Kerk & religie

Nederlandse kerk in Sint-Petersburg kende roerige geschiedenis

Volgend jaar is het 300 jaar geleden dat de voormalige Nederlands hervormde kerk in de Russische stad Sint-Petersburg werd opgericht. De gemeente en haar voorgangers kenden een roerig verleden.

Maurits C. J. Wielenga
20 December 2016 06:24Gewijzigd op 16 November 2020 09:23

In 1717 werd de Nederlands hervormde kerk in Sint-Petersburg geïnstitueerd. De gemeente bestond voornamelijk uit Nederlandse kooplieden en ondernemers. Aanvankelijk waren het bont- en pelshandelaren en kooplieden in hout en graan. Aan het einde van negentiende eeuw vestigden zich in de stad ook de zogenaamde ”rusluie”, inwoners van Vriezenveen.

Het Twentse dorp Vriezenveen is van oudsher bekend om zijn textielindustrie. Door de malaise in deze bedrijfstak trokken in de achttiende eeuw veel Vriezenveners als marskramer naar Oost-Europa. Velen van hen kwamen in Sint-Petersburg terecht. In de nieuwe stad was behoefte aan hun koopwaar. Er ontstond een flinke Vriezenveense kolonie in Sint-Petersburg. De Vriezenveners in Rusland werden ”rusluie” genoemd.

Niet alleen kooplieden, maar ook artsen, scheepsbouwers en zeelieden wisten de weg naar de Russische stad te vinden. Dankzij de geloofsvrijheid konden de nieuwkomers hun eigen kerkgemeenschappen stichten: lutheranen, gereformeerden en ook Franse protestanten.

Sommige kooplieden keerden na verloop van tijd terug naar hun vaderland. Als ze gefortuneerd waren, lieten ze in hun geboorteplaats fraaie villa’s bouwen. Anderen bleven generatieslang in Sint-Petersburg. Toen in 1917 de Russische Revolutie uitbrak was het gedaan met de voorspoed. De meeste rusluie kwamen berooid terug naar Vriezenveen.

Een aantal kooplieden trouwde met Russische vrouwen, waardoor je de merkwaardige combinaties kreeg van Russische voornamen en Nederlandse achternamen, zoals bijvoorbeeld Fjodor van der Vliet.

Peter de Grote

Toen tsaar Peter de Grote in 1703 de naar hem genoemde stad stichtte, kwamen daar veel Nederlanders op af. Bouwlieden en handelaren in textiel, wol en graan deden er goede zaken. Ze bewoonden prestigieuze huizen en hadden personeel voor de huishouding.

Onder leiding van de Nederlandse viceadmiraal Cornelis Cruys werd er een houten kapel opgericht. De kerkdiensten werden regelmatig bezocht door tsaar Peter de Grote. Toen de kerk te klein was, werd in 1834 een nieuwe pand gebouwd aan de brede Nevski Prospekt. Het ontwerp was van architect P. P. Jacot.

De nieuwe kerk kreeg een Korintische portico met een hoog reliëf in het timpaan. De kerkruimte bood plaats aan ruim 400 kerkgangers. Veel leden kwamen op zondag met hun koetsjes naar de Nevski Prospekt. Vaak hadden ze moeite nog een parkeerplek te vinden.

De Nederlands hervormde kerk in Sint-Petersburg was overigens meer dan een bedehuis. In de vleugels van de kerk waren winkels te vinden van onder meer Feite, die in wijn en gedistilleerd handelde, Ten Cate, die vermaard was om zijn sigaren, en Scheefhals, die dames-, heren- en kinderkleding verkocht. Ook de Nederlandse Bank voor Russische handel had een kantoor in de kerk.

Familiearchieven geven een aardige kijk op het reilen en zeilen van de Nederlandse gemeente. Onder keizerin Catharina de Grote (1762-1796) bloeide de kerk als nooit tevoren. Door het huwelijk van Willem Frederik van Oranje met de Russische grootvorstin Anna Paulowna kreeg de voorganger van de Nederlandse Gemeente in Sint-Petersburg incidenteel hooggeplaatste kerkgangers onder zijn gehoor. Ook koning Willem III bezocht af en toe met zijn zonen de kerkdiensten.

