Opinie

Minder bodemverstoring en CO2-uitstoot bij pulsvisserij

De pulstechniek kan flink bijdragen aan het verbeteren van de selectiviteit en het verminderen van de ecologische schade door de visserij, betoogt prof. dr. Adriaan Rijnsdorp.

Prof. dr. Adriaan Rijnsdorp
7 March 2018 12:19Gewijzigd op 16 November 2020 12:46
„Het pulstuig vangt meer tong en de brandstofkosten zijn lager dan in de traditionele boomkorvisserij.” Foto: de TX-38 Branding IV vertrekt vanuit de haven van Den Helder naar de Waddenzee. De vissers doen aan pulsvisserij. beeld ANP, Niels Wenstedt
„Het pulstuig vangt meer tong en de brandstofkosten zijn lager dan in de traditionele boomkorvisserij.” Foto: de TX-38 Branding IV vertrekt vanuit de haven van Den Helder naar de Waddenzee. De vissers doen aan pulsvisserij. beeld ANP, Niels Wenstedt

Het Europees Parlement stemde in januari voor een verbod op pulsvisserij. De stemming volgde op protesten van vooral Franse en Engelse kustvissers en een agressieve campagne van de Franse milieuorganisatie Bloom, die de pulsvisserij met elektrocutie vergeleek.

De buitenlandse vissers verwijten de pulsvissers dat zij hun visgronden leegvissen en in een kerkhof veranderen. Zo stelt een Belgische garnalenvisser: „Nadat pulsvissers passeren, vangen we enkel dode vis met brandwonden, dode tong en gebroken kabeljauw.”

Maar ook in Nederland is er kritiek. Garnalenvissers vrezen dat de stroomstoten de voortplanting van eidragende garnalen verstoort en voor extra sterfte zorgt.

Verbeteringen

De pulsvisserij wordt al een aantal jaren onderzocht. Wat weten we? In de pulsvisserij zijn de kettingen van de boomkor, die de bodem omwoelen om de platvis op te jagen, vervangen door elektroden die stroomstootjes afgeven, waardoor vissen anderhalve seconde verkrampen en niet meer kunnen wegzwemmen. In het net houdt de verkramping op en de kleine vissen kunnen vervolgens door de mazen ontsnappen.

Het pulstuig vangt meer tong en de brandstofkosten zijn lager dan in de traditionele boomkorvisserij. Tijdens het opvissen van het tongquotum wordt de zeebodem de helft minder verstoord en wordt er de helft minder CO2 uitgestoten. Ten slotte lijkt de overlevingskans van de ondermaatse platvis groter.

Al met al zijn er dus belangrijke verbeteringen ten opzichte van de traditionele boomkorvisserij. Aan de andere kant weten we dat verkramping tot botbreuken kan leiden. Dit is waargenomen bij kabeljauw en wijting, maar niet bij tong, schol en schar. Tijdens laboratoriumproeven met garnaal en zeepier zijn er geen schadelijke effecten gevonden.

Uit onderzoek naar de sociaaleconomische gevolgen blijkt dat de omschakeling voor de pulsvissers een belangrijke verbetering is geweest. Wat de effecten zijn voor andere vissers is niet onderzocht. Dat andere vissers, wanneer ze pulsschepen op hun visgronden zien verschijnen, benadeeld kunnen worden, is zeker mogelijk. Het lichtere pulstuig kan gebruikt worden in gebieden die met de traditionele boomkor moeilijk bevisbaar zijn. Vissers zijn elkaars concurrenten. Er zijn legio voorbeelden dat een nieuw en efficiënter vistuig het traditionele vistuig wegconcurreert.

Deze discussie is echter van alle tijden. Al in 1583 beklaagden vissers zich bij Willem van Oranje over een nieuwe vismethode (de boomkor) waarmee alle vis zou worden weggevist en het voedsel voor de vis vernietigd zou worden.

Overbevissing

De vrees dat de hogere vangstefficiëntie het risico op overbevissing in de tongvisserij vergroot is ongegrond, omdat de visserijinzet beperkt wordt door het beschikbare tongquotum. Voor de garnalenvisserij, waar de puls een veelbelovende innovatie is om de ongewenste bijvangst van vis te verminderen, is dit wel een zorg. De visserijdruk op garnalen wordt namelijk enkel begrensd door een vergunningstelsel.

Het onderzoek naar mogelijke negatieve effecten is nog in volle gang. In opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit werken onderzoekers van Wageningen Marine Research, Wageningen University & Research, het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en het Belgische Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (Ilvo) samen in een vierjarig onderzoeksprogramma, dat in 2019 de plussen en de minnen van de pulsvisserij in kaart moet brengen. De onderzoeksvragen zijn deels gebaseerd op zorgen van belanghebbenden (natuurorganisaties, vissers, buitenlandse overheden), al kunnen natuurlijk niet alle vragen bij het onderzoek worden betrokken.

Een van de uitdagingen is om een verklaring te vinden voor de verschillen in gevoeligheid tussen vissoorten. Als we het hierachter liggende mechanisme begrijpen, kunnen we de mogelijke effecten voor de levensgemeenschap voorspellen zonder iedere diersoort apart te onderzoeken.

Ook wordt onderzocht of de stroomstootjes de ecologische functies van bodemdieren beïnvloeden. Bodemdieren spelen een belangrijke rol in de zuurstofvoorziening van de zeebodem en de uitwisseling van voedingsstoffen tussen de zeebodem en het water. Naast dit onderzoeksprogramma voor de pulsvisserij op de Noordzee is er dit jaar ook een onderzoeksproject gestart dat zich richt op de garnalenpulsvisserij.

Tussenbalans

Als we nu de tussenbalans opmaken, wordt duidelijk dat het door Bloom geschetste beeld van een vismethode die het zeeleven elektrocuteert –dat heeft de besluitvorming in het Europarlement sterk beïnvloed– onjuist is. De pulstechniek kan juist een grote bijdrage leveren aan het verbeteren van de selectiviteit (minder ongewenste bijvangst) en het verminderen van de ecologische schade als gevolg van de visserij.

Het is te hopen dat in de komende politieke besluitvorming de wetenschappelijke informatie wel zal worden gebruikt.

De auteur, sinds 1980 visserijbioloog, is verbonden aan Wageningen University & Research. Dit artikel, dat eerder in het Friesch Dagblad verscheen, is tot stand gekomen op initiatief van de Waddenacademie. >>pulsefishing.eu

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer