Boekpresentatie: wederdopersoproer vergelijkbaar met daden IS
Het wederdopersoproer in Amsterdam is in zekere zin vergelijkbaar met de daden van Islamitische Staat (IS) nu, vindt dr. P. Knevel.
De docent geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) is een van de redacteuren van het boek ”Nieuwe maren – Amsterdam 1534-1535”. Hij en mederedacteur prof. dr. J. W. J. Burgers, verbonden aan de UvA en het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, voerden woensdag het woord tijdens de presentatie van de uitgave. Die vond plaats in de kerk van de doopsgezinde gemeente Amsterdam aan het Singel.
Het boek vormt het zevende deel in een reeks bronnenpublicaties en tekstedities, ”Manuscripta Mennonitica”. Het eerste exemplaar werd uitgereikt aan prof. dr. P. Visser, emeritus hoogleraar geschiedenis van het doperdom aan de Vrije Universiteit.
De wederdopers in de zestiende eeuw geloofden dat het duizendjarig rijk snel zou komen. In 1533 riepen zij de stad Münster uit tot het nieuwe Jeruzalem. De vele wederdopers in Amsterdam begonnen zich vanaf die tijd ook te roeren. Na een bijeenkomst op 11 februari 1534 liepen twaalf wederdopers naakt een huis uit en riepen aldoor: „Wee, de wrake Gods.” Op 10 mei van dat jaar bezetten wederdopers het Amsterdamse stadhuis, in de hoop dat de burgers hun zijde zouden kiezen. Toen dat niet gebeurde, zette de stadsregering met behulp van de burgers een tegenaanval in en doodde een aantal wederdopers. De overigen die bij het complot betrokken waren, werden gevangengenomen en op een vreselijke manier ter dood gebracht.
Een van de schepenen van die tijd, de latere burgemeester Joost Buyck, zo vertelde prof. Burgers voorafgaand aan de presentatie, heeft een dagboek bijgehouden van de onrust door de wederdopers in de jaren 1534-1535. Dit handschrift is later uitgegeven, samen met de historie van de wederdopers in Münster. Zodoende is de geschiedenis bekend geworden. Prof. Burgers zorgde voor een tekstuitgave met aantekeningen van de ”nieuwe maren”, terwijl Knevel in het boek het leven van Joost Buyck en de historische achtergronden beschreven heeft.
Tijdens zijn toespraak woensdag zei Knevel dat de opstand van de wederdopers in meerdere opzichten lijkt op wat IS tegenwoordig doet. Hij zei dat het in beide gevallen gaat om religieus geïnspireerd gedrag. De wederdopers waren op zoek naar een alternatieve samenleving, een nieuw Jeruzalem. „Dat is vergelijkbaar met de gedachte van het kalifaat bij IS.”
Een volgende gelijkenis ziet de geschiedenisdocent in het zoeken naar machtsposities. De wederdopers dachten die te vinden in Münster en Amsterdam, IS zoekt ze in Syrië en Irak. Ook wees hij erop dat burgemeester Buyck na de opstand van de wederdopers opriep om de vreemdelingen in de stad goed in de gaten te houden. De theatrale brutaliteit kenmerkte beide groepen, aldus Knevel. Hij wees op het gedrag van vier wederdopers die op 22 maart 1534 met getrokken zwaard en al kreten slakend door de straten van Amsterdam liepen. Ze riepen dat de verlossing van de rechterzijde (de zijde van de wederdopers) zou komen, en niet van de linkerzijde.
Er zijn ook verschillen, zei Knevel. Zo richtten de wederdopers hun aanval op het Amsterdamse stadhuis, de zetel van de macht, maar valt IS ook slecht te verdedigen plekken aan.
Het verhaal laat zien, aldus de docent, dat religieus geweld de samenleving onder druk kan zetten. Hij vindt het opvallend hoe snel tolerantie het moeilijk krijgt in tijden van spanning. In Amsterdam volgde na de opstand van de wederdopers onderdrukking door het rooms-katholieke stadsbestuur. Maar toen de stad in 1578 overging naar het protestantisme, was het gedaan met de macht van burgemeester Buyck.