Na de Revolutie van 1917 viel de gemeente uiteen. Het imposante gebouw aan de Nevski Prospekt sloot in 1920 de deuren. Zeven jaar later werd het ingericht als bibliotheek.

Vrijzinnigheid

De eerste predikant van de gemeente werd Hermanus Grube. Hij verhuisde in 1717 van Amsterdam naar Sint-Petersburg. De diensten werden toen nog gehouden in de luthers-Duitse gemeente. Zijn traktement was bescheiden: 200 roebel, plus 30 roebel knechtengeld en een huurtoeslag van 100 roebel. Daar moest hij het mee doen.

Beter verging het dominee Hendrikus Gillot, een Groninger die vanuit Zierikzee in 1872 het beroep naar Sint-Petersburg aannam. Hij had een wedde van 5000 roebel. In zijn ambtsperiode bloeide de Nederlandse kerk als nooit tevoren. Toch ontstonden er ook problemen. De samenwerking met de Duitstalige lutherse gemeente verslechterde. Die gemeente wilde voortaan Duitstalige diensten beleggen. Dat stuitte op weerstand bij de Nederlandstalige handelaren. Ze hielden stand, anders was de Nederlandse kerk mogelijk een onderafdeling van de Duitse kerk geworden.

De welbespraakte ds. Gillot preekte tijdens overvolle diensten vaak in het Duits. Hij ontvouwde tijdens de dienst moderne theologische ideeën, ontleend aan filosofen uit zijn tijd. Met hem tippelde de vrijzinnigheid de gemeente binnen. De knappe courtisane Lou Salomé, die omgang had met mensen als Friedrich Nietsche en Rainer Maria Rilke, kreeg catechese van ds. Gillot. Toen er over en weer amoureuze gevoelens ontstonden, greep de moeder van de catechisant in. Zij stuurde haar dochter prompt het land uit. Door dit kordate optreden werd er een schandaal in de kiem gesmoord.

Na zijn emeritaat bleef ds. Gillot in de Russische havenstad wonen. Hij overleed in 1916.

Ds. Schim van der Loeff

Het was een ingrijpende stap voor de remonstrantse ds. Herman Pieter Schim van der Loeff om van een eenvoudige, vertrouwde dorpsgemeenschap als Boskoop te verhuizen naar de grote stad Sint-Petersburg. Wat heeft hem bewogen dit onbekende avontuur tegemoet te gaan?

De dominee kwam uit een predikantengeslacht en was voorbestemd om ook het Woord uit te dragen. Door donaties van zijn gefortuneerde familie kon hij zijn karig traktement aanvullen.

Hij kreeg eind 1913 een uitnodiging om in Sint-Petersburg een proefpreek te houden. Hij hoefde niet lang over het verzoek na te denken; hij ging. Het duurde een halfjaar voordat het gezin de lange tocht naar Sint-Petersburg ondernam. De intrede werd uitgesteld door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Daardoor moest men reizen via Zweden en Finland.

De overgang van het dorpse Boskoop naar het stadse Petrograd, zo heette Sint-Petersburg inmiddels, kon niet groter. De domineeskinderen keken hun ogen uit: al die koetsjes met dikke koetsiers op de bok, de exotisch aandoende Kozakken en Armeniërs in klederdracht.

Er heerste een algemene malaise in de stad, maar hier trokken de Van der Loeffs zich weinig van aan. Naast de wekelijkse catechese en preekbeurten waren er partijtjes met zakenlieden, waarbij bolknaks werden gerookt en glanzende glazen hoog geheven werden. Nederland was neutraal in de oorlog, en dus gingen de zaken gewoon door. De zomermaanden bracht de familie door in Finland, het land van de bossen en meren. Het was een zorgeloze tijd.

Revolutie

Eind februari 1917 sloeg de sfeer in de stad om. Het werd onrustig. Er werd om brood gevochten en de ruiten van de bakkerswinkels gingen aan diggelen. De trams reden niet meer. Kinderen mochten een tijd lang niet op straat komen.

