„Bij uitvaart wordt het leven omarmd”
Een kerkelijk format is vaak niet langer leidend voor een uitvaart; steeds vaker creëren mensen zelf rituelen die zin en betekenis geven aan de dood. Daarbij wordt vooral het leven omarmd, stelt Brenda Mathijssen (28), die woensdagmiddag promoveert aan de Radboud Universiteit.
Filmpjes, powerpoints, speeches, muziek en gebak zijn vandaag de dag niet meer ongewoon bij een uitvaart. „Als een religieuze traditie niet langer betekenis heeft voor mensen, moeten zij zelf op zoek naar vormen”, legt Mathijssen uit. „Vaak halen ze daarvoor inspiratie uit het leven van de overledene. Centraal komt te staan wat hij heeft betekend en hoe zijn leven blijvend waarde kan hebben.”
Zonder dat ze het zich bewust zijn, raken ze vertrouwd met allerlei vormen, zegt de promovenda. Neem applaudisseren. „Misschien vreemd op het eerste gezicht, maar je zag het al bij Pim Fortuyn, en ook bij de rouwstoet met MH17-slachtoffers.”
Bij uitvaarten wordt volgens Mathijssen het leven omarmd. Als voorbeeld noemt ze een sterfgeval van een man die „van het leven genoot en van boksen hield. Hij lag met zijn hawaïshirt en bokshandschoenen in de kist. Daar kun je van alles van vinden, maar het benadrukt wie hij was.”
Foto’s, filmpjes en gebak. Proberen mensen daarmee de realiteit van de dood niet weg te stoppen?
„Dat denk ik niet, want mensen zijn zich er heel bewust van dat iemand er niet meer is. Over hun overlijden bestaat geen misverstand. Het gaat om de manier waarop ze daarmee omgaan.”
Niet iedereen wil veel aandacht voor het individu, stelt u. Als ook religieuze tradities zijn weggevallen, wat doe je dan op een uitvaart?
„Dan zie je dat mensen iets persoonlijks tot een groter thema verheffen. Zo was ik bij een uitvaart van een jonge man die grote liefde had voor motors. Tijdens de plechtigheid stond er een motor voor in de kerk. De voorganger maakte van dat symbool een groter verhaal; sprak over de motor van de samenleving, over wat het leven draaiende houdt. Zo sloeg hij een brug van het individuele naar het symbolische en sociale.”
Op welke manier ervaren mensen door dit soort rituelen zingeving aan de dood?
„Ze kunnen de overledene zo waardigheid geven, of iemands dromen waarmaken. In mijn onderzoek volgde ik de familie van een sportieve man, die graag zwom. Dat kon hij niet meer toen hij kanker kreeg. Na zijn dood strooide zijn zus de as uit over een meer in Italië, zodat hij kon ‘zwemmen’ in het meer. Daarmee gaf zij hem zijn waardigheid terug. Dat hij niet echt zwemt, is niet relevant. Het gaat om de handeling die een bepaalde betekenis heeft en op het moment dat die uitgevoerd wordt, voor waar wordt aangenomen.”
In hoeverre veranderen kerkelijke uitvaarten?
„Rooms-katholieken zitten vooral vast aan een traditioneel format: zij kunnen elementen daaruit moeilijk vervangen door een populair muziekstuk.
Bij protestanten –ik deed onderzoek in de PKN– is de vormgeving meer beschrijvend dan verplichtend. Je ziet bij hen meer een vertaalslag in de vorm van een in memoriam voorafgaand aan de dienst, zoals ook aan het begin van veel niet-kerkelijke uitvaarten. De dienst staat verder in het licht van dat persoonlijke verhaal. Er is bijvoorbeeld een Bijbellezing die past bij wie iemand was en er worden liederen gezongen die de overledene mooi vond. Ook in de religieuze setting komt het individu dus meer centraal te staan.”
U stelt dat nabestaanden voorstellingen van het hiernamaals opnieuw uitvinden. Hoe krijgen die vorm?
„Zo’n voorstelling is niet alleen iets mentaals, mensen praktiseren die ook. Ze drukken beelden –zoals de hemel– uit zonder dat precies duidelijk is wat die betekenen, om inhoud te geven aan het mysterie van de dood. Zo’n beeld wordt gerelateerd aan de overleden persoon en zijn leven. Denk aan mensen die de as uitstrooien in het bos, zodat hun geliefde daar kan doorwandelen.”
Welke verschillen ziet u tussen rituelen bij een begrafenis en crematie?
„Dat zit ’m vooral in het afscheid. Een begrafenis loopt af na de graflegging, terwijl een crematie eindigt met het afscheid in de aula. Dat is een groot verschil: of je de overledene naar zijn laatste bestemming leidt, of hem achterlaat in de aula. Niet iedereen vindt dat laatste fijn.
Uniek voor Nederland is –je ziet dat nergens anders– dat de nabestaanden steeds vaker meegaan naar de crematieruimte. Daar zijn ze getuige van de invoering, dus dat de kist de oven in gaat. Dat komt overeen met graflegging.
Bij een crematie moet de as later nog een bestemming krijgen. Een beslissing daarover is niet altijd eenvoudig: die brengt veel mogelijkheden én onzekerheden met zich mee. In mijn onderzoek sprak ik een familie die de as van moeder over de kinderen wilden verdelen. Iedereen had een object gekozen voor de as, maar toen die vol zaten was er nog as over. Wat doe je daarmee? Je kunt het niet zomaar in de vuilnisbak gooien.”
Helpen rituelen bij de verwerking van een verlies?
„Ja, nabestaanden geven de overledene zo een nieuwe plaats in hun leven. Bijvoorbeeld door iemands favoriete stoel te laten staan in de woonkamer. Dat helpt je te leren leven met het verlies, omdat een dierbare die er niet meer is zo een plaats krijgt in het leven van nabestaanden.”
Wat trekt u aan om hier onderzoek naar te doen?
„Ik vind het interessant dat rituelen rondom de dood laten zien wat mensen belangrijk vinden in het leven. Ook zeggen ze iets over hoe de samenleving denkt over leven en dood en hoe de rol van religie is veranderd. Ik heb ontdekt dat dit thema over meer gaat dan de dood; het gaat vooral over het leven.”
„Soms fricties in kerk”
Ook in christelijke kring veranderen uitvaarten, merkt P. H. van der Leer, begrafenisondernemer in Rhenen. „De familie heeft vaker een eigen inbreng, bijvoorbeeld in de keuze van de preektekst of de psalmen tijdens de uitvaartdienst. Soms leggen familieleden het deksel op de kist.”
Enerzijds waardeert hij de veranderingen positief. „Vroeger stond de overledene als het ware achter gesloten deuren. Nu toont de familie meer betrokkenheid.”
Anderzijds heeft hij bedenkingen. „Veranderingen gaan soms best ver. Dan dicteert de familie wat een predikant moet zeggen: niets dan goeds over de overledene. Dat kan tot fricties leiden.” Vaker dan voorheen worden bloemen op de kist gelegd.