Joke Verweerd wil met roman ”Vogelvlucht” hoop bieden
Bij Joke Verweerd schijnt de zon. Herfstlicht zet de woonkamer van haar nieuwbouwwoning in Nieuw-Vennep in een gouden gloed. De bank is geel, vrolijk als de lach van de bewoonster. Portret van een positief mens.
Kortgeleden rondde de schrijfster haar nieuwste en tiende roman af, ”Vogelvlucht”. Hierin speelt de vliegramp met de MH17 van 17 juli 2014 een grote rol. Hierbij kwamen bijna 300 mensen om het leven toen de Boeing 777 waarin zij zaten –onderweg van Amsterdam naar Kuala Lumpur– werd neergehaald boven Oekraïne.
Hoewel ”Vogelvlucht” pas verscheen en Verweerds agenda vol staat met boekpresentaties en lezingen, is ze alweer druk met een volgend project. De laptop staat opengeklapt op de eettafel. „Na de verschijning van een roman moet ik altijd een tijdje het andere deel van mijn hoofd gebruiken en iets minder fictiefs schrijven. Zo maakte ik eerder al eens een Bijbels dagboek en nu ben ik bezig met een boekje voor vrouwen over ziek zijn en doorgaan.”
In 2011 kreeg de schrijfster zelf de diagnose borstkanker. Daarna volgden een borstbesparende operatie en bestralingen en kreeg ze vijf jaar lang hormoonmedicatie. Inmiddels gaat het goed met haar, hoewel de jaarlijkse controles blijven.
„Toen ik ziek was, wilde ik mezelf overeind houden voor mijn man en kinderen. „Moed houden hoor, sterk zijn”, is wat iedereen dan tegen je zegt. Je wilt ook niet omvallen voor degenen die je lief zijn. Dat is zwaar. Je hebt gevoelens van verdriet en moedeloosheid, die moet je ook kwijt kunnen. Over deze dingen gaat het boekje waarmee ik nu bezig ben. ”Kiplekker” gaat het heten. Het moet wel positief blijven.”
„Een tweede leven begint als je beseft dat je maar één leven hebt”, schrijft u in ”Vogelvlucht”.
„Bij de keuze van een onderwerp voor een roman speelt mee waar je in je eigen leven mee bezig bent. Ik wilde geen roman schrijven over een vrouw die borstkanker krijgt. Dat komt te dichtbij: ik zou dan mijn eigen verhaal gaan vertellen. Ik vind het wel mooi als mijn boek een spiegel is voor anderen. De vragen die de hoofdpersoon in ”Vogelvlucht”, Matty, zichzelf stelt, zijn vragen die ik mezelf stel. Een boek moet goed doen, dat is de opdracht die ik mezelf geef.”
Goed doen?
„Ik wil lezers uittillen boven de sleur van elke dag. Ze moeten zich weer gaan verwonderen, weer gaan verlangen. Niet naar een verre vakantie of een nieuwe auto. De reclame spiegelt ons voor dat we zulke dingen nodig hebben om gelukkig te zijn. Ik probeer mensen tot een hoger niveau te brengen. ”Vogelvlucht” gaat onder meer over het verlangen naar heel, puur, schoon en recht. Ten diepste zien we daar allemaal intens naar uit. Daar bedoel ik mee dat de wereld kapot is, kijk maar naar alle rampen die gebeuren. Maar iedereen smacht naar een wereld die heel is.”
Een soort ingeschapen Godsbesef?
„Ja, maar dat moeten mensen weer leren, om het zo te durven noemen. In ”Vogelvlucht” heb ik dat denk ik aardig neergelegd. Het boek gaat over mensen die houvast zoeken in een kapotte wereld. Na de vliegramp met de MH17 speelde bij mij de vraag: hoe veilig is het hier op deze wereld nog? We proberen het op allerlei manieren zo veilig mogelijk te maken, maar je kunt niet alle risico’s wegnemen. Ten diepste ontdek je bij jezelf: ik ben bang. We hebben allemaal houvast nodig aan iets wat groter is dan wijzelf.”
Wordt schrijven dan niet een soort evangelisatieactiviteit?
