Weerwoord: Mensen konden in de tijd van David wel degelijk schrijven!
„Het Oude Testament is helemaal niet zo oud als het lijkt. Het is voor een groot deel pas een paar eeuwen voor Christus geschreven. Wat het over de geschiedenis van Israël vertelt, is grotendeels verzonnen.” Mensen die zoiets zeggen, voegen hieraan vaak toe dat in de tijd van koning David nog niemand in Israël kon lezen of schrijven. Dus moet het Oude Testament veel later ontstaan zijn. Deze bezwaren tegen het Oude Testament hoor je de laatste tijd nogal eens – maar kloppen ze wel?
JA
Dat het bezwaar de laatste tijd vaker klinkt kan te maken hebben met het verschijnen van een invloedrijke studie van K. van der Toorn: Scribal Culture and the Making of the Hebrew Bible. Daarin betoogt hij dat de Bijbel grotendeels het product is van een soort schrijversgilde en is geschreven tussen ca. 500 en 200 voor Christus. Pas toen zou Israël de fase van een grotendeels mondelinge cultuur achter zich hebben gelaten en zijn overgegaan naar een cultuur waarin ook het schrift een plek van betekenis innam.
Inderdaad is duidelijk dat de collectie van 39 boeken pas vrij laat, namelijk korte tijd vóór Christus, is vastgelegd. Tot de laatstgeschreven boeken behoren sommige psalmen, Esther en Kronieken. De originele handschriften zijn (uiteraard) verloren gegaan en we hebben alleen kopieën uit later tijd. Het is moeilijk om het ontstaan van de originele 39 boeken van het Oude Testament met zekerheid te dateren. Ze zijn in elk geval over een periode van veel eeuwen ontstaan.
NEE
Dit wil echter niet zeggen dat het Oude Testament als geheel veel jonger is dan het zelf suggereert. Er zijn met name drie feiten die waarschijnlijk maken dat de oudste delen van het Oude Testament dateren uit de tijd van David en mogelijk zelfs uit de tijd van Mozes.
In de eerste plaats is er de ontwikkeling van het Bijbels Hebreeuws. We onderscheiden hierin archaïsch, klassiek en Laathebreeuws. Boeken zoals Kronieken, Esther, Ezra en Nehemia zijn geschreven in Laathebreeuws, maar het grootste deel van het Oude Testament (de Pentateuch en de boeken van de meeste profeten) is in het klassiek Hebreeuws. Dat is een objectief gegeven en het wijst er sterk op dat deze boeken werden geschreven vóór of op z’n laatst tijdens de ballingschap.
In de tweede plaats worden er in Israël steeds meer vondsten van inscripties gedaan. Deze wijzen erop dat de kunst van het lezen en schrijven in Israël niet alleen eerder bekend was dan kritische geleerden denken, maar ook wijder verbreid onder de bevolking. In RD 15-4 stond bijvoorbeeld dat de ontdekking van een stapel beschreven potscherven uit de regeringsperiode van koning Zedekia erop wijst dat velen toen het lezen en schrijven machtig waren. Maar ook uit eerdere perioden, tot de tijd van David toe, worden er teksten gevonden. Een belangrijke recente vindplaats is Khirbet Qeiyafa en ook in Jeruzalem werd in 2012 een inscriptie gevonden uit de tijd van David.
Ten derde verwijst de Bijbel zelf regelmatig naar lezen en schrijven door allerlei mensen in Israël. Ik kan deze teksten hier vanwege de ruimte niet citeren, maar u kunt ze zelf opzoeken, bijvoorbeeld Exodus 17:14; 24:4; Deuteronomium 6:9; 17:18-19; 24:1-3; Jozua 8:32-35; 18:5-9; 2 Samuël 11:14; 2 Koningen 5:7; Jesaja 29:11-12 en Jeremia 32:10; 36.
Dit alles suggereert dat een behoorlijk aantal mensen kon lezen en schrijven.
Maar in Israël vind je toch geen grote, spectaculaire inscripties van koningen? Nee, dat klopt, bij vondsten in Israël gaat het steeds om kleine, bescheiden voorwerpen zoals beschreven kruiken en kleitabletten. Mogelijk werden er in Israël nooit grote koninklijke afbeeldingen gemaakt, vanwege het tweede gebod. Zelfs van de belangrijke bouwer Herodes de Grote is geen enkele inscriptie bekend. Als ze er wel waren, zijn ze waarschijnlijk vernietigd tijdens een van de vele malen dat het land door een vreemde mogendheid werd bezet en geplunderd. De belangrijke steden van Egypte en Assyrië werden in de moderne tijd teruggevonden onder lagen zand; maar de stad Jeruzalem is een paar maal totaal verwoest en ook van Samaria is weinig over. Op de meeste plaatsen in Israël is meer geplunderd en geroofd dan in andere landen.
DUS
In Israël kon althans een deel van de bevolking zeker vanaf de tijd van David lezen en schrijven. Dat maakt het mogelijk dat de boeken die nu het Oude Testament vormen werden geschreven, voorgelezen en overgeschreven.
Er is dan ook geen reden om te twijfelen aan de ouderdom ervan. En dit suggereert op zijn beurt weer, dat wat erin verteld wordt niet verzonnen is maar op historische feiten berust.
Dr. Pieter J. Lalleman, docent Nieuwe Testamen aan Spurgeon’s College in Londen.