Bevinding
Psalm 77:10
„Heeft God vergeten genadig te zijn? Heeft Hij Zijn barmhartigheden door toorn toegesloten? Sela.”
Duisternis kan u zo omringen dat de dierbaarheid van een belovend God en de zondaarsliefde van de lijdende Jezus uw ziel niet kunnen verootmoedigen. Er is dan geen gebed, voor uzelf niet, noch voor uw naasten. Misschien kunt u niet eens merken wat God aan uw ziel gedaan heeft. Zo treurig is het soms gesteld met het kind des lichts als hij wandelt in de duisternis (Jesaja 50).
Wanneer u het licht des Heeren mist en de duisternis zich van uw ziel heeft meester gemaakt, dan kunt u dikwijls ook niet zien dat de Heere u door wegen van beproeving wil oefenen. Toch zullen die u ten goede moeten meewerken. U zult bij bevinding moeten leren dat er onderscheid is in genade. Het is wat anders bij ondervinding van genade te leven en weer iets anders om genade in zijn leven te erkennen. Het is voor de ziel soms nuttiger door de donkerheid geoefend te worden dan in het licht van Gods vertroostende genade te wandelen, omdat u daardoor de Heere meer in Zijn onpeilbare goedertierenheid en Zijn eeuwige zondaarsliefde in Christus leert kennen.
U die het zo met God en Zijn eeuwig genadeverbond, bevestigd door het dierbare bloed van de Heere Jezus, eens bent geworden, zult door bevinding moeten leren dat er in het geheel geen kracht in u is, opdat u al uw sterkte bij God zoekt.
Jacobus Koelman, predikant te Sluis (”Preek over Psalm 77:20 en 21”, 1673)