De Brug tussen Cambodja en Nederland
Cambodja kende veertig jaar geleden een genocide die een kwart van het aantal inwoners het leven kostte. In vier verhalen maken we de balans op. Vandaag het slot. Over ontwikkelingsorganisatie De Brug en de Cambodjaanse poot Spie-en.
Ze is 43 jaar oud en heeft aids; haar dochter van 14 heeft die ziekte niet gekregen, haar jongste kind, een meisje van 4, wel, via de borstvoeding. Toch straalt ze en weet ze zich gedragen door haar dorpsomgeving. Wonderen gebeuren in Cambodja vooral op zeer kleine schaal.
Zelf kreeg de vrouw de hivbesmetting door een verkeerd infuus. Borstvoeding wordt afgeraden, de kans op het doorgeven van aids is 50 procent. „Maar flesvoeding is geen prettig alternatief. Vuil glas en slecht water zorgen ook voor kindersterfte”, zegt de Cambodjaanse arts Suy Lim Sun. Hij praat met de vrouw en haar buren in dit kleine dorp in de provincie Kompong Cham.
Het is heel bijzonder dat deze vrouw te midden van de mensen woont; veel aidspatiënten worden verstoten en kunnen ook geen werk vinden. De vraag is of ze een nieuw huisje moet krijgen. Ze krijgt al rijst en medicijnen. Medicijnen zijn duur en je moet ze trouw innemen. Reden waarom toch nog veel mensen echt overlijden aan aids, die als epidemie tot 2010 Cambodja teisterde.
Er zijn nog twee gezinnen kandidaat voor een nieuw huisje. Een blinde man en zijn vrouw en een stel met kinderen. De hutjes waarin ze nu wonen, zijn gemaakt van plastic, palmbladwanden en bamboescheuten; elke windvlaag legt ze plat.
Een nieuw huisje kost 1500 euro. Ze staan op betonnen palen die 2 meter boven de grond uit steken. Daarop komt een vloer van stevig bamboe en houten wanden. Elk huis is voorzien van een waterfilter en goede afvoer. Het dorp bepaalt wie waar een huisje krijgt en bouwt het ook, al is standaardbouw met een aannemer momenteel vaker gebruik.
Sun is 64 jaar, maar oogt jong en is bijna speels. Hij is arts in ruste en bestuurslid van Spie-en. Dat betekent De Brug en is de Cambodjaanse poot van de stichting die in Nederland geld ophaalt voor talloze projecten in een land dat ondanks een barbaarse genocide de vriendelijkste mensen van Zuidoost-Azië kent. Vietnamezen zijn gehaaider, Thai trotser en Laotianen zijn binnenvetters, zegt de volksmond hier.
Sun heeft een apotheek in Prey Chhor en werkte tot voor kort in het regionale ziekenhuisje in dat lange lintdorp aan de grote weg. Er is een tandartspost met een gedateerde, maar niet horrorachtige inrichting, er worden bevallingen gedaan en vaccins klaargemaakt, die in koelboxen achter op brommers door vrijwilligers naar de afgelegen dorpjes worden gebracht. De streekkliniek telt een stuk of tien bedden. Een man met maagontstekingen ligt op een stretcher, zijn vrouw houdt een infuus vast. Een oma kauwt op het bed ernaast heeft rode tanden van het kauwen op beetwortelblad.
Toewijding
De Brug bestaat deze maand 25 jaar. Oprichter Diny van Bruggen, een Nederlandse kinderarts die jarenlang in de regio werkte, is er niet meer. Ze overleed acht jaar geleden aan kanker. Maar in honderden huisjes, hutjes en kantoren in Cambodja hangt haar portret. „Als er ooit een protestantse Moeder Teresa zou worden gekozen, was zij het”, zegt een Nederlandse geldschieter van De Brug.
”Dokter Diny” was een fenomeen; niet alleen omdat ze vloeiend Khmer-met-een-Gronings-accent sprak en met haar totale toewijding, kritische gedram, bloemetjesjurken en platte schoenen complete ambtenarenkorpsen platwalste, maar ook omdat ze zelf leerde van haar werk. Dat boeddhisme, ze gruwde ervan, maar Nederlanders zouden best wel geduld en onthechting mogen leren van Cambodjanen. Het komt tot uiting in De Brug. In Cambodja wordt hulp verleend aan iedereen, geloof speelt geen rol. Zelfs binnen bestuur en staf zijn boeddhisten aan het werk.
Directeur ds. Heang Koy is christen, maar professor Nguon Phan, die aan de wieg stond van De Brug, bleef altijd boeddhist. Hij is nu 72 en woont met zijn vrouw in een nieuw huis in een buitenwijk van de Cambodjaanse hoofdstad Phnom-Penh. Hij gaf Frans en Duits en woonde zelfs jaren in Oost-Berlijn. Nu kijkt hij het nieuws op tv en zegt: „Ach, zo’n Trump, dat gaat ook weer voorbij.”
