De hongersnood die Stalin wilde
Altijd als er wat misgaat in Rusland wijst het Kremlin naar een ander. Dat was ook zo bij de hongersnood die begin jaren dertig van de vorige eeuw miljoenen Oekraïners het leven kostte. Maar hierin speelde de Sovjetleiding zelf een actieve rol, schrijft de Amerikaanse journalist Anne Applebaum in ”Rode hongersnood”.
Tranen vloeiden afgelopen maart in de Russische stad Kemerovo, nadat er bij een brand in een winkelcentrum zeker 64 mensen (onder wie 41 kinderen) waren omgekomen. Verdriet, maar ook woede balden zich samen tijdens demonstraties in de Siberische stad. De Russische autoriteiten wisten precies waar ze de aanstichters van deze protesten moesten zoeken. „We zijn tot de conclusie gekomen dat dit een geplande demonstratie was om de regering in diskrediet te brengen”, sprak Vladimir Tsjernov, vicegouverneur van de regio Kemerovo, zonder bewijs te leveren voor zijn bewering. „Heel veel [van de demonstranten] hebben jonge mensen opgestookt… mensen hebben deelgenomen zonder te weten wat ze daar deden.”
Op de staatstelevisie zei een van de populairste presentatoren dat de demonstraties een poging waren om een ander ”Maidan” (een verwijzing naar de Oekraïense revolutie in 2014, FA) te organiseren. Ze konden het echter niet over hun lippen krijgen dat de demonstraten er met oprechte bedoelingen stonden en antwoorden verlangden van de overheid.
Complot
Soortgelijke bewoordingen klonken 86 jaar eerder van de kant van de Sovjetautoriteiten, zo valt op te maken uit het vlot geschreven boek ”Rode hongersnood” van Applebaum.
In 1932 mislukten de graanoogsten in de Sovjetrepubliek Oekraïne. Om het opgelegde quotum toch te halen, legde de overheid graanvorderingen op. Speciale teams zochten in de Oekraïense dorpen naar graan en alles wat eetbaar was. Ze gingen van huis naar huis en keken in kelders, kasten, hondenhokken en wiegen. Door de hongersnood kwamen uiteindelijk tussen de 2,5 en de 3,9 miljoen mensen om het leven.
Toen de bevolking en lokale communisten zich verzetten tegen de graaninzameling wist de Oekraïense geheime politie wel wie daarachter zaten. „De contrarevolutionaire activiteiten van opgespoorde en uitgeschakelde groepen op collectieve boerderijen bestonden in het ondermijnen van belangrijke agrarische campagnes, vooral tegen de graaninzameling; in het verspillen, achterhouden en verbergen van graan; en in tegen de collectieve boerderij en de Sovjet-Unie gerichte opruiing.” De leider van de geheime dienst had het over samenzweringen, complotten en contrarevolutionaire organisaties. Er volgden arrestaties en veroordelingen.
De Sovjetautoriteiten zochten de schuld voor het mislukken van de graanoogst, voor het niet-slagen van het landbouwbeleid en voor de hongersnood van begin jaren dertig niet bij zichzelf. En al helemaal niet bij leider Jozef Stalin. Hij mocht niet in diskrediet worden gebracht – de Sovjetdictator was zelf met het plan gekomen om de landbouw te collectiviseren. Mensen lager in de hiërarchie kregen de fouten toegerekend.
Bij alles wat er misgaat in Rusland wentelt Moskou de schuld af op een ander. Zelfreflectie ontbreekt. Zo ging het in Stalins Sovjet-Unie en zo werkt het ook in Poetins Rusland, zoals bij de brand in Kemerovo. Het Kremlin verdeelt, zet mensen tegen elkaar op en leidt af, schrijft Applebaum als ze een parallel trekt tussen beide periodes.
Opzettelijk
In zijn ”The Harvest Sorrow” concludeerde de Britse historicus Robert Conquest dertig jaar geleden al dat de Oekraïense hongersnood het gevolg was van de landbouwpolitiek van Stalin. Op basis van dagboeken, interne partijdocumenten en ander materiaal komt Applebaum tot de conclusie dat het ging om een opzettelijk veroorzaakte hongersnood. De Sovjetregering greep de omstandigheden aan om een einde te maken aan de Oekraïense hang naar afhankelijkheid.
