Beroepsonderwijs: haal klooster in klas
Studenten in het beroepsonderwijs hebben baat bij principes uit het kloosterleven, betoogt prof. dr. Bram de Muynck.
De verinnerlijking van waarden is in het onderwijs een belangrijke opdracht. Maar makkelijk is dat niet. Om die verinnerlijking te concretiseren, is het klooster een goed voorbeeld. Ik kom op die gedachte vanwege de kloostersfeer van het Hoornbeeck College in Amersfoort. De geest van bezinning die een klooster kenmerkt, past bij het lectoraatswerk.
Discipline
De Engelse geestelijke John Henry Newman (1801-1890) zou iemand met verinnerlijkte waarden een ”gentleman” noemen. Dat is niet iemand die zich zomaar netjes gedraagt, maar iemand wiens uiterlijk in harmonie is met zijn innerlijk. Zijn goede gedrag is niet alleen maar een zaak van uiterlijke beschaving. Het is een christelijke gedachte om niet aan de oppervlakte te blijven steken.
Een gentleman herken je dan ook niet in de eerste plaats aan zijn uiterlijk, zijn nette, aangepaste kleding, maar aan zijn houding. Newman: „Een gentleman is iemand die geen pijn veroorzaakt. Iemand die zorgt dat mensen zich niet opgelaten voelen. Hij zorgt ervoor dat hij geen schokken en krassen aanbrengt in de ziel van wie hij tegen komt. Hij gaat voorzichtig om met verlegen mensen, is aardig voor afstandelijke mensen en genadig voor de dwaze. In conversatie is hij zelden dominant.”
In deze definitie gaat het vooral om nederigheid. We leven niet voor onszelf, maar zoeken het goede voor de ander. Dat contrasteert met de assertiviteit die nodig is in de wereld.
De gestalte van Christus weerspiegelen ligt buiten onze eigen macht. Als daar al iets van training bij komt kijken, gaat het om zelfdiscipline. Een belijder van Christus moet leren om zichzelf te verloochenen en zijn vlees te kruisigen.
Een tweede inzicht van Newman is dat algemene vorming ten grondslag ligt aan professionele vorming. Persoonsvorming is belangrijker dan hoe je bent opgeleid. Newman zet zich af tegen het nuttigheidsdenken. Wijsheid is duurzamer. Het nuttige is niet altijd goed, maar het goede is wel altijd nuttig. Het kan nuttig lijken om heel veel geld te verdienen, maar het zou kunnen zijn dat je daar een geestelijk arm mens van wordt. Maar als je wijs wordt in het geven van goede oordelen over wat er in je bedrijf of in de samenleving gebeurt, zal dit altijd nuttig zijn.
In de derde plaats is er voor verinnerlijking een leergemeenschap nodig. Een belangrijk kenmerk is de aanwezigheid van de leraar. In de Oxfordcolleges waar Newman werkte, woonden de docenten en de studenten in hetzelfde gebouw en leefden ze met elkaar.
Contrastgemeenschap
De rol van de docent is groot; als een gids begeleidt hij het leerproces. Omdat jongeren in het beroepsonderwijs niet makkelijk eigen alternatieven aandragen om te exploreren, heeft de docent een belangrijke taak. Studenten moeten niet alleen leren om de meesterproef af te leggen, maar ook kritisch argumenteren en redeneren. Het is goed als zij training krijgen om met medeburgers te praten over allerhande onderwerpen.
Door samen te leven in de leergemeenschap verinnerlijk je ook nog iets anders: het evenwicht tussen lichaam en geest. In het klooster is er aandacht voor lezen, bidden, mediteren en niet te vergeten het getijdegezang. Maar daarnaast is er de praktische arbeid. In de liturgie wordt eerst de lof gezongen en daarna ga je aan het werk.
Als we deze basisstructuur op het beroepsonderwijs toepassen, realiseren we ons dat we net als het klooster een cultuurkritisch karakter hebben: er is geen ruimte voor de smartphone die tijdens het zingen al in de zak trilt. De school is zo een contrastgemeenschap. Er moeten momenten zijn zonder digitale hulpmiddelen. Studenten moeten leren dat je niet onderworpen bent aan de macht van de techniek. Voor de ingang van de kapel gaan de smartphones in de kluis. Dat is alleen realistisch met voldoende discipline.
Die discipline is volgens Newman een van de belangrijkste dingen bij de vorming van christelijke karakters. Als je discipline leert, weet je dat het innerlijk belangrijker is dan het uiterlijk.
Geen zelfbescherming
Ik ben me ervan bewust dat er iets gevaarlijks zit in mijn redenering. We moeten toch juist naar buiten?
In gesprek gaan met andersdenkenden?
Dat is terecht. Het beste beroepsonderwijs van Nederland mag zich niet terugtrekken. Ik zou het Hoornbeeck College dan ook de ”Oxford voor praktijkmensen” willen noemen.
Verinnerlijking van waarden vindt niet plaats vanuit het defensief of vanuit een minderwaardigheidsgevoel, maar omdat de bron waaruit christenen leven zo rijk is. We zijn niet uit op zelfbescherming, maar op het doen van het goede aan ieder. Zoals de apostel Petrus zegt: „En houdt uw wandel eerlijk onder de heidenen; opdat (…) zij uit de goede werken die zij in u zien, God verheerlijken mogen in den dag der bezoeking” (1 Petrus 5:12).
De auteur is lector bij Driestar educatief en bijzonder hoogleraar christelijke pedagogiek aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Dit artikel is een beknopte weergave van zijn reactie op de lectorale rede van drs. N. van Steensel. Het lectoraat ”Vorming vanuit de bron” van het Hoornbeeck College gaat onderzoek verrichten naar verinnerlijking van waarden bij (v)mbo-jongeren.