Mehdi Daniel: Alleen Evangelie kan Marokko totaal veranderen
„Mijn familie bestond uit moslims en ik werd door moslims opgeleid, op school en in de moskee”, zegt de 26-jarige Marokkaan Mehdi Daniel. „Ik had veel vragen over de islam, en keer op keer vroeg ik mijn vader en mijn leraren om uitleg. Maar zij hadden geen bevredigend antwoord op alle vragen die ik had. Ze zeiden: „Wij weten het niet, alleen Allah weet het.””
Met zijn echte naam wil Mehdi Daniel niet in de krant, en herkenbaar in beeld wil hij ook niet – al schaamt hij zich er niet voor dat hij nu christen is. De geheime samenkomst van de ondergrondse kerk waartoe hij behoort, mag evenmin worden gefotografeerd; zelfs niet door vreemden worden bezocht. De Marokkaanse kerk is broos en de Marokkaanse christenen zijn kwetsbaar.
Praten wil Daniel echter wel, in de woonkamer met ruime zithoek waar de kleine gemeente samenkomt.
Christenen in Marokko mogen niet evangeliseren en geen christelijke boeken verspreiden, vertelt Daniel, die wiskundedocent is en daarnaast Marokkaans-Arabische taalles geeft aan Afrikaanse migranten. Geregeld worden zendelingen en evangelisten het land uitgezet. Christenen kunnen ook de christelijke feesten niet openlijk vieren. Een christen moet bovendien begraven worden volgens de regels van de islam.
Daniel is verloofd met een christin. De strenge Marokkaanse regels weerhouden hem evenwel om in Marokko in het huwelijk te treden, zegt hij. „Christelijke huwelijken die in de kerk zijn voltrokken en ingezegend, worden door de Marokkaanse overheid niet erkend. Geliefden doen hun trouwbelofte op het gemeentehuis, onder toeziend oog van islamitische geestelijken, met Allah en Mohammed als getuigen. Dat lijkt ons, als christenen, geen passend begin van ons huwelijk.” Voor de trouwplechtigheid wil hij daarom uitwijken naar het buitenland, bijvoorbeeld naar de Spaanse enclaves Ceuta en Melilla.
Islamisering
Mehdi Daniel zegt bewondering te hebben voor de Marokkaanse journalist ”broeder Rachid”, zoon van een imam, die christen werd. Rachid bestudeerde ooit de Bijbel om deze vanuit de Koran te kunnen weerleggen, maar kwam tot de conclusie dat juist de Bijbel waar is en leven geeft. Broeder Rachid vertelt daarover op internet en zendt tv-programma’s uit via de christelijke zender Al Hayat.
Van oudsher is Marokko geen islamitisch land, geeft Daniel aan, maar het islamiseert. Berbers, die 80 procent van de bevolking uitmaken, waren eerder grotendeels christelijk en soms joods. Maar zij zijn, net als de rest van de Marokkaanse bevolking, geïslamiseerd. Naar schatting werden de laatste jaren echter zo’n 35.000 Marokkaanse Berbers (weer) christen.
Volgens Daniel is broeder Rachid ondertussen zó overtuigd van het gelijk van de Bijbel dat hij die wil laten vertalen in het Berbers, en wil uitdelen. Iedereen die de Bijbel bestudeert, móét volgens hem concluderen dat het geloof in God leven geeft.
Ontmoeting
„Ik las verschillende boeken over religie en bestudeerde toen ook de Bijbel”, blikt de wiskundedocent terug. „Toen ik zeventien jaar was, besloot ik geen moslim meer te zijn maar christen te worden. Christus had mij gevonden. Hij koos mij nog voordat ik geboren was, en wees mij de weg die ik moest gaan om bij Hem te komen. Ik had nog nooit met iemand over mijn zoektocht gesproken.”
Twee jaar na zijn bekering, op 19-jarige leeftijd, ontmoette Daniel voor het eerst in zijn leven een christen, zijn huidige pastor. „We spraken over het geloof en hij stelde vragen om te onderzoeken of mijn geloof onderbouwd was. De pastor concludeerde dat ik al twee jaar als christen leefde, en dat mijn geloof geen opwelling is.”
In 2009 werd hij lid van de zogenoemde ondergrondse kerk van Marokko. „Met veel plezier” leidt hij samenkomsten en is hij verantwoordelijk voor de muziek en zang, „ter ere van God.” Maar de jonge Marokkaan ziet het niet als zijn taak om pastor te worden en de gemeente te leiden: „Dan moet je God overal en altijd vertegenwoordigen en word je met zeer veel problemen geconfronteerd.”
