Cultuur & boeken

Kinderboek over bijzondere vriendschap tussen paard en jongen

Je vader sterft en jij moet naar je oom en tante op een ver waddeneiland. Daar heb je niemand, tot je een paard redt. Het is het verhaal van Flip, dat zowel spannend als met veel gevoel voor sfeer is geschreven.

Mariëlle Oussoren-Buys
15 September 2016 15:06Gewijzigd op 16 November 2020 06:33

Flip is zo’n jongen die je snel in je hart sluit. Hij woont met zijn vader in Amsterdam. Zijn moeder is drie jaar geleden vertrokken nadat haar man –die zich bezighoudt met diefstal– ook haar spaargeld had afgepakt. Met dat geld had ze samen met Flip willen vluchten. Ze laat een brief achter waarin ze belooft Flip op te halen zodra ze voldoende geld heeft.

Dan sterft Flips vader plotseling. Oom Andries –in Flips ogen een „zwijgzame, dreigende figuur”– haalt hem op en neemt hem mee naar Mossum, een denkbeeldig Waddeneiland. Daar, op de veerboot, start het verhaal.

Oom Andries heeft weinig vertrouwen in het zoontje van zijn stelende broer en doet geen moeite dat te verhullen. De eerste weken moet Flip hard werken op de boerderij van zijn rechtlijnige maar niet onrechtvaardige oom Andries, diens sympathieke vrouw Elly en hun 7-jarige dochtertje Renske. Hij doet het zonder klagen, want hij is ervan overtuigd dat zijn moeder snel zal terugkomen, zeker nu ook de politie naar haar op zoek is. Na een paar weken krijgt hij meer vrije tijd en gaat hij het eiland verkennen. Hij maakt hij kennis met de broertjes Mesman, pestkoppen bij uitstek. Ook ontmoet hij het ongrijpbare meisje –„Spookmeisje” noemt hij haar– dat niet praat maar hem wel te hulp schiet.

Zijn eilandavontuur begint pas echt als hij samen met dit meisje iets ziet bewegen in zee. „Het was een groot paard, zwart van hoofd tot staart, met grote hoeven, zware benen en een hals bijna zo breed als Flips hele lichaam.” Letterlijk met gevaar voor eigen leven redt Flip het dier, dat door een kluwen touwen en kabels naar de zeebodem wordt getrokken. Flip blijkt bijzonder goed met Storm –zoals hij het dier noemt– overweg te kunnen en wint diens vertrouwen. Voor zijn pleegouders is het de vraag of Storm kan blijven. Ze hebben simpelweg geen geld het dier te onderhouden. Dwars door een hoop avontuur heen blijkt er voor Storm en Flip een mooie toekomst wegggelegd op het eiland. Desondanks eindigt het boek niet ongeloofwaardig, en evenmin zoetsappig.

Bijzonder is dat het boek oorspronkelijk in het Engels is geschreven, terwijl het zich afspeelt op de naoorlogse Wadden. Auteur Nick Garlick (1954) is een geboren Brit, maar verhuisde in 1990 naar Nederland. Momenteel woont hij met vrouw en kat in Utrecht. Hij weet de sfeer van de eilandcultuur goed in woorden te vangen. „De eilandbewoners waren nog vreemder. De mannen hadden heel kort haar en liepen op klompen (…) Nergens zag hij (Flip, MO) een spijkerbroek. Of een leren jasje of een paar baseballschoenen, zoals sommige kinderen van zijn school droegen.”

Het fijne aan dit boek is dat het je heel subtiel meeneemt in een andere wereld. Ondanks de realistische setting heeft het iets surrealistisch over zich. Zeker wanneer Flip, samen met Renske en het ongrijpbare spookmeisje door het uitgestorven drijfzandgebied Het Geel achter het uitgebroken paard aan zit.

”Storm” is een boek met het goede van twee werelden: het zit vol avontuur en heeft toch iets dromerigs. Het is stoer genoeg voor jongens en gevoelig genoeg voor meisjes. Het boek wordt door de uitgever aangeprezen als een equivalent van klassiekers als Pietje Bell, Dik Trom, Kruimeltje en werk van Jan Terlouw. Die aanprijzingen heeft het boek niet nodig. Het heeft genoeg in zich om zichzelf te bewijzen.


Boekgegevens

”Storm”, Nick Garlick; uitg. Callenbach, Utrecht, 2016: ISBN 978 90 266 2157 4; € 14,99.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer