Opinie

Theologenblog: Christelijk geloof wist nationale identiteit niet uit

Verlies je als christen je nationale identiteit of blijf ik als christen Nederlander? Het zingen van het Wilhelmus op de zondag na koningsdag direct na de kerkdienst is zo’n moment dat Hans Burger weer met die vraag geconfronteerd wordt.

Hans Burger
1 May 2018 14:18Gewijzigd op 16 November 2020 13:12
beeld Peter Leenhouts
beeld Peter Leenhouts

Dit jaar gebeurde dat eerder al op twee conferenties. Eerst op de conferentie van onze onderzoeksgroep BEST over Israël. Blijft het Joodse volk binnen de kerk van Jezus de Messias bestaan als herkenbare groep of mogen zij zich niet langer houden aan de Thora? En onlangs op de Comeniusconferentie van theologen uit Nederland en Oost-Europa, met veel Hongaarse deelnemers. Voor Hongaarse gereformeerden is het niet raar om na te denken over de specifieke roeping van het Hongaarse volk.

Paulus schrijft dat het in Christus niet meer telt of je Jood of Griek bent (Gal. 3:28), barbaar of Skyth (Kol. 3:10). Betekent dat niet dat al die verschillen wegvallen? We hebben toch terecht afscheid genomen van een christelijke verdediging van apartheid en nationalisme: ieder volk, ieder ras, iedere groep zijn eigen roeping, zijn eigen identiteit, zijn eigen afdeling in de kerk?

Het ideaal van een multiculturele samenleving gaat terug op het christelijk geloof. De beweging van Jezus Christus is internationaal en heeft vestigingen in bijna alle landen van de wereld. Helaas zitten wij met landelijk georganiseerde kerken, omdat het protestantisme zich gevoegd heeft binnen de kaders van nationale staten die vorm kregen tussen de zeventiende en negentiende eeuw. Zo is er veel verloren gegaan van het internationale en multiculturele karakter van de ene wereldwijde kerk van Jezus Christus.

Steeds meer realiseer ik me ook dat er een andere kant aan zit. Wanneer je met Christus sterft en opstaat, wanneer je om Christus je leven verliest, dan zul je je leven vinden (Matth. 16:25). Als persoon raak je in Christus jezelf niet kwijt, maar word je eindelijk jezelf. Ik geloof dat we in de opstanding voor elkaar herkenbaar zullen zijn. Waarom zou dat alleen gelden voor individuele identiteit en niet voor de identiteit van groepen en volken? Is het verkeerd wanneer Friezen herkenbaar willen zijn aan hun Friese taal, en Schotten aan het Gaelic, hun oorspronkelijke Keltische taal?

Natuurlijk, in groepen kunnen groepsmechanismen werken, die buitenstaanders uitsluiten of op groepsleden een beklemmend effect hebben. Wanneer het groepsbestaan een afgodische dimensie krijgt, krijgt het groepsbestaan destructieve trekken. De groep wordt ongastvrij naar buiten en verstikkend naar binnen. Dergelijke dingen gebeuren echter niet alleen op het niveau van volkeren en naties. Een kerkverband, een kerkelijke gemeente of een huiskring kan lijden aan dezelfde destructieve mechanieken.

Maar wat betekent het wanneer een groep geen afgoden dient maar de enige echte God, en de groepsidentiteit geheiligd wordt? Dan kan die groep in zichzelf ruimte maken voor anderen, zoals Christus in zichzelf ruimte gemaakt heeft voor ons. Een groep wordt gastvrij en uitnodigend naar buitenstaanders, en heeft tegelijk oog voor de eigenheid en de bloei van haar leden zodat de groep niet verstikkend wordt. Dan vieren op koningsdag opeens asielzoekers met rood-wit-blauwe schmink het feest mee. Terwijl een andere Nederlander de drukte ontvlucht en een boswandeling maakt. Groepsidentiteit ligt niet vast, maar is open naar de toekomst en wordt ook vormgegeven door de vreemdeling die we gastvrij ontvangen.

Eigenheid en verschil ervaren wij zomaar als bedreigend. Als het volk Israël een bijzondere plek in Gods hart zou hebben, dan zijn wij zeker minder? Als Maria geëerd wordt om haar bijzondere rol, dan tel ik zeker niet mee? Als God onze goede werken beloont, dan is er verschil op de nieuwe aarde, en dat mag toch niet?

Bij God verliest verschil dat bedreigende karakter. Gods schepping is geen eenheidsworst en dat zal de nieuwe schepping ook niet zijn. In Openbaring 21 gaat het drie keer over de volken die bij God in het nieuwe Jeruzalem komen. Verschil mag bij God bestaan en diversiteit blijft, terwijl het afgodische, uitsluitende karakter ervan in Christus’ dood verdwijnt. Ook de diversiteit van volken blijft bestaan. Elk met onze eigen cultuur, onze eigen muziek, onze eigen spiritualiteit, herkenbaar als verschillende volken zullen we samen God bewonderen!

De auteur is universitair docent systematische theologie aan de Theologische Universiteit Kampen. Hij schrijft dit blog als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer