Het verzamelcentrum van ReShare, het onderdeel binnen het Leger des Heils dat zich bezighoudt met het inzamelen en recyclen van gedragen kleding, in de Utrechtse wijk Kanaleneiland staat bomvol. Naast de ingang van de loods liggen stapels matrassen en bedbodems, afkomstig van een hotel uit de buurt. Kartonnen dozen met groene ballerina’s, zwarte instappers en overtollige kleding staan in het gangpad.

Uit een van de dozen haalt vijftiger Chris een paar blauwe heren-T-shirts tevoorschijn. Nieuwe, van het merk Tommy Hilfiger. Het prijskaartje hangt er nog aan. „Mooie shirts, maar ze zijn verkleurd in de zon.” Hij wijst op de oranjekleurige strepen op de voorkant, vouwt ze op en doet ze terug in de doos.

Het Leger des Heils zamelt al 130 jaar oud textiel in. Het was de eerste activiteit van het evangelische kerkgenootschap. Leden, geïnspireerd door Jezus’ opdracht om de naakten te kleden, gingen met een voddenkar langs de deuren. Afgedankte kleding­stukken deelden ze uit aan armen en daklozen.

Tegenwoordig is ReShare met 24 miljoen kilo ingezamelde kleding per jaar marktleider op het gebied van textielinzameling. Het merendeel daarvan gaat naar sorteerbedrijven. Die exporteren de kleding naar het buitenland. Met het geld dat ReShare daarvoor krijgt, steunt het projecten met tienermoeders, jongeren of werklozen van het Leger des Heils.

Een klein deel van het textiel verkoopt ReShare in de eigen winkels en in de zestig korpswinkels. De ReShare Stores zitten niet in krappe panden in de volkswijken, maar dicht bij het stadscentrum, in de buurt van andere modieuze kledingzaken. Het zijn ruime, lichte en frisse boetieks, met rekken vol trendy tweedehands en vintagekleding en schoenen. Mensen kunnen er voor een paar euro tweedehands schoenen, kleding voor volwassenen en kinder­kleding kopen.

Er zijn inmiddels vijf ReShare Stores: in Breda, Den Haag en Groningen, Arnhem en in Rotterdam. Ze zijn met opzet niet alleen bedoeld voor mensen met een smalle beurs, zegt Jolande Uringa, manager marketing en communicatie van ReShare. „Iedereen durft er te komen. Ook studenten, en mensen die simpelweg op zoek zijn naar kleding van goede kwaliteit voor een gunstige prijs, zullen er iets vinden.”

De komende vijf jaar hoopt het Leger des Heils nog twintig van dergelijke winkels te openen. Uringa: „De tijd dat je uit schaamte een capuchon opzette als je een winkel met tweedehands kleding binnenging, is voorbij. Tweedehands is hip. Mensen hebben meer oog voor het milieu en kiezen bewust voor hergebruik van kleding.”

De winkels vervullen volgens Uringa ook een sociale functie. „Er is altijd een kop koffie en een luisterend oor voor bezoekers. Het personeel bestaat voor een groot deel uit mensen die het moeilijk hebben op de arbeidsmarkt. In sommige winkels bevindt zich een naaiatelier waar jongeren met een beperking ervaring op kunnen doen. De ReShare­winkels zijn dus een smeltkroes van goede doelen.”

Het Leger des Heils moet de laatste jaren meer moeite doen om kleding in te zamelen. Gemeenten laten inzamelaars tegen elkaar opbieden om een container te mogen plaatsen. Het Leger des Heils legt het vaak af tegen commerciële partijen. Uringa: „Wij zijn dus druk op zoek naar andere manieren om kleding in te zamelen. Onlangs heb ik een container in het kerkgebouw van mijn kerkelijke gemeente gezet. Die zit elke maand helemaal vol.”

Het kleden van de naakten

De kerkredactie belicht deze zomer de zeven werken van barmhartigheid, die vanaf 
de middeleeuwen een rol speelden in de traditie van de kerk.

Zes van de zeven werken worden genoemd in Mattheüs 25:35 en 36. Het zevende werk, het begraven van de doden, is ontleend aan het apocriefe boek Tobit.

De Meester van Alkmaar, een onbekende kunstenaar, schilderde in 1504 een beroemd geworden zevenluik (zie hieronder) met daarop de werken van barmhartigheid.

Vandaag het derde werk van barmhartigheid: het kleden van de naakten.

zomerserie Zeven werken van barmhartigheid

Welke rol spelen de zeven werken van barmhartigheid, ontstaan in de middeleeuwen, anno 2016? De redactie zoekt het uit. Vandaag deel 4: het kleden van de naakten.