Column (Wim van Egdom): Vriendschap onder Nederlanders
Terwijl ik op mijn vakantieadres iedere Nederlander zorgvuldig ontloop, zijn er anderen die iedere landgenoot het liefst direct in hun vriendenkring opnemen. Het was bij het ontbijt in een groot Spaans hotel dat ik de geboorte van zo’n nationalistische vriendschap meemaakte.

Het stel dat aan een tafeltje naast me zat te ontbijten, had duidelijk iets meer van het hotel verwacht. De ober werd beleefd gevraagd om koffie. Maar hij verwees, keurig maar zonder er woorden aan vuil te maken, naar een automaat bij het buffet. Zelfbediening. Ook de broodjes, de boter en de kaas moesten zelf gehaald worden en na een klein halfuurtje zaten man en vrouw eindelijk wat pruilerig, maar in alle rust te eten. Tot een ander echtpaar hun tafeltje naderde en het etende stel enthousiast begon te begroeten. Ze kwamen blijkbaar uit dezelfde woonplaats. Eerst leek het etende echtpaar niet zo gecharmeerd van de kennismaking. Ze bleven stug doorhappen, terwijl de vrouw van het voorbijkomende stel niet uitgepraat raakte over van alles en nog wat.
„Voor jullie ook de eerste keer hier? O, ja, voor ons ook. Wij gingen altijd naar Turkije, maar nu met die rare Erdogan. Toch? Nee hoor, ik zeg tegen m’n man: Daar gaan we niet meer naartoe, dat is klaar.”
„Maar ja, wat dan, hè? Want ik moet wel een hotel hebben waar ik een beetje uit de weg kan. Een jaar geleden heb ik namelijk een nieuwe knie gekregen, twee jaar geleden een nieuwe heup en m’n enkels willen ook vaak niet zoals ik wil.”
Er viel een stilte en nog steeds werd het bezoekende echtpaar door het etende stel niet aan tafel genodigd om samen de uiterst prille vriendschap te verstevigen.
En dus kwamen er nog meer medische details. Haar ogen waren gelaserd en die van haar man ook, en hij had daarbij ook nog twee piepkleine gehoorapparaatjes. Ze wees ze aan, zoals je de nieuwe halsband van een hond laat zien. „Kijk, zijn ze niet mooi?”
En toen kwam de uitnodiging om even te gaan zitten toch nog.
„Nou nee, we willen jullie niet tot last zijn, hoor”, zei de vrouw van de nieuwe knie, terwijl ze zich snel op een stoel liet zakken en haar man zo ongeveer beval hetzelfde te doen.
Mijn ontbijt zat er, na nog twee extra kopjes koffie om te rekken, echt op, zodat ik het vervolg van het gesprek moest missen. Maar het is allemaal prima verlopen, want ’s avonds zaten beide echtparen aan één tafeltje te dineren. Vakantievrienden.