Kerk & religie

Predikant in Damascus: Bid voor ons

Het is een bijzondere ervaring: een kerkdienst bijwonen in Damascus, hoofdstad van een land dat nog altijd geteisterd wordt door oorlogsgeweld. „Please, please, please, bid voor ons.”

Arie van der Poel
5 May 2018 10:33Gewijzigd op 16 November 2020 13:14
Kerkdienst in de presbyteriaanse kerk in Damascus. beeld Arie van der Poel
Kerkdienst in de presbyteriaanse kerk in Damascus. beeld Arie van der Poel

„Het visum is er!”, klonk het vorige week zaterdagmorgen om half 8 opgewonden. De avond ervoor was onze reis nog „definitief afgeblazen”: zonder Syrisch visum is een bezoek aan Damascus natuurlijk uitgesloten. De goede contacten van de kerk met de Syrische overheid lijken uiteindelijk de doorslag gegeven te hebben. Dat is mooi natuurlijk, maar het voelt ook wel een beetje ongemakkelijk om via de kerk toch direct afhankelijk te zijn van een regering die heel wat bloed aan zijn handen heeft.

Met een taxi rijden we naar de grens, die we zonder veel oponthoud kunnen passeren. Alles gaat er rustig en correct aan toe. Onze Amerikaanse reisgenoot moet 160 dollar betalen, mijn Franse collega en ik hoeven maar de helft op tafel te leggen: verschil moet er tenslotte zijn.

Onderweg

Na de nodige militaire checkpoints op een goede, maar opvallend lege asfaltweg door een heuvelachtig landschap doemt al vrij snel Damascus op. Een enorm uitgestrekte stad ligt voor ons, in de diepte. We zien rookpluimen oprijzen uit een buitenwijk. Onze gids vertelt dat er op dit moment stevig gevochten wordt in Yarmouk, het Palestijnse vluchtelingenkamp waar IS-strijders zich hebben verschanst. Na de recente inname van Oost-Ghouta en het gedwongen vertrek van de rebellen daar, is Yarmouk nu aan de beurt om door het Syrische leger veroverd te worden.

Om in de oude stad te komen, nemen we de oostelijke rondweg en blijken we op een gegeven moment op niet veel meer dan drie kilometer afstand van de hevige gevechten te rijden. Niet voor te stellen, maar we bewegen gewoon mee met het inmiddels drukke verkeer – alsof er niets aan de hand is.

Gevlucht

Via de poort van Thomas –Bab Tomu– komen we de oude stad binnen. Smalle straatjes, oude huizen, middeleeuws aandoende houten gevels, winkeltjes, bedrijvigheid. Een schilderachtige oude stad met huizen op de stadsmuur. We logeren in een karakteristiek familiehotel van een gemeentelid, vlakbij de presbyteriaanse kerk in de christelijke wijk. We zijn hier als partners van de presbyteriaanse synode voor een bemoedigingsbezoek. Zondag zullen we de kerkdienst bijwonen en de gemeente ontmoeten.

Met Matthieu, mijn Franse collega, maak ik ’s middags een wandeling door de wijk. We treffen vriendelijke mensen, die het fijn vinden met ons te spreken. Zoveel buitenlandse bezoekers komen hier tenslotte niet.

Zittend op een bankje of zomaar op straat hoor je heel wat leed voorbijkomen. Van een moeder die met haar twee jonge kinderen moest vluchten uit Oost-Ghouta en alles heeft moeten achterlaten, omdat het er levensgevaarlijk was geworden. Van Abraham, een oudere scheikundeleraar, die vertelt hoe een paar jaar geleden Al-Nusra-sympathisanten door de christelijke wijk liepen en hardop de huizen aanwezen waar zij binnenkort zouden gaan wonen. Bij zijn buren was nog niet zo lang geleden een mortier het huis binnengedrongen, met twee dodelijke slachtoffers tot gevolg. Abraham heeft er als aanklacht en eerbetoon een treffende muurschildering over gemaakt.