De familie Schim van der Loeff dacht diep na of ze wel in Petrograd konden blijven. De toekomst van de kinderen woog zwaar. Een zeker bestaan in Petrograd was niet gegarandeerd. Toch bleef ds. Schim van der Loeff op zijn post. Hij wilde zijn gemeente blijven dienen.

Zelfs nadat de Oktoberrevolutie was uitgebroken, trok de Nederlandse gemeente zich van het strijdgewoel weinig aan. Men bleef trouw naar de kerk gaan, soms tussen het geweervuur door. Inmiddels had ds. Schim va nder Loeff een diplomatieke status als kanselier van het Nederlands gezantschap gekregen en werd zijn ambtswoning beschermd.

De winter van 1917 deed zijn intrede. Het was ongewoon koud en er was geen brandstof meer te krijgen. De kinderen waren vaak ziek. Vanwege deze onhoudbare toestand besloot Berra van der Loeff samen met de kinderen naar Nederland terug te keren. De reis was verre van gemakkelijk. De predikant besloot daarom om zijn gezin een deel van reis te vergezellen.

De tocht ging onder meer met sleden over de bevroren zee. Uiteindelijk arriveerden het gezelschap in het zwaar vernielde Turku, waar de Witte en de Rode Legers met elkaar in een strijd verwikkeld waren.

Veertien dagen later kwamen vrouw en kinderen per boot in Nederland aan. Ze hadden lange tijd nodig om bij te komen van alle ontberingen.

Gevangenis

Ds. Schim van der Loeff bevond zich nog steeds in Petrograd. Hij preekte nauwelijks meer en wijdde zich des te meer aan het gezantschap. Zijn voorganger had hem nog gewaarschuwd: „Je bent hier niet om voor Hare Majesteit de held uit te hangen, denk er om!”

Ds. Schim van der Loeff werd in september 1918 gearresteerd door de bolsjewisten. Hij kwam in een klooster terecht, waar hij op de grond moest slapen. Al spoedig brachten de bolsjewieken hem naar de gevangenis in Moskou. De omstandigheden daar waren zwaar. De diplomaat werd in een ruimte opgesloten waar al 25 man zat. Het was er vies en benauwd. De Russische heilstaat was er ver te zoeken.

In een dagboekje beschreef Schim van der Loeff de beroerde omstandigheden tijdens de drie maanden dat hij gevangenzat. Juist in die vreselijke omstandigheden trad Schim van der Loeff weer in dienst van de hemelse Koning. Hij leidde twee keer per dag godsdienstoefeningen in de cel. Ontroerd beschrijft hij dat God hem door de zeeën van ellende heen hielp.

Ondertussen deed mevrouw Berra van der Loeff al het mogelijke om haar man terug in Nederland te krijgen. Ze bezocht regelmatig minister Van Karnebeek van Buitenlandse Zaken. Na veel moeite lukte het om ds. Schim van der Loeff samen met honderd andere Nederlanders te laten terugkeren naar Nederland.

Berra van der Loeff schrok toen ze haar totaal vermagerde man weer zag. Eenmaal in Nederland aangekomen, moest ds. Schim van der Loeff verslag doen bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Voor zijn heldhaftig optreden kreeg hij van koningin Wilhelmina een medaille opgespeld. Aan zijn domineesbestaan kwam een einde.

Echtscheiding

In 1920 begon Van der Loeff aan een carrière als consul in Zürich. Twee jaar later verkaste hij met vrouw en kinderen naar Kaunas in Litouwen. Daar kreeg hij een relatie met zijn secretaresse.

De ontwikkelingen volgden elkaar hierna in snel tempo op. Hij stationeerde zijn vrouw en kinderen in Koningsbergen (Kaliningrad) en vroeg een echtscheiding aan. Hij trouwde vervolgens met zijn secretaresse, die een kind van hem verwachtte. Hij vestigde zich met zijn nieuwe vrouw Henriette van der Putte in Memelland, dat tegenwoordig tot Litouwen behoort.

In 1934 vestigde Van der Loeff zich in Heemstede. Hij leidde sindsdien een rustiger bestaan. Hij overleed op 10 januari 1949. Zijn krachten waren op na zo’n veelbewogen leven.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer