Gedoe rond presidentsverkiezingen ondermijnt vertrouwen in democratie
In het leven is niets zeker. De toekomst ligt verborgen. Maar het ligt zeer voor de hand dat Hillary Clinton de Amerikaanse presidentsverkiezingen wint.
Dat het die kant op ging, was de laatste weken al duidelijk. Maar na het openbaar komen –vrijdag– van de bizarre, seksistische uitspraken van haar rivaal Donald Trump is de kans op een overwinning door Clinton fors toegenomen. Zowel kiezers als Republikeinse partijprominenten keren zich van Trump af.
Met het afwijzen van Trump is overigens niet gezegd dat Amerika en de wereld beter af zijn met Hillary Clinton. Wel is het waar dat de Democratische kandidaat op gebied van buitenlandse politiek een koers vaart die meer zekerheid geeft. De grilligheid van Trump zou een risico zijn als hij het op internationaal niveau in belangrijke mate voor het zeggen krijgt. Bovendien zou zeker Europa dan gaan merken hoe moeilijk het is op eigen benen te staan. Trump staat bekend als isolationist, terwijl Clinton vasthoudt aan de rol van Amerika om regisseur op het internationale toneel te zijn.
Voor de Amerikaanse binnenlandse politiek is Clinton echter een groter gevaar. Zij is vurig pleitbezorger van de libertijnse moraal: voorstander van vrije abortus, van euthanasie, van emancipatie van homoseksuelen en transgenders.
Begrijpelijk dat veel conservatieve christenen in de VS tot voor kort uiteindelijk toch Trump steunden. Uit afkeer van Clinton. Hun steun lijkt The Donald nu te hebben verspeeld door een filmpje waarop hij op schunnige wijze spreekt over de vrouw als lustobject. Daarmee heeft Trump een van de belangrijkste waarden voor conservatieven, de aandacht voor huwelijk en gezin, vertrapt. Dat heeft het vertrouwen in hem ondermijnd.
Overigens is dat niet het enige. Zorgwekkend is ook dat de Amerikaanse regering eind vorige week bekendmaakte dat uit onderzoek is gebleken dat Russische hackers pogingen hebben ondernomen om de Amerikaanse verkiezingen te beïnvloeden. Ofschoon de regering-Obama heeft vastgesteld dat deze acties geen effect (zullen) hebben, is daarmee wel twijfel gezaaid. Mocht Trump winnen, dan zal Clinton zeggen dat de uitslag is gemanipuleerd. Eerder heeft Trump geroepen dat een mogelijke nederlaag het gevolg moet zijn van geknoei van de bestuurlijke elite. Zulke verdachtmakingen ondermijnen het vertrouwen in de democratie.
Daarbij komt dat de waardering van Amerikanen voor de bestuurlijke gang van zaken bepaald niet groot is. Juist de opkomst van Trump illustreert hoezeer veel burgers in de VS genoeg hebben van de bestuurscultuur. Regering en parlementariërs wordt verweten veel te praten en weinig kordaat te zijn; alleen maar aan eigen portemonnee te denken en niet aan de nood van burgers. Ongetwijfeld draagt daaraan bij dat Congres en president elkaar al jaren in de houdgreep houden, waardoor vrijwel elk plan, hoe goed doortimmerd ook, in de prullenmand verdwijnt. De Amerikaanse democratie is terechtgekomen in een diepe crisis die niet zonder risico is.