Solidariteit en flexibiliteit gaan hand in hand bij pensioenhervorming
De sleutel tot een modern pensioenstelsel met meer draagvlak ligt in het creëren van grotere betrokkenheid van deelnemers bij hun pensioenoplossing. Maatwerk zou leidend moeten zijn, betogen Pascal Borsjé en Hans van Meerten.
Naar verwachting zal door voortschrijdende technologische en economische ontwikkelingen een substantieel deel van de basisschoolleerlingen uiteindelijk een baan krijgen die nu nog niet bestaat. Met daarbij een stijgende levensverwachting vraagt dit om een flexibele benadering van de economie, de arbeidsmarkt en het pensioenstelsel, waarbij het innoverende vermogen van de samenleving wordt gestimuleerd. Ons huidige pensioenstelsel dateert uit het midden van de 20e eeuw en is onvoldoende toegesneden op deze ontwikkelingen.
Ondoorzichtig
In de eerste pensioenpijler (het ouderdomspensioen dat door de overheid in de algemene ouderdomswet (AOW) is vastgelegd) stijgt de AOW-leeftijd ondertussen mee met een groeiende levensverwachting. Over hervormingen binnen de tweede pensioenpijler (de door de werkgever aangeboden pensioenregeling) van aanvullende pensioenen zijn de sociale partners in de Sociaal-Economische Raad (SER) het na jaren van overleg nog steeds niet eens. De doorsneeopbouw staat ter discussie en er wordt nagedacht over meer individueel geborgde pensioenaanspraken.
Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft aangegeven dat het nieuwe kabinet vooruitgang wil boeken met hervormingen. Het recente bericht dat het ministerie van SZW de afkoop van pensioenaanspraken gaat onderzoeken, lijkt een signaal te zijn dat het kabinet aankoerst op het mogelijk maken van meer flexibele pensioenoplossingen. Die moeten inspelen op de behoeftes van de individuele werknemers.
Het wordt tijd dat de impasse over de toekomst van het pensioenstelsel wordt doorbroken. Het huidige karakter van de uitkeringsovereenkomst in de tweede pensioenpijler is ondoorzichtig. Is er sprake van een verzekerings- of een spaarproduct? Kortingen zijn lastig te begrijpen voor de pensioendeelnemers. Om het vertrouwen in het pensioenstelsel te herwinnen, zullen er heldere keuzes moeten worden gemaakt. Verzekeringselementen en spaarelementen verdienen een heldere en onderscheiden behandeling. Daarmee wordt het stelsel transparanter.
Weerbaarheid
De sleutel tot een modern pensioenstelsel met meer draagvlak ligt naar onze mening in het creëren van grotere betrokkenheid van deelnemers bij hun pensioenoplossing. In een transparanter stelsel is het ook voor de pensioendeelnemer mogelijk meer inzicht in de pensioenproducten te verkrijgen. Vervolgens kan er ruimte worden gemaakt voor meer invloed van de deelnemer op de inrichting van het pensioenarrangement, met bijvoorbeeld keuzes voor duurzame beleggingen. Dit resulteert in meer maatwerk en een versterking van de weerbaarheid van de deelnemers in het licht van sociaaleconomische veranderingen. Het leidt ook tot een groter draagvlak voor de oplossingen voor de tweede pensioenpijler.
Binnen de Nederlandse pensioensector zijn bij uitstek de deskundigheid en ervaring aanwezig om deze vernieuwingsslag te faciliteren en passende pensioenproducten aan te bieden. Ook nieuwe IT-ontwikkelingen kunnen deze hervorming ondersteunen.
Zzp’ers
Als onderdeel van de pensioenhervorming zou ook over de huidige verplichte deelneming in (bedrijfstak)pensioenfondsen moeten worden nagedacht. Doordat de genoemde hervorming pensioenoplossingen beoogt die flexibeler en meer op het individu toegespitst zijn, neemt de financiële stabiliteit van het stelsel toe. Dan lijkt er ook geen noodzaak te zijn voor het handhaven van die verplichte deelneming, En dan zal de verplichtstelling dus vanuit Europees mededingingsrechtelijk perspectief waarschijnlijk niet langer te rechtvaardigen zijn.
Gezien het feit dat ook de groep zzp’ers groeit, zou dat juist aanleiding kunnen zijn om de stap te zetten naar de invoering van een algemene (basis)pensioenspaarplicht, vergelijkbaar met de verzekeringsplicht in het zorgverzekeringsstelsel. Bij de vormgeving van een algehele pensioenplicht zou ook naar de vermogenspositie van een werknemer en een zzp’er gekeken kunnen worden. Daarbij zou bijvoorbeeld vermogensopbouw in een eigen huis ook meegenomen kunnen worden bij het bepalen van de pensioen(spaar)-plicht en een passende fiscale faciliteit. Maatwerk zou leidend moeten zijn.
In het verlengde daarvan zou ook nader gekeken kunnen worden naar de doelstellingen van de collectiviteit van de AOW als volksverzekering. Zo hebben lageropgeleiden over het algemeen een lagere levensverwachting en nemen ze vaak eerder deel aan het arbeidsproces. Bovendien bouwen lageropgeleiden over het algemeen minder gemakkelijk vermogen op. Dat zou een reden kunnen zijn om voor deze groep de AOW-leeftijd minder snel te laten stijgen.
Meer maatwerk in de collectieve voorzieningen zou in overeenstemming zijn met de grotere verantwoordelijkheid die van de individuele werknemers wordt verwacht ten aanzien van hun pensioen. Solidariteit en flexibiliteit gaan dan hand in hand.
Pascal Borsjé is advocaat en fiscalist bij Clifford Chance LLP. Hans van Meerten is hoogleraar Europees pensioenrecht aan de Universiteit Utrecht en partner bij Westerbrink.