Column (Mariska Dijkstra): Open eind
„Hij verandert echt nog wel.”
Ik reed haar voorbij op de fiets. Snel ging ik niet, dus hoorde ik een flard van haar gesprek. Ze hield de telefoon dicht tegen haar oor. Niet handig tijdens het fietsen, lijkt me. Maar blijkbaar ging het om iets belangrijks.
Helaas hoorde ik na die ene zin niets meer. Jammer, want nieuwsgierig was ik wel.
Wie verandert er nog wel? Haar vriend? Of de vriend van degene die belde? Of een collega? Haar baas, misschien?
In gedachte ging ik voor optie één. Ze wilde verkering, denk ik. Ik schatte haar op 18 jaar, dus zo raar was dat idee niet. Die jongen had geen interesse. Maar dat kwam vanzelf wel goed, daarvan was ze overtuigd. Wacht maar tot hij haar echt leerde kennen.
Of zou haar vriend in de gevangenis zitten? En waarschuwde haar vriendin haar voor de donkere kant van zijn karakter? Kon je een inbreker wel vertrouwen? Bij deze optie zou de stelligheid waarmee ze haar uitspraak deed, wel passen. Ze nam het voor hem op. En droomde van een toekomst samen.
Duidelijk te veel romans gelezen, zegt mijn man als ik hem vertel over het meisje.
Hij zou het gesprek heel anders interpreteren. Ze klaagde vast over een docent die haar scriptie om „belachelijke redenen” had afgekeurd. Voor de derde keer. Dus was ze op hoge poten naar hem toegegaan. En gaf aan hoe diepgaand haar analyse van de probleemsituatie was. Hij bleek onvermurwbaar. Maar dat zou nog wel veranderen, als het aan haar lag.
Duidelijk te lang in het onderwijs gewerkt, zeg ik tegen hem.
Zo’n telefoongesprek op straat lijkt op een boek met een open eind. Je blijft je maar afvragen hoe het zal aflopen. En dat is heel irritant.
Bel je buiten, dan moet je ook bereid zijn openheid van zaken te geven, vind ik. Dus gaat je telefoon? Leg dan tijdens het bellen even aan de omstanders uit waar je gesprek over gaat. Dat voorkomt veel giswerk van je omgeving.
Ik heb het nog niet gedacht, of ja hoor. Daar gaat m’n telefoon.
Ik kijk om me heen. Het is druk in de winkelstraat. De langslopende mensen lijken me wel niet te zien, maar wie van hen zal vanavond nog nadenken over de woorden die ik zo ga zeggen?
Ik laat hem overgaan.
Dat kan natuurlijk ook gewoon.