk om me heen. Is die dame iets van plan? Of die man daar? Vroeger dacht ik dat ik een inbreker, dief of overvaller van een afstand zou herkennen. Zodat ik hem zou kunnen ontlopen, of juist zou kunnen ontmaskeren als dat nodig mocht zijn. Maar helaas staat zoiets niet op iemands voorhoofd geschreven. En is een mens in staat om zijn gedrag blijkbaar zó normaal te laten lijken dat omstanders bijna niet kunnen geloven dat die persoon echt kwade bedoelingen heeft.
Het beeld zit nog in m’n hoofd als mij een week later tijdens een cursus wordt gevraagd twee dingen over mezelf te vertellen. Een ervan moet waar zijn, het andere een leugen. Wat een opdracht! Bewust liegen is nou niet bepaald iets wat me met de paplepel is ingegoten. Maar uiteraard staat deze taak in een breder kader: het bestuderen van lichaamstaal. Dus doe ik mee.
Het blijkt lastiger dan gedacht om de waarheid boven water te krijgen. Dat wordt bevestigd door onderzoek waaruit naar voren komt dat ‘gewone’ mensen slechts 54 procent van de leugens van anderen weten te ontmaskeren. Alleen als je, zoals rechercheurs, heel veel kennis hebt van de manier waarop mensen zich gedragen, kun je onwaarheden achterhalen.
Blijkbaar hebben we nog veel te leren, want in de cursusgroep ligt het percentage tot nu toe onder de 50.
Dan is het mijn beurt. Ik voel het bloed naar m’n wangen stromen, terwijl ik de leugen vertel. Vreemd om anderen zo voor de gek te houden. Naar mijn idee is het dan ook zo klaar als een klontje. Ze moeten iets gemerkt hebben.
Dat blijkt toch niet het geval. En dus geloven de anderen nu massaal dat ik een Suske en Wiskestripverzameling heb die bijna compleet is.
Liegen? Dat ‘talent’ hebben we blijkbaar allemaal.