Christenen in China: Xi trekt de touwtjes aan
„Iemand zei eens over China: De Heere moet er een bedoeling mee hebben gehad om zo veel mensen van één ras te scheppen”, zegt een christen in het grote Aziatische land. „Wie hun taal beheerst, kan veel mensen bereiken.” Een luid kwetterende taxichauffeuse wordt opeens stil als hij haar de boodschap van het Evangelie brengt.
Contacten onderweg; het zaad wordt gestrooid. Voorzichtigheid is echter geboden, want evangeliseren is illegaal en het regime van president Xi Jinping trekt de touwtjes aan. Maar soms hebben de christenen het ook wel een beetje aan zichzelf te danken als de overheid hen de voet dwarszet, zeggen kenners van de situatie.
China is het land met het hoogste aantal inwoners ter wereld: 1,4 miljard. Dat is bijna 20 procent van de wereldbevolking. Han-Chinezen vormen veruit de grootste groep: 93 procent van de Chinese bevolking. Daarmee is het verreweg het grootste volk op aarde. „China zal dan ook niet snel desintegreren, zoals de Sovjet-Unie na de val van het IJzeren Gordijn”, zegt een inwoner van het land. Het Chinese volk blíjft ook het grootste: naar verwachting streeft India China over zeven jaar in inwonertal voorbij, maar de bevolking van India is in tal van stammen verdeeld.
Vervolging
Voor de christenen in China brak er een moeilijke periode aan toen de communisten in 1949 de macht overnamen en de door hen gecontroleerde Drie-Zelfkerk als enige toestonden. Chinezen die buiten deze kerk in huisgemeenten bijeenkwamen, werden vervolgd.
Het optreden van de overheid was niet in elke periode even streng, en verschilde ook van plaats tot plaats. Illegaal zijn de huisgemeenten echter nog steeds. Naar schatting telt de ondergrondse kerk momenteel ruim 80 miljoen leden, en daarmee is ze groter dan de communistische partij.
„Vijfentwintig jaar geleden werd je overal afgeluisterd; er heerste veel angst”, zegt de informant. „Het beleid is daarna versoepeld, al blijft voorzichtigheid geboden. Bij alle communicatie via telefoon, e-mail of andere media moet je ervan uitgaan dat die gecontroleerd wordt. Sommige mensen proberen daarom met codes te werken, maar dat wekt alleen maar argwaan. Als je in dat land woont, weet je wel wat je wel en niet moet zeggen. Daar raak je geroutineerd in, al moet je elkaar steeds bij de les houden.
De huisgemeenten zijn ook niet echt geheim. Als een groep elke week op dezelfde tijd op dezelfde plaats samenkomt, houd je dat niet verborgen. Het wordt toegelaten zolang je je aan regels houdt en geen overlast veroorzaakt.”
Scholen
Steeds meer gemeenten stichten een school. „Daarvoor wordt geen toestemming gevraagd, want die krijgen we nooit”, zegt een vader uit een van de huisgemeenten. „De schooltjes worden vaak gedoogd, maar het kan ook zomaar gebeuren dat de overheid ze opeens sluit.”
De situatie verschilt van plaats tot plaats. Sommige christelijke scholen zijn in zes jaar tijd wel acht keer verhuisd, omdat ze steeds illegaal worden verklaard. „Maar de leerkrachten zijn niet bang, ook al komen er opeens tientallen overheidsfunctionarissen het gebouw binnen. Als de school dicht moet, gaan de lessen vaak de volgende dag alweer verder, soms verspreid over meerdere locaties.” Er zijn leerkrachten die er een gevangenisstraf voor overhadden. In China mag iemand vijftien dagen zonder aanklacht worden vastgezet.
Toenemende druk
Tal van christenen zijn om hun geloof gearresteerd, officieel vanwege „staatsondermijnende activiteiten.” Sinds Xi Jinping in 2013 president werd, is het voor christenen in China nog moeilijker geworden. Het staatshoofd probeert de greep van de communistische partij op het volk te versterken.
„Sinds de Culturele Revolutie –toen de Rode Gardisten met toestemming van de wrede Mao Zedong als briesende leeuwen rondgingen in China– is er niet zo veel bezorgdheid geweest over de bedreiging van de huisgemeenten als vandaag”, schreef een organisatie die in het land actief is vorig jaar. De regering is kennelijk nerveus geworden door berichtgeving over de gestadige groei van het christendom in het land.
De regering gaat nog meer controle uitoefenen op religie, meldde Open Doors –een organisatie die opkomt voor vervolgde christenen– begin september, toen er bij het Chinese parlement amendementen werden ingediend die richtlijnen geven over religieus onderwijs, welke religieuze organisaties toegestaan zijn en welke activiteiten ze mogen ontplooien.
Wie een ruimte beschikbaar stelt aan een huisgemeente, zal met een hoge boete worden gestraft. In sommige provincies wordt het ziekenhuispastoraat van voorgangers uit de huisgemeenten bemoeilijkt.
Volgens de nieuwe regels, die op 1 januari van kracht werden, wordt deelname aan conferenties en andere activiteiten in het buitenland illegaal verklaard. Voor buitenlandse organisaties wordt het steeds moeilijker hun projecten in China voort te zetten.
Onverstandig optreden
Dat de overheid de touwtjes aanhaalt, komt volgens sommige christenen ook door onverstandig optreden van hun geloofsgenoten. „Buitenlandse christenen in Hongkong zijn erg actief in de democratiseringsbeweging. Dat plaatst het christendom in een kwaad daglicht. We moeten de overheid gehoorzamen waar mogelijk, zodat we niet onnodig problemen veroorzaken. Bij het streven naar democratisering zijn ook kanttekeningen te plaatsen: ik begrijp die heel goed, maar democratie kan ook verkeerd uitpakken. De macht van de meerderheid is alleen goed als die niet het kwaad kiest.”