In het hoofdkantoor van Spie-en, ergens in het westen van de kolkende hoofdstad Phnom-Penh, gaan wonen, werken en vergaderen samen. Het grote pand kent een enorme glazen pui, daarachter brengen ventilatoren verkoeling. Links en rechts wonen kinderen van Koy, boven zijn de gastenkamers. Beja en Frits Weitkamp, zestigers uit Hardenberg, die Diny moesten opvolgen, bivakkeerden maanden op twee kamers. Het is gelukt het gapend gat dat ontstond na het verlies van Diny goed op te vullen. De donaties zijn op peil en de projecten lopen grotendeels als een trein.
Dat is bijzonder, om twee redenen: meestal raken organisaties na het overlijden van een grote voortrekker stuurloos en in Cambodja, waar corruptie aan de bomen groeit, blijft doorgaans veel ontwikkelingsgeld aan strijkstokken hangen. Bij De Brug gebeurde dat niet. Desondanks zijn de verhoudingen met de overheden en de zakenwereld goed. De Brug gunt wel opdrachten, maar betaalt geen commissie of steekpenningen. De politici krijgen alleen de eer.
Vier karig betaalde krachten zijn er, allen Nederlander, en de Cambodjaanse vrijwilligers doen het voor niets. Ze dragen allen een iets te dik blauw shirt, met op de rug een nog door Diny geschreven Khmertekst, uit 1 Korinthe 13. „Juist dat kinderlijke handschrift over de liefde roept hier veel verbazing en gesprek op”, zegt Koy.
Spie-en werkt zakelijk. Projecten gaan pas door als er een goed plan op lokaal vlak is gemaakt en dat is goedgekeurd door het bestuur. Er wordt zoveel mogelijk in tranches gewerkt; als een deel van het werk naar tevredenheid is gerealiseerd, komt er geld voor het volgende deel. Steeds vaker komt er geld terug uit de projecten. Vooral microkredieten renderen. Een jongeman van 19 kreeg een beroepsopleiding en 500 euro voor een brommer. Nu heeft hij een kar met een mobiele reparatiewerkplaats en geen schulden. De enorme irrigatieprojecten gaan tegenwoordig van start als de boeren toezeggen een derde van de investeringen terug te betalen, uit de opbrengsten van de extra rijstoogsten, groente en fruit.
Beja Weitkamp: „Er is in al die jaren veel veranderd. Maar de hulp is nog steeds heel hard nodig. Er zijn nog steeds dakloze gezinnen, mensen die geen schoon drinkwater hebben of genoeg te eten. Onze hulpverlening is erop gebaseerd om de mensen uiteindelijk zelfstandig te maken en onszelf dus overbodig.”
Dorpjes
Een van de grote projecten van Spie-en is een irrigatiecomplex in het district Bati, bij het dorpje Sam Rong. De bebrilde zestiger Soeurn is hoofd van de commune. Na een periode vol angst eind jaren zeventig, zette hij in de tijd waarin de Vietnamezen de Rode Khmer verdreven hadden, maar hun marionetten overal neerzetten, voor een aantal dorpen basisvoorzieningen op touw. Dat maakte hem populair. Hij kon ook als een van de weinigen goed lezen, schrijven en rapporteren.
Vanaf het midden van de jaren tachtig is hij onophoudelijk herkozen als communeleider. Zijn dorpen zien er inderdaad verzorgd uit. De wegen zijn schoon, de elektriciteitskabels zijn strakgespannen en zitten hoog aan de palen, waar ze elders soms slapjes net boven de weg hangen. Er zijn veel nieuwe huisjes, op palen van beton of hardhout. Er zijn scholen en er is een medische basiskliniek. Met de waterhuishouding lijkt het wel alsof alle projectvormen die De Brug hanteert hier bij elkaar komen.
Er moet wel een prijs voor worden betaald. Soeurn is lid van de CPP, de Cambodian People’s Party, de regeringspartij van premier Hun Sen. Hij moet ook de campagne leiden voor de gemeenteraadsverkiezingen, op 18 juli. Een uitnodiging om in Nederland het zilveren jubileum van De Brug te komen vieren, moest hij op bevel van de gouverneur afslaan. Hij laat de brief zien, met een gebaar van ”ik kan niet anders”.
