Column (Mariska Dijkstra): Die eerste knip
„Het kan nog wel iets korter.” „Nog korter?” roep ik uit. De buurvrouw houdt voet bij stuk. Hoe korter je de takken maakt, hoe steviger de plant uiteindelijk wordt.
Ik kijk eens naar m’n annabellen –die ik dit jaar aardig gespaard had– en weet ineens wat ze nodig hebben: een stevige basis. Dus knip ik de takken nog een stukje lager af. Net boven de tweede knop.
Als ik de snoeischaar neerleg, schrik ik toch. Wat een miezerige struikjes zijn het geworden. Een paar takjes die boven de grond uitkomen. Komt dit ooit nog goed?
Natuurlijk weet ik het. Snoeien is belangrijk. Het is zelfs een Bijbels gegeven.
Ook de tuinboeken schrijven het voor. Wil je een boom of struik die beter bloeit en meer vrucht draagt, dan zal die eraan moeten geloven.
Toch, het snoeimes zetten in die eerste tak –en dan zo laag– is best spannend. Het voelt als de eerste knip in een nieuw gekocht stuk stof. Je weet dat het nodig is om een mooie blouse te kunnen naaien, maar anders…
Het doet me ook denken aan mijn stoere acties om het haar van de jongens te knippen. „Lekker kort”, roepen ze. Dus ja, dan moet je wel. Maar toch is daar even die schrik als je de eerste lange plukken op de grond ziet vallen. Komt dit ooit nog goed?
Wat is het dat die eerste knip zo spannend maakt, vraag ik me tijdens het snoeien af – echt zo’n moment om je gedachten eens lekker de vrije loop te laten. Vertrouwen, denk ik. Het gaat erom dat je erop vertrouwt dat je de goeie keus maakt. Vertrouwen in jezelf (die de schaar vasthoudt), maar ook in dingen die buiten je bereik liggen (misschien nog wel enger).
Geloof ik dat die plant straks weer gaat groeien? Dat er weer groene scheuten komen, op de plek waar nu alleen nog maar kleine knopjes te zien zijn?
Snoeien is belangrijk voor de plant, maar blijkbaar doet het ook iets met degene die de snoeischaar in z’n hand heeft.
Na enkele dagen gebeurt het al. Die pietepeuterige bruine stipjes, waar geen leven in leek te zitten, barsten open. Daar is het groen!
Enorm wat een kracht er in die ‘dode’ takken zit. Ik kan bijna niet wachten op de prachtige witte bloemen. Ik geloof inmiddels dat ze er komen.