In Oekraïne nam in de vroege jaren dertig de weerstand tegen Stalins graanvorderingscampagne toe. Hij vreesde een burgeroorlog en een boerenopstand, een herhaling van wat er tien jaar eerder in Oekraïne was gebeurd. „Als we nu niets ondernemen om de situatie in Oekraïne te verbeteren, zouden we Oekraïne kwijt kunnen raken”, schreef Stalin in 1932. De Sovjet-Unie had het Oekraïense graan hard nodig als lucratief exportproduct, en het land verliezen zou de eenheid van het rijk bedreigen.
Juist onder de boeren was het verlangen naar een vrij Oekraïne het grootst. Op het platteland werd Oekraïens gesproken en daar werd het sterkst vastgehouden aan de Oekraïense cultuur. Daarom voelden de Oekraïense intellectuelen zich verwant met de boeren. In 1925 verklaarde Stalin dat „de boeren het hoofdleger van de nationale beweging vormden.”
Toen de hongersnood zich in Oekraïne voltrok, kwam Stalin met besluiten waarmee bewust werd geprobeerd de bevolking en de Oekraïense nationale gedachte te vernietigen, aldus Applebaum. Op het moment dat Oekraïners op het platteland stierven of zich in leven probeerden te houden door paarden, honden, katten, kraaien, mos, eikels en zelfs mensen te eten, weigerde Moskou buitenlandse hulp. Dorpen en boerderijen die het opgelegde graanquotum niet haalden, kregen straffen opgelegd.
Het was verboden om ook maar iets van graan achter te houden. Het graan dat werd binnengehaald, werd geëxporteerd in ruil voor harde valuta. En zo ging het ook met spek, honing, boter en vis uit Oekraïne, voedsel dat de bevolking zelf meer dan nodig had. Uitgehongerde Oekraïense boeren die op zoek gingen naar eten, mochten niet naar andere dorpen trekken. De grenzen van Oekraïne gingen dicht.
Zondebok
Verblind door samenzweringstheorieën wees Moskou zondebokken aan voor de graancrisis. Die zaten in de lagere regionen van de Oekraïense Communistische Partij, die zou zijn geïnfiltreerd door contrarevolutionaire en Oekraïense krachten. De geheime politie zuiverde de partij en maakte ze tot een marionet van Moskou. De leden werden gearresteerd. Het Kremlin stelde de doodstraf in voor „saboteurs.”
Aanhangers van de Oekraïense nationale gedachte („klassenvijandige tegenstanders”) kregen te maken met fysieke aanvallen. Instellingen en organisaties die de Oekraïense cultuur uitdroegen, werden gezuiverd, gesloten of aangepast.
Stalin moet hebben geweten dat Oekraïne leed. Hij ontving een brief van een partijlid die schreef over boeren die opgezwollen waren van de honger en dode paarden opaten en hij kreeg verzoeken om te stoppen met het „onrealistische” graanvorderingsbeleid. Stalin deed echter niets om de Oekraïense bevolking te helpen. Sterker nog, hij en andere Sovjetleiders kwamen juist met strengere maatregelen.
De Sovjet-Unie zweeg over de miljoenen slachtoffers. De volkstelling werd gemanipuleerd, zodat de werkelijke dodencijfers niet naar buiten kwamen. Nog altijd verschaffen de Russen geen openheid over de Oekraïense hongersnood. De media en de overheid mijden het onderwerp. Zo lijkt het in eerste instantie ook te gaan met de dodelijke gebeurtenissen in Kemerovo. Op de avond van de brand zond de staatstelevisie er niets over uit. Opnieuw vertoont Rusland trekjes uit het verleden.
Boekgegevens
”Rode hongersnood”, Anne Applebaum; uitg. Ambo|Anthos, Amsterdam, 2018; ISBN 978 90 263 2984 5; 432 blz.; € 29,99.