In 2003 werd hier een dubbel waterreservoir aangelegd, gescheiden door een dijkje, 40 bij 100 meter. Niemand minder dan premier Hun Sen, al ruim dertig jaar de grote man in Cambodja, kwam in 2004 juist dit project openen. Grote netten geven aan dat hier veel vis zit, heel welkom als extra voedsel en handelswaar op de markt. In de regentijd komt het water uit de grond en vanuit de heuvels rond de berg Sraing. Het staat in het reservoir dan wel 4 meter hoog. Jongetjes zwemmen erin, alsof het een gemeentebad is. Bijna 700 boerenfamilies uit negen dorpen verbouwen nu meer en vaker rijst, doordat er een extra oogst kan plaatsvinden. Daarnaast wordt er onder plastic en gewoon in natte grond groente verbouwd: komkommers, aubergines en soorten die in Nederland minder bekend zijn, zoals ”morning glory”.
Via onwaarschijnlijk smalle dijkjes rijden we naar een kruispunt. Daar staat een stel dorpelingen al op ons te wachten, met komkommers en bananen als welkomstgeschenk. Het gaat om ouderen, die heel goed weten hoe de situatie hier vroeger was. De oudste, Kim Now, is over de tachtig. Hij draagt een metalen ziekenfondsbrilletje en oogt met zijn lange, magere gestalte wel wat als de Indiase vrijheidsactivist Gandhi.
Wat Kim Now het meest bijbleef van de jaren van Pol Pot en de oorlogen daarvoor en daarna, was de honger. „Als kind tijdens de Franse koloniale periode hadden we nooit honger en was er vrede in het land.” Kim Now zag op zijn oude dag hoe zijn dorp tot enige welstand kwam, na decennia waarin een misoogst ook meteen echte nood betekende. Hij is blij met De Brug. „Wat mij betreft mogen er hier nog veel meer mensen uit Nederland komen.”
School
Hun Neng is de oudere broer van premier Hun Sen. Hij was gouverneur van de provincie Kompong Cham en vanaf de verkiezingen van 2013 prominent parlementslid van de Cambodian People’s Party (CPP). In januari 2017 knipte Hun Neng binnen een week twee keer het lint door bij belangrijke projecten van De Brug.
Het eerste was een groot irrigatiewerk bij O Som, in het district Stung Trang. Het omvat een dijk van 500 meter, een grote sluis en een kanaal van 4 kilometer. Het stuwmeer van 25 hectare, waarin ook nog eens 2000 kilo vis is uitgezet, geeft een extra rijstoogst aan 9000 mensen. Het project van 170.000 euro werd betaald door stichting Pharus.
Het tweede project betrof de nieuwbouw van een school in O Mlu. Het vroegere houten gebouwtje is nu een stenen school met zes lokalen plus waterfilters. Dit project werd gefinancierd door SSCR in samenwerking met Wilde Ganzen. Het arbeidsloon is betaald door de gouverneur van Kompong Cham. Voor iedere leerling was er een pakket leermiddelen, inclusief Engelstalige boekjes van stichting Biblionef.
Hun Neng: „Dit gebied was dertig jaar geleden nog één groot bos, vrijwel onbewoond en onbebouwd. Nu hebben veel grote dorpen een school. Dat is belangrijk; onderwijs is een belangrijke component van de ontwikkeling in een samenleving. Vraag het maar aan de ouders; die maakten Pol Pot nog mee. Scholen, huizen en daarna werk en groei, dat is precies wat De Brug zo goed doet.”
De Brug in getallen
Stichting De Brug (Spie-en in het Khmer) bestaat in mei 2017 een kwart eeuw. De Brug tussen Nederland en Cambodja is ook genoemd naar kinderarts en oprichter Diny van Bruggen (1945-2009). Frits en Beja Weitkamp uit Hardenberg voeren de directie. In Cambodja is een staf van drie betaalde medewerkers en werken ruim honderd vrijwilligers.
Spie-en/De Brug werkt in de provincies Kompong Cham en Takeo, ten noorden en ten zuiden van de Cambodjaanse hoofdstad Phnom-Penh. De projecten bedienen een veelvoud aan dorpjes in ruim honderd communes in negen districten; het werkgebied is ongeveer twee keer zo groot als de Nederlandse provincie Utrecht.
Met grote en kleine donateurs kan er jaarlijks zo’n acht ton worden uitgegeven aan (de bouw van) scholen, huizen, bruggen, waterputten, irrigatie, hulp aan armen, aidspatiënten en wezen, microkredieten en beroepsopleidingen. Tot en met 2016 zijn er 138 scholen gebouwd, 14 gezondheidscentra, 974 woonhuizen, 571 waterputten, 112 bruggen, 36 wegen, 134 irrigatiewerken en 9 waterreservoirs, vijvers en kleine stuwmeertjes. De laatste drie jaar werden ruim zesduizend waterfilters uitgegeven.
Congres en boek
In AFAS Leusden is er morgen een congres over Cambodja. Daar wordt een film gepresenteerd van jonge christelijke documentairemakers van Living Image over het werk van stichting De Brug. Ook verschijnt er een boek met de titel ”Een zaak van vertrouwen. 25 jaar stichting De Brug Cambodja en Nederland”.