Opinie

Column: Niet eenvoudig om misverstanden over klimaatverandering weg te nemen

De aarde warmt op door een gat in de ozonlaag, zo denkt maar liefst 80 procent van de aanstaande leraren in Vlaanderen. Als zo veel aanstaande leraren dat denken, is het niet onwaarschijnlijk dat veel lezers van het Reformatorisch Dagblad zullen reageren: „Nou én, dat klopt toch?” Maar helaas, het is een misverstand, en wel één dat wijdverspreid is.

Prof. dr. Marc J. de Vries
8 December 2016 14:29Gewijzigd op 16 November 2020 09:18Leestijd 4 minuten
beeld Fotolia
beeld Fotolia

Ik haal het voorbeeld uit een onderzoek dat is verricht door de Vlaming Pieter Boussemaere, docent aan de Viveshogeschool in Brugge. Het was goed voor een paginagroot bericht in de Belgische versie van de Metro –het bekende openbaarvervoerkrantje– 
van 7 november 2016. Die week was ik in Brussel om projectvoorstellen voor onderwijsvernieuwingen in het Horizon2020-
programma van de Europese Commissie te beoordelen. Met de noodzaak van versterking van onderwijs in de natuur­wetenschappen zo nadrukkelijk in je hoofd, spreekt zo’n bericht natuurlijk dubbel aan. Als zo veel leraren niet weten hoe het broeikaseffect in elkaar zit, wat gebeurt er dan in hun onderwijs?

Om de ernst van het probleem nog wat verder te illustreren geef ik een paar andere voorbeelden van kennislacunes die bleken uit het onderzoek. Minder dan de helft van de leraren kan naast CO2 nog een ander broeikasgas noemen. Slechts iets meer dan de helft van de leraren kan de drie voornaamste fossiele brandstoffen noemen. Maar een enkele leerkracht weet dat kernenergie een klimaatneutrale energiebron is. Bijna 80 procent denkt dat ook zure regen bijdraagt aan de opwarming van de aarde. Slechts een van de vijf leraren weet dat de aarde 1 graad Celsius warmer is geworden sinds het begin van de industriële revolutie, en bijna niemand weet dat de gevarenzone begint bij een opwarming van 2 graden.

Wie bij het lezen van dit alles geconfronteerd wordt met misverstanden bij hem- of haarzelf, bevindt zich dus in goed en groot gezelschap. Als uitsmijter ten slotte: bijna 70 procent van de leraren is ervan overtuigd dat zijn of haar kennis van het klimaatprobleem aardig op orde is. Van 
de aardrijkskundeleraren (die het er in de enquête nauwelijks beter van afbrengen dan de anderen) meent zelfs meer dan 
90 procent dat. Kortom: groot zelfvertrouwen dat nauwelijks berust op kennis.

Dit roept natuurlijk om actie. Volgens de onderzoeker, Boussemaere, moet er op school veel meer aandacht aan klimaatproblemen worden besteed. Hij stelt zelfs een complete leerlijn over deze problematiek voor. Ik denk niet dat het aangaat om te zeggen: „Dat is een typisch Vlaams probleem en bij ons is het veel beter gesteld met de kennis van leraren over het klimaatprobleem.” Ik ken geen enkel onderzoek in Nederland dat daar grond voor geeft. In het rapport van Boussemaere staan ook maar een paar andere onderzoeken naar deze kwestie genoemd. Die wijzen allemaal in dezelfde richting. Om te voorkomen dat die extra aandacht leidt tot de verdere overdracht van alle bovengenoemde misverstanden, moet er natuurlijk eerst iets in de lerarenopleidingen gebeuren.

Onderzoek zoals dat van Boussemaere is niet alleen nuttig omdat het de noodzaak van meer aandacht voor klimaat in het onderwijs laat zien. Onderzoek naar ideeën over de werkelijkheid die niet overeenkomen met de uitkomsten van wetenschap geven aanwijzingen voor de inhoud van onderwijs. We weten uit veel studies dat die ideeën hardnekkig zijn. Pas wanneer leerlingen expliciet geconfronteerd worden met het verschil tussen wat zij denken en wat wetenschap zegt (of nog liever: wat ze zelf door een proefje kunnen waarnemen), zijn ze bereid van gedachten te veranderen.

Bij klimaatproblemen is het niet eenvoudig om misverstanden bij leerlingen met een overtuigend proefje weg te nemen. In dit geval is er dus meer didactische creativiteit van leerkrachten nodig om bij leerlingen de spanning tussen hun eigen ideeën en de uitkomsten van onderzoek te laten inzien.

Het is duidelijk dat er nog een lange weg te gaan is. Maar het is belangrijk genoeg. Als elke toekomstige burger goed geïnformeerd is over de feiten met betrekking tot het klimaatprobleem, wordt de kans kleiner dat er in de Verenigde Staten een president verkozen wordt die meent dat het klimaatprobleem gewoon een publiciteitsstunt is en dat er geen enkele reden is om overheidsgeld te besteden aan de bestrijding ervan.

Voor elke christen is er het besef dat wij een verantwoordelijkheid hebben voor de aarde zoals wij die uit de hand van de Schepper hebben ontvangen om te „bebouwen en bewaren.” De oproep van Boussemaere mag daarom wel in het bijzonder bij de christelijke en reformatorische scholen resoneren.

Prof. dr. Marc J. de Vries is bijzonder hoogleraar reformatorische wijsbegeerte aan de Technische Universiteit Delft. Reageren? rubriekforum@refdag.nl

Vond je dit artikel nuttig?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer