Aflossingsvrije hypotheek niet per definitie probleem
Huizenbezitters met een aflossingsvrije hypotheek krijgen de laatste tijd van alle kanten te horen dat ze in de toekomst mogelijk in grote problemen komen.
Probleem van deze hypotheekvorm is dat het op zich om een prima product gaat dat echter zonder voldoende uitleg is verkocht en voorzien is van een zeer misleidende naam. De term aflossingsvrij suggereert geheel ten onrechte dat je nooit iets hoeft af te lossen en heeft sommige huizenbezitters dusdanig op het verkeerde been gezet dat ze oprecht meenden na dertig jaar automatisch vrij van schulden te zijn.
Het aantrekkelijke van zo’n hypotheek is dat je als consument helemaal zelf kunt bepalen hoe en wanneer je aflost. Daarmee is het een geschikte leenvorm voor mensen met een wisselend inkomen en behoefte aan financiële speelruimte. Om die reden had gesproken moeten worden over een hypotheek met maximale aflossingsvrijheid, hoewel dat natuurlijk meteen een mondvol is.
Feit is dat niet iedereen met een aflossingsvrije hypotheek afstevent op problemen, hoewel er wel een aantal zaken zijn waarop u alert moet zijn. Belangrijk daarbij is wat er in de akte staat over een einddatum. Zo’n hypotheek is namelijk pas écht volledig aflossingsvrij wanneer deze doorloopt tot „datum aflossing” (dus tot u zelf besluit het gehele bedrag terug te betalen) of wanneer als einddatum het jaartal wordt genoemd waarin u in theorie 100 jaar oud wordt.
Daarmee verplaatst het probleem zich automatisch tot de nabestaanden, die op dat moment kunnen besluiten de woning te verkopen om daarmee de nog openstaande schuld te voldoen. De eventuele overwaarde kan vervolgens worden verdeeld onder de erfgenamen, tenzij die besluiten en in staat zijn om de hypotheek uit eigen middelen af te lossen en de woning in de familie te houden. Belangrijk voor een goede verstandhouding is wel om dit tijdig met uw kinderen te bespreken.
De Rabobank hanteert voor dit product geen vaste looptijd, maar andere banken kunnen het nog openstaande geldbedrag in theorie na dertig jaar opeisen wanneer u niet in aanmerking komt voor verlenging van de hypotheek. Hoe dat in de praktijk gaat werken en hoe coulant banken zich daarbij opstellen, valt niet te voorspellen. Feit is dat het pensioeninkomen vaak onvoldoende zal zijn om de huidige lening te herfinancieren.
De grootste problemen worden verwacht na 2031, omdat hypotheekrente sinds 2001 nog slechts voor maximaal dertig jaar aftrekbaar is. Het loont dus de moeite om te controleren of u met uw toekomstige inkomen het huidige bruto maandbedrag kunt blijven betalen. Ook is het raadzaam om eens goed door te rekenen wat er gebeurt wanneer de rentetermijn van uw hypotheek afloopt en u ineens 1 of 2 procent meer moet betalen.
In het ergste geval vervalt in 2031 de fiscale aftrek, is de hypotheekrente in de tussentijd verdubbeld en eist de bank aan het einde van de looptijd een bedrag op dat de meeste huishoudens niet zomaar achter de hand hebben. Dat is een potentieel en tegelijk tamelijk denkbeeldig scenario, dat in de praktijk voor slechts een kleine groep waarheid zal worden. Verkoop van de woning zal in deze theoretische situatie wellicht noodzakelijk zijn, maar daarmee bent u dan ook meteen uit de schulden.
De auteur is schrijver en publicist. Reageren? hormann@refdag.nl