Over de maatregelen tegen christenen zegt een anonieme christen in China: „Er wordt veel ruchtbaarheid gegeven aan het verwijderen van kruisen van kerkgebouwen, maar die kruisen vind ik niet zo belangrijk. Het gaat erom dat de christenen bij elkaar kunnen komen in kerkdiensten. Het verwijderen van kruisen gebeurde overigens slechts in één bepaalde regio. Het is een provincie waar de christelijke minderheid groot is en bovendien veel geld heeft, waardoor ze grote, opzichtige kerken bouwt. Dat roept reacties van de overheid op.”
Ook een andere Chinese christen wijst erop dat maatregelen kunnen worden uitgelokt: „Het weghalen van kruisen gebeurt bij kerken die zich niet aan hun bouwvergunning houden. Dát lees je niet in de media.”
Moeilijkheden
Een zegsman in een van China’s grote steden behoort tot een huisgemeente die wel 2000 leden telt. ’s Zondags komen ze op meer dan twintig verschillende locaties bij elkaar, soms in een huiskamer. Westerlingen zijn er niet welkom. „We willen geen moeilijkheden.”
De diensten, voor zover bij de overheid bekend, worden gedoogd. „Maar als ze onze kerken gaan sluiten, zullen we in kleine groepen bijeenkomen.”
Enkele jaren geleden nam de plaatselijke predikant het initiatief tot het stichten van een school. De huisgemeente heeft daarbij al veel moeilijkheden moeten overwinnen. „Er werd veel geld gestoken in het renoveren van het gebouw. Weggegooid geld, zo bleek achteraf, want na twee jaar werd de huur opgezegd. En vind zo gauw maar eens ander onderdak voor tachtig leerlingen, en dat in een stad waar de prijzen van onroerend goed torenhoog zijn.”
Ook het vinden van geschikt personeel is lastig: veel christelijke scholen zijn nieuw en er zijn onvoldoende christenen te vinden die een onderwijzersopleiding voltooid hebben. „Daarnaast is de selectie van lesmateriaal is een probleem. Om maar te zwijgen over alle verschillende ideeën die er onder ouders leven.”
Moeilijkheden te over. De China-organisaties zoeken daarin voorzichtig hun weg, zodat ze hun steun aan de vaak jonge en slecht toegeruste huisgemeenten kunnen voortzetten.
Dit is het derde deel in een serie over scholen in China waarvoor het christelijk onderwijs in Nederland geld inzamelt. De actie is georganiseerd door de Werkgroep Vrijheid van Onderwijs 1917-2017. >>rd.nl/onderwijsvrijheid voor meer foto’s.
Zondagmorgen in de Drie-Zelfkerk
Zondagmorgen. Peking ontwaakt. De zon komt op, maar is slechts wazig zichtbaar achter de vieze smoglaag die over de hoofdstad van China hangt.
Bezoek aan een huisgemeente is onder de huidige omstandigheden te gevaarlijk, daarom woon ik een dienst bij in de door de overheid erkende Drie-Zelfkerk, als enige westerling in een menigte van 800 à 1000 mensen.
Een westerling valt niet alleen door zijn uiterlijk op, maar ook door zijn lengte. Dat leidde in de lift van een hotel in een Zuid-Chinese stad tot een lachsalvo toen drie Chinezen met gebaren duidelijk maakten dat ze bij die lange Nederlander nog niet eens tot schouderhoogte kwamen.
De rit naar de kerk voert dwars door het chaotische verkeer waar geen Chinees vreemd van opkijkt. Linksaf slaan is hier hetzelfde als: zo snel mogelijk een kruispunt schuin oversteken, veel toeteren en niemand voorrang geven.
De kerk zit vol, net als het bijgebouw ernaast, waar de dienst via een scherm te volgen is. Voor buitenlanders is er Engelse vertaling via een koptelefoon. De preek gaat over Martha en Maria. Veel bidden en veel werken, daardoor verbetert een christen zijn relatie met God, zegt de voorganger. „Dat is geen boodschap waarbij wij ons thuisvoelen”, zegt een Chinese christen. „Maar ook in onze huisgemeenten hoor je soms preken die niet naar Gods Woord zijn. Daarom is het zo belangrijk dat we uit het buitenland literatuur ontvangen die uitgaat van het gereformeerde gedachtegoed.”
Zendelingen
Er is wel verondersteld dat in de Bijbel naar het Chinese volk wordt verwezen in Jesaja 49:12 („Zie, dezen zullen van verre komen; (…) uit het land van Sinim”).
Christenen zijn er in China sinds zendelingen van de nestorianen –die leerden dat Christus als twee personen bestond: de man Jezus en de heilige Zoon van God– rond 780 toestemming kregen een klooster te bouwen. De zendingsactiviteiten duurden echter nog geen zestig jaar.
Rond 1300 trokken franciscaner monniken naar China. Ze kregen veel invloed; een Vlaamse priester werd tegen het jaar 1700 zelfs minister.
De roomse missionarissen –onderling verdeeld over de vraag hoeveel heidense elementen er gehandhaafd mochten blijven– werden in 1716 het land uitgezet. In 1807 kwam de eerste protestantse zendeling, Robert Morrison (1782-1834). Hij publiceerde in 1823 de eerste complete Chinese Bijbelvertaling.
Een bekende zendeling was James Hudson Taylor (1832-1905), een Brit die 51 jaar in China werkte en de China Inland Mission oprichtte.
Nadien trokken nog vele honderden zendelingen naar het Aziatische land. Tegelijk nam de onderlinge variatie toe en kreeg een deel van de kerken een remonstrantse inslag.