Noord-Ierse abortuswet voorbeeld voor de wereld
Het hooggerechtshof in het Verenigd Koninkrijk heeft geen gemakkelijke taak. Door het zelfbestuur is in de ene provincie krom wat in de andere als recht geldt.
Een voorbeeld daarvan is het oordeel van donderdag over de abortuswet in Noord-Ierland. In die provincie is in 1967 de Britse abortuswet niet ingevoerd, omdat de bevolking daartegen was.
In Engeland en Schotland is abortus in de achterliggende decennia vrij normaal geworden. Volgens de media wordt een op de vijf zwangerschappen afgebroken (tegenover een op de zeven in Nederland en een op de vier in Hongarije).
Organisaties hebben uitgerekend dat in Noord-Ierland 100.000 mensen leven die er niet zouden zijn geweest als in 1967 abortus ook daar was vrijgegeven. Die reconstructie is vrij grondig uitgevoerd, maar blijft natuurlijk fictief. Toch zegt het wel iets, namelijk dit: kies je voor het leven, begin dan niet aan abortus.
Het oordeel van het Britse hooggerechtshof donderdag was tweeledig. Enerzijds werd de klacht van de Noord-Ierse mensenrechtencommissie (NIHC) niet-ontvankelijk verklaard. Die commissie kwam met een theoretische klacht over de wetgeving zonder een concreet geval. De klacht was dat de Noord-Ierse wet op grond van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) ruimte voor abortus dient te geven als het ongeboren kind niet levensvatbaar is of als de zwangerschap het gevolg is van verkrachting of incest.
Toch ging het hof een stap verder door te ontleden wat men gedaan zou hebben als er wél een slachtoffer had geklaagd. De conclusie was dat het hof „in alle waarschijnlijkheid” zou verklaren dat de Noord-Ierse wet strijdig is met het Europees mensenrechtenverdrag bij een verwachting van een niet-levensvatbaar kind of in geval van verkrachting of incest.
In het vonnis is deze gedachteoefening niet bindend. Maar de wetgever kan er wel wat mee.
Duidelijk is dat het hoogste Britse hof in de internationale verdragen nergens een recht op (vrije) abortus leest. Diverse comités van de Verenigde Naties zeggen dat dit anders ligt –en het NIHC spreekt dat na– maar het Britse hooggerechtshof gaat daarin niet mee.
Anderzijds is duidelijk dat deze rechters wel vinden dat er ruimte is voor abortus als de vrucht niet levensvatbaar is of bij zwangerschap door verkrachting of incest. Ook binnen prolifekringen is er weleens discussie of abortus in die uitzonderlijke gevallen geoorloofd is. Dat debat zal er altijd blijven.
Het probleem is echter dat veel landen een abortuswet hebben ingevoerd als een voorziening voor dit soort noodsituaties, die in de praktijk functioneert als een dekmantel voor de vrije abortus.
Vanuit een christelijke visie is het uitgangspunt dat elk leven het beschermen waard is. De overheid heeft de taak die bescherming te ondersteunen. Zo bezien is de Noord-Ierse wet voorlopig altijd nog een voorbeeld voor de wereld.