Acht doden en honderd gewonden in Diyarbakir
De bomaanslag in de Turkse stad Diyarbakir van vrijdagochtend heeft volgens de Turkse premier Binali Yildirim zeker acht levens geëist. Meer dan honderd mensen raakten gewond. Yildirim houdt Koerdische militanten verantwoordelijk voor het geweld in de stad in het zuidoosten van Turkije.
In Diyarbakir vormen Koerden veruit de grootste bevolkingsgroep. Hun politieke leiders, onder wie de burgemeester van de stad, zijn de afgelopen tijd in rap tempo aan de kant geschoven door de Turkse regering.
De explosie van vrijdag volgde op de aanhouding van elf Koerdische parlementsleden, onder wie de twee voorzitters van hun Democratische Volkspartij (HDP). De regering beschouwt de HDP als een verlengstuk van de verboden Koerdische Arbeiderspartij PKK. Eén lid van de beweging, die regelmatig aanslagen pleegt op vooral militairen en politiemensen, zou ook om het leven zijn gekomen.
De Turkse premier ging ook in op de arrestatie van de Koerdische politici. Volgens Yildirim „weigerden ze verklaringen af te leggen in strafrechtelijke onderzoeken”. Hij erkende dat democratisch gekozen vertegenwoordigers normaal gesproken alleen door verkiezingen hun zetel kunnen kwijtraken, maar zei dat dit anders ligt voor politici die „terrorisme aanmoedigen”.
Van de 59 HDP-parlementariërs gelden er inmiddels 50 als verdachte. Uit protest weigeren velen mee te werken met de autoriteiten.