„Als je het zo noemt, heb je gelijk. Maar laten we niet stigmatiseren. Ook de vraag: hoe ga je om met het kwaad? bepaalt of een roman goed kan doen. In mijn boeken wil ik het kwaad wel tonen, maar niet showen. Daar ligt de grens.
Ik heb heus niet het idee dat mensen ”Vogelvlucht” lezen en daarna ineens weer naar de kerk gaan. Laten ze weer vragen gaan stellen, gaan zoeken. De antwoorden die ik in het boek geef, gelden alleen voor mij. Anderen moeten hun eigen antwoorden vinden, die kan ik hun niet geven. Ik kan wel vragen oproepen.”
Herinnert u zich nog waar u was toen u het nieuws over de vliegramp met de MH17 hoorde?
„Ik kan me die hele week zelfs nog herinneren. Na die ramp had ik het gevoel dat de wereld zo’n stuk onveiliger was geworden. Hier gebeurt iets wat van grote invloed is op ons welbevinden, dacht ik. En: mensen worden hier onzeker van.
Voor mijn man en mij kwam die ramp ook heel dichtbij. We wonen vlak bij Schiphol. Als ik buiten de was ophang, zie ik de vliegtuigen komen en gaan. Maar ook omdat mijn man uit Indonesië komt en wij op onze reizen naar dat land ook met een Boeing 777 hebben gevlogen, met hetzelfde vluchtnummer en dezelfde bestemming.”
Heeft die vliegramp meer impact op ons gevoel van veiligheid dan de terroristische aanslagen in Europa?
„Ik weet het niet, voor mij geldt dat in ieder geval wel. Ik dacht na die vliegramp meteen: Hier moet ik iets mee.”
In november 2014 vond de nationale herdenking van de vliegramp plaats in Amsterdam. „Terwijl ik die op tv zag, verwonderde ik me erover hoe sterk de mens is, hoeveel vermogen hij heeft om verder te leven en overeind te blijven. Mensen hebben zo veel veerkracht. Zelf ben ik na mijn ziekte ook nog net zo opgewekt als vroeger, misschien wel opgewekter.”
U schrijft in ”Vogelvlucht” zoiets als: als je de balans van je leven opmaakt, eindig je altijd in de plus.
„Ik geef vaak lezingen voor bijvoorbeeld vrouwenkringen. Dan krijg ik altijd veel persoonlijke verhalen te horen. Op de een of andere manier vertellen mensen mij gemakkelijk hun verhaal. Ik zeg dan vaak: Tel eerst wat je hebt, kijk daarna pas naar wat je mist.”
In ”Vogelvlucht” speelt rouw een grote rol. Kent u dat in uw eigen leven?
„Als je de diagnose kanker hebt gekregen, denk je: Ik word niet oud. Zelf heb ik leren dealen met het idee: iedereen moet een keer sterven. Dat besef van eindigheid kan uitzien naar God worden, naar Hem uitdrijven. Dat heb ik ondervonden. Als ik nu naar mijn kleinkinderen kijk, besef ik dat ze snel groot zullen worden. Er is een begin en een eind. Het leven is een soort tussentijd.”
U hebt in uw leven op diverse plaatsen gewoond. Onder meer in Woubrugge (Z-H), Deventer en nu in Nieuw-Vennep, in de Haarlemmermeer.
„We hebben heel lang in Woubrugge gewoond en daarna zes jaar in Deventer. Voor de kleinkinderen zijn we naar Nieuw-Vennep verhuisd, zij wonen hier in de omgeving en we wilden graag bij hen betrokken zijn. Ik wilde wel oppasoma worden.
Het is heerlijk om hier te wonen. De mensen zijn erg direct, daar houd ik wel van. Als ik voorheen bij een bushalte stond, dacht ik: Wie gaat er eens beginnen met een praatje? Vaak moest ik zelf de eerste zijn.” Lachend: „Mooie schoenen heb je”, zeg ik dan bijvoorbeeld. Hier beginnen de mensen zelf wel.”
Vroeg het landschap van de Haarlemmermeer ook om een plekje in een roman?
