Dick van Hemmen: Van burgemeester naar preses
Veertien jaar stond Dick van Hemmen (66) aan het roer van de gemeente Nunspeet. In mei zwaaide hij af. „Ik ben geen zedenmeester, maar benoem wel problemen.”
Hamvraag aan een gepensioneerde burgemeester is natuurlijk: viel hij in het beruchte gat? „Zeker niet”, lacht de boomlange Van Hemmen aan de keukentafel in Nunspeet.
Daags nadat hij afscheid nam als burgemeester werd Van Hemmen preses (voorzitter) van de kerkenraad van de Protestantse Gemeente Nunspeet (Driestwegkerk). „Er zijn raakvlakken tussen het werk van burgemeester en van kerkenraadslid. In beide functies voer je veel gesprekken en leid je vergaderingen. Groot verschil is dat een kerkelijke gemeente bestaat uit vrijwilligers. Dus ben je als preses afhankelijk van de bereidheid van mensen om zich bijvoorbeeld beschikbaar te stellen als koster of kerkrentmeester. Het echte verschil is natuurlijk dat het in de kerk gaat om het Woord van God.”
Zelf komt Van Hemmen voort uit de Gereformeerde Kerken. „Ik sta in een traditie waarin ARP werd gestemd, Trouw werd gelezen en naar de NCRV werd geluisterd. Ik houd vast aan zaken als doop, belijdenis, de kruisiging en wederopstanding van Jezus.”
Brand
Na zijn pensionering, zegt Van Hemmen, realiseerde hij zich pas eigenlijk goed dat er op hem als burgemeester altijd een zekere druk lag. „Ik kon altijd worden gebeld. Na een verkeers- of bedrijfsongeval, een brand, een zelfdoding. Nu die druk weg is, voelt dat als een verlichting.”
Soms begint het nog te kriebelen. „Onlangs was Nunspeet in het nieuws vanwege een ontvoering op klaarlichte dag. Die voltrok zich op een paar honderd meter afstand van ons huis. Een raar verhaal. Dan merk ik bij mezelf meteen een professionele interesse. Hoe pakt de politie dit op? Maar ik waak ervoor me dan weer op te werpen als burgemeester. De volle verantwoordelijkheid voor de handhaving van de openbare orde ligt bij mijn opvolger, Breunis van der Weerd.”
Voor een burgemeester wordt de rol van burgervader steeds belangrijker, denkt Van Hemmen. „Gekscherend zeg ik weleens: Ik was er bij rouw en trouw. Dus ik bezocht nabestaanden van een slachtoffer van een ongeval én mensen die hun huwelijksjubileum vierden. Ik wilde er voor iedereen zijn. Of zijn nou christen zijn of moslim, gelovig of ongelovig.”
In het deels orthodox-christelijke Nunspeet vond de voormalige burgemeester het belangrijk zich „in te leven in de leef- en denkwereld” van burgers. „Als mensen om geloofsredenen hun kinderen niet willen laten inenten, probeer ik me te verdiepen in hun motieven. Mijn mening is dan niet relevant. Ik paste me aan aan de taal binnen diverse leefgemeenschappen. Tijdens een intrededienst in de Gereformeerde Gemeenten zal ik geen moderne dichtregel van theoloog Huub Oosterhuis citeren. „Huub Oosterhuis?” zouden ze kunnen vragen. „Wie is dat?””
Alcohol
Hij wilde „geen zedenmeester” zijn, maar deinsde er niet voor terug „problemen te benoemen.” „Zo sprak ik mijn verbazing uit over het feit dat in christelijke kring soms lichtvaardig over alcoholgebruik wordt gepraat.
Pijnlijk vind ik nog altijd dat tijdens een jaarwisseling in Elspeet een sloopboerderijtje in brand werd gestoken. In die gemeenschap worden dan de rijen gesloten en zullen burgers de politie niet gauw helpen de daders op te sporen.”
Toch is CDA’er Van Hemmen, voorheen gedeputeerde in Flevoland, vooral verguld met de Veluwse volksaard. „Ik ben trots op Nunspeet. Mensen zien naar elkaar om, de arbeidsmoraal is hoog. In Almere kwam ik vaak mensen tegen met de borst vooruit, die groots en meeslepend kunnen praten. Veluwnaren hebben een ingebakken bescheidenheid, terwijl ze intussen goed presteren.”
serie Terugblik
Dit is het derde deel van een serie interviews over ingrijpende of opvallende veranderingen in het leven van mensen in het afgelopen jaar.