Kerk & religie

Babybijbel moet zintuigen prikkelen

Een jongerenbijbel, een kinderbijbel, een kleuterbijbel: voor alle leeftijdsgroepen zijn er Bijbels. Maar voor baby’s had je er nog geen. Corien Oranje en Marieke ten Berge maakten er één.

Reinald Molenaar
23 June 2017 19:41Gewijzigd op 21 February 2023 14:03
Corien Oranje. beeld Inge Salomons
Corien Oranje. beeld Inge Salomons

Schrijfster Corien Oranje moet meteen wat rechtzetten als ze het rijtje doelgroepbijbels –met daaraan toegevoegd nog de mannen- en vrouwenbijbel– hoort opgesomd worden. „Dit is wat anders dan een doelgroepbijbel, de Babybijbel bevat maar zeven verhalen.”

Het idee voor een Babybijbel ontstond bij uitgeverij Jongbloed, vertelt Oranje. Ze was meteen enthousiast. „Er zijn zo veel prentenboeken voor baby’s van een paar maanden en je begint als ouders al heel vroeg aan Nijntje. Bidden en zingen doe je ook vrijwel meteen, maar met Bijbellezen wachten ouders meestal. Dat hoeft helemaal niet.”

Daarom maakte ze met illustrator Marieke ten Berge een hippe vierkante Babybijbel met dikke kartonnen bladzijden. De illustraties zijn bewust in zwart-wit en vrij eenvoudig van vorm, zodat een baby ze goed kan zien. De teksten zijn kort en na elk verhaal heeft Oranje een liedje geschreven op een bekende melodie.

„Kijk eens, de lucht. Dat is mooi. Zie je de zon? Lekker warm. Pffff! Voel je de wind? De wind blaast.” Zo begint het scheppingsverhaal. Oranje: „De teksten zijn sterk op de zintuigen gericht. Baby’s zijn dat ook. Ze voelen, ze kijken en ze horen. Wat ik wil duidelijk maken, is dat alles wat je voelt, de zon, de wind, het gras onder je voeten, van God komt.”

U koos zeven verhalen uit voor de Babybijbel. Was het moeilijk kiezen?

„Ik heb er veel meer geschreven. Maar sommige verhalen zijn te heftig voor baby’s. Denk bijvoorbeeld aan Mozes in het biezen mandje. Waar is mama nou? Dat wordt te eng voor een klein kind. Net als de opstanding, met een huilende Maria. Waarom huilt Maria zo? Het Nederlands Bijbelgenootschap las mee en zei: „Dat moet je niet doen in zo’n Bijbel.””

Uiteindelijk kozen de makers voor verhalen over de schepping, de roeping van Abraham, de geboorte van Jezus, Jezus Die de kinderen zegent, de Goede Herder, Jezus stilt de storm en voor het hoofdstuk ”Maak muziek voor de Heer”.

U heeft zelf vier zoons. Heeft u een Babybijbel gemist toen zij klein waren?

„Nee, maar ik ging hen wel heel vroeg voorlezen.”

U bent een succesvol kinderboekenschrijfster. Was het moeilijk om nu voor baby’s te schrijven?

Lachend: „Als ik voor een bepaalde leeftijd moet schrijven, schiet ik vanzelf in die stand. Deze Bijbel kun je trouwens ook nog gebruiken als het kind een paar jaar oud is, als het dat leuk vindt. Ik las pas een recensie van een moeder met een baby en twee oudere kinderen die er ook enthousiast over waren.

Je praat in korte zinnetjes tegen baby’s. Zo praat je ook vaak tegen wat oudere kinderen. Voor publicatie hebben verschillende moeders de teksten getest. Ze vertelden me wat er werkte en wat niet. Daarmee ging ik dan vervolgens weer aan de slag. Verder keek er nog een orthopedagoog mee of alles op het juiste niveau was.”

Het Nederlands Bijbelgenootschap kondigde de Babybijbel aan als een Bijbel voor „hippe ouders.” Wat voor ouders had u als schrijver in gedachten?

„Een heel brede groep: ouders die het belangrijk vinden om hun kind uit een kinderbijbel voor te lezen.

Illustrator Marieke ten Berge heeft goed oog voor wat trendy is en weet dat hippe ouders niet van beertjes en tuttige babydingetjes houden, maar bewust voor stijl kiezen. Dit boek misstaat dan ook zeker niet op een eigentijdse babykamer.”

Heeft u ook aan reformatorische ouders gedacht bij het maken van dit boek?

„Niet speciaal. Laat ik het zo zeggen: Ik sta misschien wat vrijer in mijn geloofsbeleving dan reformatorische ouders, maar ik heb niemand willen afschrikken met mijn woordkeus of iets dergelijks. Eerbied staat ook bij mij voorop. Tegelijk wilde ik vanuit en voor het kind schrijven.

Wat ik vooral wil met de Babybijbel is Gods liefde en Zijn nabijheid overbrengen. Dat vind je in alle verhalen terug, als het goed is. Daarbij hebben papa en mama een belangrijke plaats, want zij zijn de identificatiefiguren die God dichter bij een kind brengen.”

”De goede Herder”

„O, maar waar is klein schaapje nou?

Klein schaapje is er niet!

Klein schaapje is weg!

Wat doet de herder?

De herder gaat op weg.

In het donker. In de kou.

Klein schaapje, klein schaapje. Waar ben je toch?

Waar ben je, klein schaapje?

Heb je je verstopt?

Kiekeboe!

Daar ben je!

Ach, had je het koud?

Wat het zo donker?

Was het zo eng?

Kom maar gauw in mijn armen.

Bij mij ben je veilig.

Ik breng je naar huis.

Dicht bij Jezus ben je veilig.

Hij laat je niet vallen.

Hij houdt je vast.

Hij draagt je naar huis.

Dicht bij Jezus blijven, klein schaapje.”

(Uit: Babybijbel, Corien Oranje en Marieke ten Berge; uitg. Jongbloed, Heerenveen, 2017; ISBN 978 9065 394286; 46 blz.; € 16,95.)

Meer over
Kinderbijbels

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer