Consument

Column (Mariska Dijkstra): Die ogen van de vis kijken me aan

Ik ben dol op vis. Vroeger niet, maar tegenwoordig kan ik er echt van genieten. Er is alleen iets waardoor ik minder vaak vis eet dan goed zou zijn. En dat is die kop! Natuurlijk, het is goed dat vissen een kop hebben. Daar heb ik niks op tegen. En voor deze dieren zelf zal het ook fijn zijn. Maar toch... Eigenlijk zou ik liever hebben dat ze die niet hadden. Geen kop. En vooral geen ogen.

mariska@rd.nl
21 October 2016 21:12Leestijd 3 minuten
beeld iStock
beeld iStock

De makreel die ik regelmatig koop, wordt vaak buiten mijn gezichtsveld door een van mijn zoons van zijn kop ontdaan. Pas als dat deel, inclusief ogen, in de groene kliko is verdwenen, kan ik genieten.

Wat het is? Ik denk dat ik me schuldig voel. Het arme dier. Dood. Door mij. Die ogen lijken me verwijtend aan te kijken. Hypocriet natuurlijk. Want even later zit ik het dier met smaak op te eten.

Bij kip is het al niet beter. Gelukkig liggen die niet met kop en al bij de slager, maar zo’n hele kip, met vleugels en poten, neem ik niet vaak. Zeker niet als ik het dier ook nog vanbinnen moet kruiden.

Vroeger aan tafel wist men heel slim op mijn gevoel in te spelen. Aten wij kippenpoten, begon een van de tafelgenoten steevast te kakelen. Ze wist dat ik dan mijn poten zou laten liggen. Dubbele portie voor haar.

Waarschijnlijk ben ik niet de enige die het liefst vlees eet dat niet meer tot zijn oorsprong te herleiden is. En misschien zit daar nu juist wel het probleem. Want als je even niet oplet, denk je dat melk uit een pak komt en ham uit een plasticje. En waar frikadellen vandaan komen? Ach, dat wil je niet eens weten. Door die gedachten wordt de link tussen dier en voeding wel erg klein. En wordt het steeds lastiger om ook op dit gebied bewuste keuzes te maken.

Vroeger was de link tussen dier en voeding veel sterker aanwezig. Toen at je met Kerst je eigen konijn op. Ik kan het me amper indenken. Toch heeft dat gebruik heel oude papieren. In de tijd van de Bijbel slachtte je je eigen lammetje. Een jaar oud moest het dier zijn. Wat een impact zal dat gehad hebben op een heel gezin. Heb je als kind net een band met zo’n beestje opgebouwd...

Het is een beeld waar ik weken pijn van in mijn buik zou hebben. En dat was nu net ook de bedoeling. Want dat lammetje wees heen naar de Verlosser. Die tijdens Zijn leven zei: „Neem, eet, dit is Mijn lichaam.”

Dood door mij. Hierover je schuldig voelen, kan uiteindelijk alleen maar bevrijdend werken. Dat zet de persoonlijke band die er is tussen voedsel en consument wel in een heel ander licht.

Vond je dit artikel nuttig?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer