Steeds vaker informateur ingezet voor college
Gemeenten gebruiken steeds vaker een informateur om te kijken welke plaatselijke coalitie er moet komen. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart zijn er verspreid over het land honderden informateurs, verkenners, gespreksleiders en procesbegeleiders aan het werk gezet. „Je ziet het steeds vaker, het grijpt steeds breder om zich heen”, zegt Marcel Boogers, hoogleraar innovatie en regionaal bestuur aan de Universiteit Twente.
Volgens Boogers heeft de inzet van informateurs te maken met versnippering van de politiek. „Een jaar of twaalf geleden had je twee of drie grote partijen in gemeenten. Die bepaalden samen wie met wie ging regeren en wie eventueel als kleine partij mocht aanschuiven. Ze losten het op met een glas jenever en een sigaar in de kroeg en alles was redelijk snel duidelijk”, aldus Boogers.
Nu is collegevorming een „ingewikkelde puzzel” geworden. In sommige plaatsen, zoals Maastricht en Amersfoort, zijn maar liefst vier partijen de grootste geworden. „Niemand springt eruit die de leiding kan nemen”, zegt Boogers. In een plaats als Den Bosch zitten veertien partijen in de raad en zijn er minstens vijf partijen nodig voor een meerderheid. In Almelo zijn minstens vier van de dertien raadsfracties nodig om een college een meerderheid te geven.
In andere gemeenten oogt de puzzel eenvoudiger. Zo kijkt een informateur in Staphorst of SGP en ChristenUnie kunnen samenwerken. Die twee partijen staan heel dicht bij elkaar, maar juist dat kan een risico zijn en daar kan een informateur bij helpen, zegt Boogers. „Ze vissen in dezelfde vijver. Ze zijn geestverwanten, maar ook enorme concurrenten van elkaar. Dus moet je afspraken maken, waarbij elke partij herkenbare punten in de wacht kan slepen. ”
Informateurs zijn belangrijk, benadrukt Boogers. „Je laat zien dat je zorgvuldig bent en het serieus neemt, dat je het niet in beslotenheid regelt. Coalities waar je vooraf meer tijd in steekt, zijn stabieler dan coalities die je snel sluit, want dan kom je er halverwege achter dat er toch wel heel weinig voor je is overgebleven. Dat gaat opspelen. Als je met externe hulp een afspraak hebt gemaakt, sta je steviger en kun je de uitkomst beter uitleggen.”