Schuldencrisis bracht het besef dat hypotheek ook schuld is
Regelmatig krijg ik de vraag voorgelegd of het altijd noodzakelijk is om de hypotheek tot de allerlaatste cent af te lossen. Dat verschilt inderdaad van geval tot geval.
Wellicht is het daarom interessant om nog eens op een rijtje te zetten welke factoren een rol speelden bij mijn persoonlijk besluit om versneld af te rekenen met de woningschuld.
De eerste extra storting deed ik in november 2008, precies een maand na het uitbreken van wat de geschiedenisboeken in zou gaan als de zwaarste economische crisis sinds die van de jaren 30. Nu stijgen de koersen zo hard dat beleggers zich in hun handen kunnen wrijven, maar toen kwamen aandelen in een vrije val terecht. In de maatschappij overheerste boosheid over de onverantwoorde risico’s die financiële instellingen hadden genomen. De kredietcrisis was geen natuurverschijnsel, maar het onvermijdelijke gevolg van een internationale zwendel met ondoorzichtige constructies en waardeloze producten met het karakter van een soort piramidespel. Het financiële systeem wankelde. Niemand durfde zich te wagen aan voorspellingen over de desastreuze gevolgen.
Aflossen was in dat krachtenveld een manier om op microschaal orde op zaken te stellen. In zekere zin probeerde ik afstand te nemen van de bank –en daarmee van het systeem als geheel– door het eerder geleende bedrag versneld terug te betalen. Je kunt ook zeggen dat er een schuldencrisis aan te pas moest komen om ten volle te beseffen dat een hypotheek ook een schuld is. Alleen heeft een persoonlijke lening een lage rente en gunstige leenvoorwaarden.
Van de helft van de uitstaande woningschuld zou ik nooit afkomen met mijn deels aflossingsvrije hypotheek. Datzelfde besef is inmiddels tot de meeste huizenbezitters doorgedrongen, maar toen werd die variant verkocht als goedkope hypotheekvorm, waarvan je de kleine lettertjes kon overslaan. Extra aflossen was de meest rechtstreekse manier om af te rekenen met dat deel van het geleende bedrag. Anders zou ik me nooit hypotheekvrij mogen noemen. De belangrijkste reden om versneld te gaan aflossen, was echter de angst voor baanverlies. Mede door de vernietigende gevolgen van de kredietcrisis dreigde een reorganisatie op mijn werk. Het deed mij beseffen dat ik mijn pensioen nooit zou gaan halen in loondienst. Dat verklaart niet alleen waarom ik extra ging aflossen, maar ook het tempo waarin ik dat ben gaan doen. Samenvattend kun je stellen dat ik wilde voorkomen dat ik letterlijk op straat zou komen te staan, áls ik ooit op straat zou komen te staan.
Met een baan voor het leven en een veilige annuïteitenhypotheek zou ik op dat moment waarschijnlijk heel andere keuzes hebben gemaakt. Mijn uitgaven had ik minder ingrijpend aangepast. Datzelfde geldt wanneer ik tien jaar ouder was geweest, of vijftien jaar jonger. In die zin was het een momentopname, maar ook een veranderd inzicht op precies het juiste moment.
Om die reden moeten huiseigenaren ook niet gaan aflossen omdat je er in de krant steeds maar over leest, omdat de buurman het ook doet of omdat ik dat woord wel vijf keer in één column laat vallen. Het moet passen bij de levensfase, het verwachte inkomen, de waarde van de woning, de kleine lettertjes en de al dan niet grootse toekomstplannen.
De auteur is schrijver en publicist. Reageren? hormann@refdag.nl