VU gaat imams extra scholing bieden
Het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) en de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) willen samen aanvullend onderwijs voor imams in Nederland ontwikkelen. De VU maakte dat onlangs bekend.
Het gaat om aanvullende scholing voor zittende en aankomende imams, die aansluit bij hun kennis en vaardigheden en ook bij hun functie binnen de islamitische geloofsgemeenschappen. Het aanbod zou kunnen bestaan uit scholing in maatschappelijke vraagstukken, geschiedenis en cultuur en taaltraining.
Tijdens een bijeenkomst in februari gaven de imams zelf aan dat ze extra onderwijs willen, zegt prof. Wim Janse, decaan van de faculteit godgeleerdheid van de VU.
Van het starten van een nieuwe opleiding binnen de VU is momenteel geen sprake, benadrukt hij. „Samen willen we in kaart brengen waar behoefte aan is en hoe we kunnen aansluiten bij wat er al voorhanden is aan scholingsmogelijkheden in Nederland. Dit plan gaan we laten groeien – van onderaf.” Er is twee jaar uitgetrokken voor het ontwikkelen van een onderwijsaanbod.
De uitdaging is, zegt Janse, om aan te sluiten bij de traditionele opleidingen die imams genoten hebben. Binnen de islam krijgen kinderen van oudsher godsdienstonderwijs vanaf een jaar of vijf, zes – een soort catechisatie. Iemand die volwaardig imam wil worden, doorloopt dan vervolgopleidingen tot voorganger, eventueel ook op academisch niveau. Het gaat dan al snel om een traject van twaalf jaar.
Theo van Gogh
Binnen de opleiding religiewetenschappen biedt de VU al een bachelortraject islam. Daarnaast zijn er een masteropleiding islamitische theologie, een masteropleiding islamitische geestelijke verzorging en een postmaster voor moskee-imams. Deze postmaster is een ambtsopleiding op academisch niveau, zoals de VU die ook verzorgt voor onder meer boeddhisten, hindoes en oosters-orthodoxen. Om de ambtsopleiding te mogen volgen, is een masterdiploma nodig. Het aantal moslimtheologen dat na het behalen van een masterdiploma doorstroomt naar de moskee-imamopleiding is echter gering. Sinds 2005 huisvest de VU het Centrum voor Islamitische Theologie (CIT), een wetenschappelijk expertisecentrum dat zich op allerlei manieren bezighoudt met de plaats en functie van de islam in Nederland en Europa.
Mede als reactie op de moord op Theo van Gogh in 2004 stimuleerde de overheid ruim tien jaar geleden door middel van subsidies de oprichting van opleidingen voor ”polderimams”. Door een opleiding aan Nederlandse instellingen zou de volgende generatie islamitische geestelijken beter geïntegreerd zijn en ook zouden moskeebesturen geen imams uit het buitenland hoeven halen. Hogeschool Inholland zette een imamopleiding op, de Universiteit Leiden een opleiding islamitische theologie, de VU investeerde onder meer in het Centrum voor Islamitische Theologie.
Al in 2012 besloot Inholland de opleiding af te bouwen omdat er te weinig studenten op afkwamen, waardoor de opleiding relatief duur was. De Universiteit Leiden nam dat besluit in 2013 om vergelijkbare redenen. Waarom denkt de VU dat de perspectieven nu beter zijn? Janse: „Tien jaar geleden was het proces te zeer top-down georganiseerd. Dan heeft het veld het gevoel dat er een politieke agenda uitgevoerd wordt. Nu komt de vraag op vanuit het veld en is er sprake van vertrouwen. Bij het gesprek in februari waren zo’n tachtig imams uit de breedte van de samenleving aanwezig en ongeveer twintig moskeebestuurders die graag met ons wilden praten.”