„Ja. Ik ben heel verwonderd over de Haarlemmermeer. Het is bijzonder als je bedenkt dat dit vroeger één groot meer was. Koning Willem I besloot in 1837 de rijksbegroting van een heel jaar te besteden aan de drooglegging ervan. Toen ontstond een soort grote Biesbosch en dat moest land worden. Later zijn hier het vliegveld Schiphol en heel veel snelwegen aangelegd. Als ik hier rondfiets, ben ik verwonderd over wat 150 jaar met een landschap kan doen.”
Hebt u hier een fijn kerkelijk thuis?
„Wij gaan ’s zondags naar de hervormde wijkgemeente Witte Kerk. Hier in de wijk is ook een pioniersplek, een zustergemeente van de Witte Kerk. Daar komen veel jonge gezinnen. Ik ben ook bij die wijkgemeente betrokken, maar ik bezoek het liefst een traditionele dienst, zoals in de Witte Kerk. Ik hoef niet zo nodig in een experimentele dienst te zitten, hoewel een traditionele invulling van mij niet per se moet.”
Wat betekent geloven voor u?
„Weten dat je veilig bent, dat God er is en dat Hij me ziet. Toen ik mijn man en daarmee ook mijn schoonmoeder leerde kennen, ontdekte ik bij haar een manier van geloven die ik niet kende. Ik zag geloofsvertrouwen, zonder angst. Er ontstond in mij een groot verlangen om zo te durven geloven. Angst voor God heb ik naast me neergelegd.
Natuurlijk heb ik nog wel angst voor allerlei dingen in het leven. Ik ben bijvoorbeeld bang om tekort te schieten. Mensen benaderen mij vaak met allerlei levensvragen, bijvoorbeeld via e-mail en na lezingen die ik geef. Die wil ik zorgvuldig beantwoorden, maar ik ben bang dat ik daarin tekortschiet. ’s Avonds in bed lig ik soms nog na te denken over wat ik geantwoord heb. Heb ik het wel goed gezegd? denk ik dan. Ja, ik ben wel erg van het ”je best doen”, ook op andere gebieden.”
Uw e-mailadres staat gewoon op uw website, dus mensen kunnen u gemakkelijk benaderen. Overweegt u weleens om het eraf te halen?
„Als je iets kunt betekenen voor een ander, dan moet je dat doen. En als ik in het kleine niet trouw ben, hoe kun je het dan in het grote wel zijn? Ik wil graag laten zien Wie God voor mensen is. Ik moet mensen hoop geven, ook in mijn boeken. Fictie is de waarheid met een masker voor. Ik hoop dat de lezer een nieuw perspectief ontdekt.”
U studeerde aan de sociale academie. Eigenlijk wilt u nog altijd mensen helpen.
„Ja, ik denk het wel.”
De waarheid is ook dat verhalen niet altijd goed aflopen, dat mensen soms neervallen, het soms niet redden.
„Ja. Maar in mijn verhalen moet er altijd hoop zijn. Ik krijg soms de kritiek dat mijn romans daarom geen literatuur zouden zijn. Nou, dan schrijf ik maar geen literatuur. Mensen mogen in mijn boeken wel radeloos zijn, maar niet reddeloos.”
Over de auteur
Joke Verweerd-Speksnijder werd geboren in 1954 in Krimpen aan den IJssel en groeide op in reformatorische kring. Zij studeerde aan de sociale academie en werkte op de afdeling sociale zaken bij de gemeentelijk overheid. Ze debuteerde in 1983 met een kerstgedichtenbundel. Daarna verschenen diverse romans, gedichten- en verhalenbundels en andere boeken van haar hand. Haar roman ”De wintertuin” (1995) werd door de EO verfilmd.
Twee keer ontving de schrijfster de ND/BCB Publieksprijs voor het beste christelijke boek: in 2005 voor ”Snoeitijd” en in 2014 voor ”Retour Rantepao”. Ze schreef drie keer het actieboek voor de christelijke boekenbranche, onder meer ”Vindersloon” in 2015.
De auteur verzorgt spreekbeurten en workshops voor groepen over onder meer haar schrijverschap en diverse psychologische thema’s.
----
Boekgegevens
”Vogelvlucht”, Joke Verweerd; uitg. Mozaïek, Zoetermeer, 2016; ISBN 978 90 2399 687 3; 352 blz.; € 19,90.