Aantjes belde in 1977, achter Van Agts rug om, met Den Uyl
Terwijl CDA-leider Van Agt met VVD-voorman Wiegel al bijna een regeerakkoord in elkaar hadden getimmerd, belde de tweede man van het CDA, Aantjes, achter de rug van Van Agt om met PvdA-leider Den Uyl, in een ultieme poging de vorming van een centrumrechts kabinet te voorkomen.
De vicepresident van de Raad van State –en tevens CDA-promintent– Donner maakte het maandag wel érg klein. Natuurlijk, hij had waardering voor het in de plenaire zaal van de Eerste Kamer gepresenteerde kloeke boekwerk “Kabinetsformaties 1977-2012” (uitg. Boom, Amsterdam). Daarin beschrijft een groep wetenschappers onder leiding van de Nijmeegse historici Carla van Baalen en Alexander van Kessel op basis van grondig archiefwerk én interviews met hoofdrolspelers maar liefst vijftien recente kabinetsformaties. Erg nuttig, aldus Donner, maar dan toch vooral vanwege het in de herinnering terugbrengen van de feiten. „Oh ja, zo ging het toen.” Patronen zijn er in al die formaties, aldus Donner, nauwelijks te ontdekken. „Elke formatie is weer anders en grotendeel uniek.” En nieuws staat er in dit boek ook niet.
Maar die laatste conclusie van Donner is beslist voorbarig. De uitvoerige studie, die een serie boeken over alle naoorlogse formaties compleet maakt, bevat wel degelijk wetenswaardige nieuwtjes. Eén daarvan betreft de rol van het vroegere CDA-kopstuk Aantjes. Dat de links georiënteerde oud-ARP-leider het liefst een tweede kabinet-Den Uyl had gewild, was bekend. Maar dat hij zozeer als stoorzender in het formatieproces van 1977 fungeerde dat hij, achter de rug van zijn partijleider Van Agt om, uitvoerig met Den Uyl overlegde (én telefonisch, én onder vier ogen) om de vorming van een CDA/VVD-kabinet te doen mislukken, was tot nu toe onbekend. „Zo hoor je nog eens wat”, reageerde Wiegel gisteren tijdens de boekpresentatie.
De bedoeling van Aantjes was om met behulp van Den Uyl munitie te verzamelen waarmee hij binnen de CDA-fractie het conceptregeerakkoord aan flarden kon schieten. Dat laatste is hem niet gelukt. Op 28 november 1977 schaarde, na een vergadering die tot kwart voor vijf in de morgen duurde, het grootste deel van de CDA-fractie zich achter het regeerakkoord. Een zestal zogeheten ”loyalisten”, onder wie Aantjes, stemde tegen. Zij voegden daar echter aan toe dat zij de totstandkoming van een CDA/VVD-kabinet niet zouden beletten. Waarmee Van Agt en Wiegel zich vrij voelden om door te gaan.
Opmerkelijk is verder dat Aantjes, toen hij in 1977 eenmaal definitief fractievoorzitter van het nog jonge CDA werd, zich wel degelijk constructief opstelde richting het nieuwe kabinet en hij ook een voorzitter probeerde te zijn voor zowel de linker- als de rechtervleugel van zijn partij.
Dat is des te opmerkelijker omdat diezelfde Aantjes tíjdens de formatie de vorming van het CDA bewust op het spel zette bij zijn verwoede pogingen een centrumrechts kabinet te voorkomen. Tegen zijn medewerker Van Rijswijk zei hij in die dagen dat, als het tot zo’n kabinet zou komen, er in het pas gevormde CDA dan maar „een breuk” moest komen.