Kerk & religie

Vroege Kerk kende zorgvuldig onderzoek naar motieven doop

De doop werd in de Vroege Kerk niet lichtvaardig toegediend. Er was een intensief onderzoek naar iemands motieven. Na de doop, omlijst met tal van symbolische rituelen, volgde het avondmaal als noodzakelijke voeding van de in geestelijk zin pasgeborene.

Klaas van der Zwaag
13 December 2016 12:43Gewijzigd op 16 November 2020 09:20
Doopvont in de Grote Kerk in Epe. beeld RD, Henk Visscher
Doopvont in de Grote Kerk in Epe. beeld RD, Henk Visscher

Drs. Nathan Witkamp (43) vergelijkt in zijn proefschrift ”Tradition and Innovation”, waarop hij woensdag in Amsterdam promoveert, de dooprite van de Oost-Syrische Narsai van Nisibis met die van de West-Syrische Theodorus van Mopsuestia, beiden leiders in de Syrische kerk van de vierde/vijfde eeuw.

Witkamp is academisch coördinator en docent vroege kerkgeschiedenis en systematische theologie aan de Evangelische Theologische Academie. Zijn promotie is een gezamenlijk doctoraat van de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) in Leuven en de Vrije Universiteit te Amsterdam.

De Vroege Kerk kende een zorgvuldige voorbereiding op de doop. Witkamp: „Men begon met een onderzoek naar iemands motieven om gedoopt te worden. Een ander moest dan getuigen dat het de dopeling ernst was en dat hij een heilig leven leidde. Volgens Theodorus van Mopsuestia werd de dopeling door het ritueel van inschrijving een burger van de hemelse stad en werd hij vrijgezet van de macht van satan en de gevolgen van de zondeval door middel van het ritueel van exorcisme en boetegebed. Een daaropvolgend ritueel van de zalving van het voorhoofd gaf aan dat hij voortaan vrijmoedigheid had om tot God te naderen van aangezicht tot aangezicht.”

De Vroege Kerk hielde er een unaniem gebruik op na om de dopeling tijdens de doop driemaal onder te dompelen in de Naam van Vader, Zoon en Heilige Geest. De dopeling werd waarschijnlijk volledig naakt gedoopt. Witkamp: „Dat gebeurde zeker vanaf de vierde eeuw in een speciaal daarvoor gemaakt baptisterium waar de gemeente niet bij aanwezig was, zodat alles in volledige discretie geschiedde.”

Radicale keus

Wie zich liet dopen, had een radicale keus gemaakt voor Christus, aldus Witkamp. „Gedurende de vierde eeuw werd het binnen het Romeinse Rijk steeds lucratiever om christen te zijn. Dit leidde ertoe dat niet ieders motieven voor toetreding altijd even zuiver waren. De dooprituelen werden daarom zo indrukwekkend mogelijk voorgesteld, om te voorkomen dat iemand deze stap lichtzinnig zou nemen. Er werden al in een vroeg stadium ook baby’s gedoopt, maar daarvan zijn geen doopinstructies overgeleverd omdat het onmondige mensen betreft.”

Vertaald naar vandaag kunnen de rijke dooprites volgens Witkamp leiden tot een bezinning op de functie van symbolen en rituelen. „Vaak wordt gezegd dat we leven in een beeldcultuur. Als dat zo is, dan kunnen goede symbolen en symbolische handelingen ons hierin wellicht dienstig zijn. De Vroege Kerk biedt een rijke en dankbare bron om uit te putten. Vanuit het uitgangspunt dat in feite de hele werkelijkheid naar God verwijst, kunnen symbolen helpen ons vanuit het zichtbare te richten op het onzichtbare.”

Avondmaal

Ook typisch voor de Vroege Kerk is dat het avondmaal (eucharistie) alleen toegankelijk was voor gedoopten. Witkamp: „Het is een logische volgorde als we zien wat de doop inhoudt: je wordt ingelijfd in het lichaam van Christus en ingeschreven in de hemel. Met het avondmaal breng je tot uitdrukking dát je deel hebt aan Christus. In de Vroege Kerk werden daarom de niet-gedoopten weggestuurd als de eucharistie werd bediend. Degenen die de keus voor Christus gemaakt hadden en dat met de doop bezegelden, konden niet anders dan met beide handen de gaven van brood en wijn aannemen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer