Veelzijdige aanval op theïstische evolutie
De discussie over schepping en evolutie is een brandpunt waar veel wetenschapsterreinen samenkomen. In Amerika heeft de bekende filosoof J. P. Moreland het voortouw genomen om het probleem van allerlei kanten te benaderen. Het resultaat is een indrukwekkend boek van ruim duizend pagina’s, waaraan 25 internationaal bekende geleerden hebben meegewerkt.
De samenstellers hebben drie invalshoeken gekozen: de natuurwetenschappelijke, de filosofische en de theologische. Op basis van hun onderzoek is de conclusie: de evolutietheorie (een gemeenschappelijke afstamming en de Darwinistische mechanismen) is niet aangetoond en zelfs onwaarschijnlijk. Bovendien is die theorie in veel opzichten in strijd met het christelijk geloof. De schrijvers vinden het daarom belangrijk de theïstische evolutie te bestrijden, namelijk de opvatting dat God gebruik gemaakt heeft van evolutie om levende wezens te laten ontstaan. De bundel is gericht tegen aanhangers van BioLogos en auteurs als Denis Lamoureux, John Walton en Denis Alexander, zonder hun christen zijn in twijfel te trekken.
Voordat de lezer denkt dat hier „creationisten” aan het werk zijn, is het goed te weten dat in dit boek geen enkele creationist (in de gebruikelijk betekenis) aan het woord komt of geciteerd wordt. De meeste auteurs behoren tot de Intelligent Design (ID)-beweging, een groep die zich richt op het aantonen van „ontwerp” in de natuur, maar daarbij meestal in het midden laat wie de Ontwerper is. Zowel christenen als niet-christenen spannen zich in dit verband in om het huidige naturalisme in de wetenschap te bestrijden.
In deze bundel laten velen zich positief uit over het christelijke geloof en is ook de hulp ingeroepen van filosofen en theologen. In dat opzicht is deze bundel opmerkelijk. De ID-beweging laat steeds meer van zich horen en geeft ook onafhankelijk van creationistische organisaties forse kritiek op bepaalde vooronderstellingen in de gangbare reconstructies van de oorsprong van het leven. Bepaalde zaken, zoals de dood van dieren voor de val en de leeftijd van de aarde, blijven echter buiten beschouwing. In mijn boek ”Oorspronkelijk” heb ik aandacht gevraagd voor deze stroming, en de verschijning van dit standaardwerk onderstreept de verdiende aandacht des te meer.
Orthodoxe geloofsleer
Wayne Grudem is de redacteur van het theologische gedeelte. Hij beschrijft dat theïstische evolutie twaalf gebeurtenissen in de Bijbelse schepping en elf belangrijke christelijke leerstellingen ondermijnt. Deze theorie tast de algehele betrouwbaarheid van de Bijbel aan. Nadat het Oude en Nieuwe Testament behandeld zijn, volgt de geloofsleer. Gregg R. Allison schrijft hier dat de theïstische evolutie in strijd is met de bedoeling van de Geloofsbelijdenis van Nicea, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Westminster Confessie. In Nederland stelt prof. dr. G. van den Brink dat de orthodoxe geloofsleer op slechts drie punten aangepast hoeft te worden, maar de genoemde auteurs zullen het daar niet mee eens zijn. Ze zien veel meer problemen.
Wie zich wil oriënteren op de laatste stand van zaken in het genetische onderzoek en naar de studie van de aardlagen, kan goed terecht in het eerste deel van dit boek. De hoofdstukken zijn soms een beetje technisch, maar ze maken helder dat de Darwinistische voorstelling van zaken inmiddels onhoudbaar is. Wie meer wil weten over de opvattingen van de dogmaticus B. B. Warfield en de christelijke apologeet C. S. Lewis kan ook in dit boek terecht.
Grafdelvers
In de afdeling filosofie is hoofdstuk 21 van belang. Moreland noemt zijn bijdrage: ”Hoe theïstische evolutie het christendom ongeloofwaardig maakt en christenen berooft van de overtuiging dat de Bijbel een bron van kennis is”. De auteur licht deze forse beschuldiging toe met te wijzen op de aard van onze kennis. Hij beschouwt theïstisch evolutiedenken als een knieval voor een bepaalde vorm van wetenschap. Het gevolg is dat de aanhangers ervan functioneren als grafdelvers voor de kerk. Dat komt omdat zij de naturalistische wetenschapsbeoefening erkennen en de uitleg van de Bijbel steeds weer aanpassen. Tevens is Gods werk in de schepping niet meer te herkennen, omdat de genoemde wetenschap God niet erkent. Het komt hierop neer: „Theïstische evolutie is intellectueel pacifisme, dat de mensen in slaap sust, terwijl de barbaren voor de poort staan”, gereed om de stad te veroveren.
Volgens Moreland is er veel meer aan de hand dan alleen de uitleg van bepaalde Bijbelteksten. De status van het Bijbelse, theologische en ethische onderwijs is in het geding. De aanvaarding van theïstische evolutie is volgens de auteur een belangrijke bijdrage aan de secularisatie van de cultuur. Het is waar dat de aanhangers het goed bedoelen en enige struikelblokken voor christenen willen wegnemen. Dit kan op korte termijn enige wetenschappers helpen, maar de gevolgen op lange termijn zijn ronduit negatief. De reden is dat het vertrouwen in de Bijbel en de uitleg ervan verdampt, want die moet steeds weer aangepast worden. De aanvaarding van de naturalistische kennisleer leidt tot de verplaatsing van de kerk naar de rand van de samenleving.
Moreland gaat verder in op wonderen en de betekenis van de ziel. Wanneer de kerk zich laat gezeggen door de natuurwetenschap –die God per definitie buitensluit– zullen nog heel wat leerstellingen volgen.
Deze omvangrijke en veelzijdige bundel zal in de komende tijd ongetwijfeld voor heel wat discussie zorgen.