Raketinslagen en familiegeluk

Het is een wonderlijke gewaarwording: terwijl straaljagers voortdurend overvliegen, de raketinslagen met grote regelmaat te horen zijn –en echt niet alleen in de verte– gaat het leven op straat door. Mensen maken een praatje, halen brood bij de bakker, doen hun boodschappen. Niemand kijkt omhoog, niemand is bang: dit is gewoon het leven hier.

Een gezinnetje komt ons tegemoet: vader, moeder en twee schattige jonge kinderen. Het meisje heeft een bloem in de hand en het jongetje draagt vol trots een kooitje met een vogeltje erin. Een treffend en ontroerend beeld: klein, kwetsbaar, maar vooral kostbaar familiegeluk, terwijl straaljagers overvliegen en even verderop hun vernietigende lading afwerpen. Hoe vervreemdend en verwarrend kan een oorlog zijn.

Zingen in Damascus

Op de stralende zondagmorgen stroomt de kerk snel vol en steeds worden we hartelijk begroet: „Waar komen jullie vandaan?” en „Heel fijn dat jullie bij ons zijn, welkom.” Onder begeleiding van een eenvoudig orgeltje wordt er prachtig en uit volle borst gezongen. Samen zingen we „Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heeren hand” en „Heer, ik wil Uw liefde loven, al begrijpt mijn ziel U niet.” Woorden kunnen je ziel raken, gezongen woorden des te meer.

De preek gaat over Johannes 20, waar Jezus verschijnt aan de discipelen die achter gesloten deuren bijeen zijn en zegt „Vrede zij u.” En over Thomas, die niet kan geloven, tenzij hij zelf de littekens van de opgestane Christus kan aanraken. De lijn wordt doorgetrokken naar 2018: „Jezus wil nog steeds in ons midden komen, juist als wij misschien bang zijn. Hij groet ons met een vredegroet. Vrede waar zo sterk naar verlangd wordt in Syrië. Het feit dat Christus ook littekens heeft –als teken van Zijn lijden voor ons– is reden voor echte hoop. Laten we ons vertrouwen steeds op Hem stellen.” Voordat we de zegen meekrijgen, zingen we nog het Onze Vader met elkaar in het Arabisch. Een prachtige en ontroerende ervaring: samenkomen in Zijn Naam, in de stad waar Paulus 2000 jaar geleden een discipel van de opgestane Heiland is geworden.

Na afloop van de dienst komt iedereen ons een hand geven om ons te bedanken voor onze komst. De Syriërs ervaren die duidelijk als een bemoediging dat ze niet vergeten worden. De vraag is wel wie er nu het meest bemoedigd is.

Raket

Wat een getuigenis gaat ervan uit dat deze mensen op hun post zijn gebleven. In 2015 sloeg een raket in het dak van de kerk, die daardoor zwaar beschadigd werd. Gelukkig raakte niemand gewond; het dak is inmiddels gerepareerd. Natuurlijk zijn er ook uit deze gemeente mensen vertrokken naar het Westen. Anderen zijn juist naar Damascus gevlucht vanuit Homs en Aleppo. Bij het weggaan drukt de oude ds. Samuel Hanna me op het hart: „Please, please, please, bid voor ons, jullie broeders en zusters in het Midden-Oosten.” Zelf heeft hij met zijn gezin voor zijn leven moeten vluchten uit Homs – ze hebben alles achtergelaten. Nu is hij dankbaar hier te mogen kerken: „Al 2000 jaar vergadert God hier Zijn gemeente.”

Als we op maandagmorgen terugrijden naar Beiroet zien we iets van de verwoestingen van de bombardementen op Yarmouk. Ingestorte gebouwen en grote puinhopen. Hoe vervreemdend en verwarrend kan een oorlog zijn. En hoeveel te meer kun je juist dan bidden om „Vrede zij u.”

Mr. Arie van der Poel is regiocoördinator Midden-Oosten, Noord-Afrika en Centraal-Azië voor de zendingsorganisatie GZB.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer