Catharijneconvent toont ‘verloren’ schilderij ”Een stichtelijk uurtje in de Achterhoek”
Het schilderij ”Een dienst van afgescheidenen in de Achterhoek” hangt al tientallen jaren in Museum Catharijneconvent in Utrecht. Maar vorig jaar dook opeens het origineel op. Het museum kreeg het „bijna iconisch werk” in bruikleen.
Tanja Kootte, conservator voor het Nederlands protestantisme, is „ontzettend blij” met de aanwinst. Museum Catharijneconvent kreeg het werk onlangs officieel in bruikleen.
Het schilderij van Hendrik Valkenburg (1826-1896) kreeg meteen een prominente plek in de Catharinazaal, waar een aantal topstukken van het Utrechtse museum voor religieuze kunst het verhaal van 2000 jaar christendom vertelt.
De originele kist voor de documenten van de Statenvertaling (1637) is wat verplaatst om bezoekers een beter zicht te geven op het ruim 2 meter brede schilderij. Kootte wijst aan: een boerenwoning, waar een oefenaar in een lange preekjas de Schrift verklaart. Het licht valt op de opengeslagen Bijbel op een karnton. Een jong stelletje, een bejaarde vrouw: ze luisteren aandachtig naar de uitleg van het Woord. De oudere man in het midden –een Bijbel op zijn schoot– is waarschijnlijk de boer. Hij kijkt nog wat bedenkelijk.
„Sommige mensen dachten dat het schilderij verloren was gegaan”, zegt Kootte. „Zelf vermoedde ik dat het misschien verkocht was aan iemand in Amerika. Maar vorig jaar kregen we opeens een telefoontje van iemand uit Nederland: „Ik heb hier een schilderij waarvan jullie een naschildering in het museum hebben hangen.” Ik sprong een gat in de lucht.”
De eigenaar van het schilderij was familie van Godfried Hendrik Leonard, baron van Boetzelaer (1842-1914). Die had het schilderij van Valkenburg gekocht na de Wereldtentoonstelling van 1883 in Amsterdam. Daar was het werk te zien geweest – en had het een gouden medaille gekregen.
Museum Catharijneconvent kreeg het ”Stichtelijk uurtje in de Achterhoek” in bruikleen. Het schilderij is van hoge kwaliteit, aldus Kootte. „Een enthousiaste recensent van de Nieuwe Rotterdamse Courant noemde het in 1883 al een „meesterstuk.” Het is een iconisch werk: je vindt afbeeldingen ervan in bijna alle boeken over gereformeerden.”
In de negentiende eeuw had onvrede met de koers van de Nederlandse Hervormde Kerk geleid tot de zogenoemde Afscheiding (1834). In gereformeerde kringen gingen vaak oefenaars voor.
Kootte: „Valkenburg schilderde veel interieurs van het Twentse en Gooise boerenleven. Reizend op het platteland rondom Almelo en Enschede –Twente heette in de negentiende eeuw ook Achterhoek– had hij dergelijke vrome vergaderingen in boerenwoningen in werkelijkheid meegemaakt. Van zijn tochten op het boerenland maakte hij tussen 1859 en 1864 tekeningen in een schetsboekje, dat bewaard wordt in het Rijksmuseum in Amsterdam. Daar is ook een grotere tekening te vinden waarop zo’n voorganger is afgebeeld, al staat deze niet achter een idyllische karnton maar achter een klaptafel.”
Of het écht om een dienst van afgescheidenen gaat, is volgens Kootte niet met honderd procent zekerheid te zeggen. Maar waarschijnlijk is dat wel het geval. Ze wijst op de sierlijke letters op de achterzijde van het schilderij: ”Een stichtelijk uurtje in den Achterhoek”. „Die titel geeft niet echt uitsluitsel. Het is wel bekend dat de afgescheidenen ook in de Achterhoek aanhang hadden. Hoe het ook zij, het werk getuigt op een indrukwekkende wijze van de eenvoudige vroomheid die zo kenmerkend is voor de negentiende eeuw.”