Rodekool voor een skelter
„Rodekool? Daarbij denken veel mensen aan een potje uit de supermarkt”, zegt Judith Hotting (51) uit Slootdorp. Zelf weet ze beter. Zij en haar man verbouwen de koolsoort inmiddels ruim twintig jaar. „We zijn ermee begonnen toen onze vier kinderen nog klein waren. Ze wilden iets hebben om te sparen voor een skelter. Ze maakten een kraampje om de kolen bij de weg te kunnen verkopen. Voor 50 cent per stuk gingen ze van de hand. Ze hadden twee jaar nodig; toen hadden ze het geld voor de skelter binnen.”
Dat het kolen werden, is volgens Judith Hotting niet zo vreemd. „We wonen hier in Noord-Holland echt in de kolenstreek. De grond is er hier prima voor geschikt. Richting Enkhuizen vind je veel bloemkool, meer richting Alkmaar veel wittekool.”
Zelf verbouwen ze behalve kool ook bloembollen, winterwortels, uien, tarwe en aardappelen. „De opbrengst is elk jaar wisselend, dus dan het is handig om het risico te spreiden.”
De kolen die van het land van de familie Hotting komen zijn groot. „Ze worden door handelaren gekocht en gaan vaak naar het buitenland. In Nederland willen mensen vaak kleine kolen, omdat ze niet goed weten wat ze met zo’n grote rodekool moeten. Ik zeg dan: koken en invriezen. Ideaal! Ook voor rodekoolstamppot is zo’n grote kool ideaal.”
Hoewel de kolen groot zijn, is het plantje waaruit de kool groeit maar heel klein. Judith Hotting: „Elk voorjaar denk ik: Hoe kan er uit zo’n miezerig plantje zo’n enorme kool groeien? Zeker in droge periodes hangt het plantje helemaal slap. Dat komt niet meer goed, denk ik dan. Maar dan begint het te regenen en zie je de plant bijna groeien. In het begin van de zomer ontdek je dan toch weer de eerste kolen.”
Het van het land halen van de kool is zwaar werk. „Het gebeurt helemaal met de hand. Ik heb het weleens geprobeerd, maar het was te pittig. Je zit op je knieën in het land, met een regenbroek aan om je te beschermen. Je moet de kolen lossnijden en op de band leggen.”
Normaal gesproken oogst de familie Hotting rodekool rond september. De kolen staan nu echter nog op het land. Dat heeft volgens Judith Hotting een oorzaak. „In de nazomer heeft het veel geregend. Veel land liep onder water. Toen moesten boeren de rodekolen gauw binnenhalen, om schade aan het gewas te voorkomen. Omdat er opeens veel kolen op de markt kwamen, is de prijs voor kool nu heel laag. Zo laag zelfs dat het ons meer kost om de groente van het land te halen dan dat de verkoop oplevert.
De keus om niet te oogsten voelt heel verkeerd, omdat je weet dat er mensen elders in de wereld sterven van de honger. Maar het is momenteel onze realiteit. En we hopen de kool op een later tijdstip alsnog te kunnen binnenhalen.”