Column (Wim van Egdom): Villament
Nooit geweten dat een naampje zo’n verschil kan maken. Het gaat dan over m’n woning. M’n flatje, zoals velen het achteloos noemen. Vierhoog in de stad. Met een balkon en een balkonnetje. Prima, maar een huizenliefhebber zal er geen meter voor omrijden.
Over prijzen hebben we het dan maar niet. Ik droomde bij tijden dat de Amsterdamse huizengekte ook voor mijn woonplaats gold. Maar een korte surftocht langs lokale huizensites deed me ruw ontwaken. Amper prijsstijgingen.
Maar toen las ik op internet die advertentie voor een nieuw appartementengebouw in Zutphen. De makelaar kondigde de nieuwbouw aan van ”villamenten”. Even goed naar dat woord kijken en niet te snel doorlezen. Want hier hebben we het dus heel duidelijk niet over een flatje, niet over een appartement en zelfs niet over een topappartement of penthouse. Hier praten we over een heel andere categorie stapelwoningen.
Ik proefde het woord steeds opnieuw op m’n tong. En keek ineens met heel andere ogen naar m’n eigen woning. Want waarom zou dit geen villament kunnen zijn? En wat zijn eigenlijk de voorwaarden waaronder je een flat een villament mag noemen? De benaming appartement is inmiddels volledig ingeburgerd. Zelfs de meest verwaarloosde galerijflats worden tegenwoordig aangeduid als appartement. Of zelfs, als ze op de hoogste etage zijn gelegen, als topappartement. Zo mag ik mijn flat trouwens ook noemen omdat die alleen nog het dak boven zich moet dulden maar geen bewoners.
Even wegen: appartement, topappartement, villament. Het is me volkomen helder. Ik bewoon sinds enkele minuten geen flat, geen appartement, geen topappartement maar een heus villament. Zeer goed geïsoleerd –zowel wat betreft energie als geluid–, recentelijk geheel gerenoveerd, uiterst centraal gelegen, op loopafstand van alle voorzieningen, in de directe nabijheid van een groot treinstation, nabij belangrijke uitvalswegen, met een ruim balkon op de zuidzijde en een intiem balkon op de noordzijde, met moderne keuken voorzien van alle inbouwapparatuur enzovoort, enzovoort.
Ik zak onderuit en kijk nog eens rond. Zonder dat er een verhuiswagen aan te pas komt, woon ik ineens op stand. Nu alleen nog de aanduiding op de gevel veranderd zien te krijgen via de bewonersvereniging. Want dit is geen gewoon ”Appartementencomplex”, maar een chique ”Villamentenstaete”.