Marokkaanse christenen komen nog altijd in kleine groepen bijeen, in het geheim. Zodra een groep zo’n twintig leden telt, wordt die gesplitst en beleggen de christenen samenkomsten in twee kleinere groepen. „Er zijn zo’n zestig mensen lid van onze thuiskerk, maar wij komen samen in zes groepen van tien”, vertelt Daniel. „Een groep telt maximaal twaalf personen, om geen aandacht op zich te vestigen. Maar in de zomer organiseerden we wel eenmalig een Bijbelkamp, met een grote groep mensen uit kerkgemeenschappen van Agadir tot Casablanca: zo’n honderd man.”
Geheim agent
Daniel geeft aan dat er veel gezinnen lid zijn van zijn gemeente, van wie sommige behoren tot de derde generatie Marokkaanse christenen. Ook een geheim agent werd lid van zijn verborgen kerk, met de bedoeling kerkleden te verraden. „Hij bezocht onze kerkdiensten een aantal keren, maar werd gegrepen door het Woord en beleed toen dat hij met valse voorwendselen de kerk was binnengekomen. Tijdens de diensten ontdekte hij de waarheid en het leven en wilde hij graag, met zijn gezin, lid worden van de gemeente. Hij is nu een van de steunpilaren van de kerk.”
In 2013 had de gemeente contact met een Zuid-Koreaanse kerkplanter die in Marokko een kerk startte en zo’n 200 volgelingen had, aldus Daniel. „Maar nadat hij Marokko had moeten verlaten, werden zijn gemeenteleden weer moslim: géén van hen sloot zich bij ons of een andere kerkgemeenschap aan.” Daniel is er daardoor vast van overtuigd geraakt dat een buitenlander Marokkanen niet het Evangelie kan verkondigen. „Dat zal door Marokkanen zelf moeten gebeuren.”
In het dagelijkse leven ondervindt Daniel in Marokko geen problemen, zegt hij. „Ik stel mij vriendelijk op tegenover moslims en laat anderen vrij in wat zij geloven. Ik ben open over mijn geloof, maar zal moslims niet aanvallen op hún geloof.” Blij is hij dat zijn vader hem niet veroordeelt omdat hij christen is, dat hij zelfs openstaat voor het christelijk geloof. „Soms plaag ik mijn vader dat hij ervoor gezorgd heeft dat ik christen ben geworden, omdat hij nooit antwoord had op al mijn vragen over het geloof.”
Vrede
Daniel „droomt ervan” een kerkplantingsbeweging in Marokko te starten, „zodat er in heel het land, in elke stad, kerkgemeenschappen ontstaan. God geeft mij die taak en ik zal me daarvoor van harte inzetten. Mijn hoop is dat de Marokkaanse kerk groeit, zodat alle Marokkanen het Evangelie horen. Dat zal Marokko totaal veranderen, want het geloof in God zal Marokkanen vrede geven.”
Verkondiging christelijke boodschap verboden
Marokko kent officieel vrijheid van godsdienst, maar Marokkaanse christenen zijn beperkt in hun bewegingsvrijheid. De soennitische islam is volgens de grondwet de Marokkaanse staatsgodsdienst, met zo’n 30 miljoen aanhangers. Een aantal rooms-katholieke, orthodoxe en protestantse kerken wordt wel erkend, maar die zijn alleen toegankelijk voor buitenlanders; niet voor Marokkanen. Zo is er in de hoofdstad Rabat een Russisch-orthodoxe kerk waar Russen ongestoord bijeenkomen.
In Marokko mogen alleen soennitische moslims hun boodschap verkondigen; voor sjiitische moslims en christenen is dat verboden. Niets of niemand mag Marokkaanse moslims van hun geloof afbrengen: wie dat wel probeert, wacht gevangenisstraf.
Marokkaanse christenen bezoeken hun kerken in het geheim. Protestanten zijn in het land officieel nauwelijks te vinden. Hun aantal wordt geschat op 8000 tot 40.000. Maar de kerk groeit.
Meer vrijheden
Koning Mohammed VI van Marokko, die een directe afstammeling zou zijn van de profeet Mohammed, benoemde in 2011, in reactie op de protesten tijdens de Arabische lente, een commissie die een nieuwe grondwet moest opstellen om Marokkanen meer vrijheden te geven. Om instabiliteit te voorkomen, zag de koning echter af van zijn voornemen om de godsdienstvrijheid uitgebreider in de grondwet op te nemen. Wél maakte Mohammed VI in een toespraak in 2016 duidelijk dat hij koning is van álle moslims in Marokko, dus ook van ahmadimoslims, sjiieten en salafisten.
Afgevaardigden van verschillende religieuze minderheden in Marokko, zoals christenen, joden, sjiieten en ahmadimoslims, kwamen in november 2017 voor het eerst openlijk bijeen, in de hoofdstad Rabat. Zij vroegen om erkenning en acceptatie in wetgeving en samenleving, waar de islam nog altijd staatsgodsdienst is.
Dit is het eerste deel van een tweeluik over ex-moslims in Marokko.