Buitenland

Couppoging in een wespennest: de nasleep

Militaire coups hebben geen plaats meer in het moderne Turkije. Dat signaal gaven de Turken na de couppoging van vorige week duidelijk af. Maar wat heeft er allemaal wel een plaats? Drie Turkijespecialisten maken een week na de couppoging een eerste balans op.

Mark Wallet
23 July 2016 19:23Gewijzigd op 16 November 2020 05:18

Het is september 1961 als op het Turkse gevangeniseiland Imrali de eerste democratisch verkozen premier van Turkije, Adnan Menderes, aan de galg wordt gehangen. Hij was het jaar daarvoor ten val gekomen na een geslaagde legercoup.

„Dat herinnert bijna niemand zich meer in het Westen”, zegt de Gentse hoogleraar internationale betrekkingen Dries Lesage. „Maar Erdogan is het niet vergeten, en het Turkse volk ook zeker niet. Elke week wordt er op televisie aandacht aan Menderes besteed.” De voormalige premier staat nu hoog in aanzien: hij is een van de drie overleden staatshoofden die in Turkije een mausoleum hebben gekregen.

Lesage noemt het voorval om de verre­gaande zuiveringsacties door de Turkse regering enigszins begrijpelijk te maken. „De Turkse politiek is een wespennest”, zegt hij vanaf zijn vakantieadres in Turkije. „Ongepolijst gesteld: het is elimineren of geëlimineerd worden.”

Dat de Gülenbeweging achter de coup­poging zit, zoals Erdogan beweert, acht Lesage zeker niet uitgesloten. „Ik vind die verklaring in ieder geval veel plausibeler dan de theorie dat Erdogan er zelf achter zou zitten. En als Gülen betrokken is, dan is het niet meer zo vreemd dat Erdogan de bezem door zijn ambtenarenbestand haalt. Een beweging die erop uit is om buiten de democratische orde om de macht over te nemen, kun je niet gedogen.”

Nee, hij staat echt niet te juichen over de massale zuiveringsacties van de afgelopen week. „Ik vind de westerse zorgen daarover terecht. Maar een goed oordeel kun je pas vellen als je de omvang van de dreiging kent. En ik denk dat we mogen zeggen dat er rond de Gülenbeweging wel iets aan de hand is.”

Lesage wijst op een gelekte preek van Gülen, waarin hij zijn volgelingen oproept om zo veel mogelijk in de Turkse staat te infiltreren: bedekt, wachtend tot het juiste moment. Hij herinnert ook aan een reeks processen in de periode tussen 2007 en 2013, waarbij honderden secularisten en Koerden achter de tralies belandden. „Toen werd Turkije het land met de meeste journalisten in de gevangenis. Het was een heel vuile oorlog, waarbij op grote schaal vals bewijsmateriaal is gebruikt. Tal van experts en kwaliteitsmedia brachten die massale veroordelingen in verband met gülenistische rechters.”

„Jazeker”, erkent hij, „Erdogan was daar medeplichtig aan. Samen probeerden ze af te rekenen met de legerkringen die hun naar het leven stonden. Maar ik wil ermee zeggen dat de Gülenbeweging de potentie heeft om dergelijke acties uit te voeren. Ik vind dat het Westen harde kritiek mag leveren op de regering-Erdogan, maar zeg wel: wees dan ook kritisch naar alle kanten.”

Intimiderend

De kritische geluiden vanuit het Westen over de zuiveringsacties worden in Turkije slecht gepruimd. „Dit is niet het moment om te gaan ruziën met de democratisch gekozen regering van Turkije, zelfs als je Erdogan haat, wat ik ook doe”, zei hoogleraar Emre Gonen uit Istanbul deze week in de NRC. „Nu met een beschuldigende vinger wijzen, toont een totaal gebrek aan empathie.”

Lesage is het in zoverre met Gonen eens dat hij de kritiek vaak te gemakkelijk vindt. „Reken er maar op dat de gülenisten ook hun lijstjes hebben: dat is niet uitsluitend een AKP-verhaal.” Volgens Lesage voelen veel Turken zich door de eenzijdige kritiek vanuit het „machtige Westen bijzonder bedreigd en geïntimideerd.” „En daarmee worden ze alleen maar loyaler aan een autocratische Erdogan, die wordt gezien als de sterke man die het land onafhankelijk en soeverein kan houden.”

Het zou volgens de Gentse hoogleraar al veel schelen als het Westen de infiltratie van gülenisten in de Turkse staat óók zou erkennen en veroordelen. „In Europa kan de Gülenbeweging op veel sympathie rekenen, maar infiltratie valt onmogelijk goed te keuren. We zouden dergelijke praktijken in België of Nederland ook niet tolereren.”

„Nee natuurlijk niet”, reageert Erik-Jan Zürcher, hoogleraar Turkse talen en culturen in Leiden. Maar verder verschilt hij stevig van mening met zijn Gentse collega. „Als zoiets zich in Nederland of België zou voordoen, dan zouden er eerst deugdelijke bewijzen op tafel moeten liggen van betrokkenheid bij een coup. En die liggen er in het geval van de gülenisten in Turkije niet.”

Het kan volgens de Turkijekenner best zo zijn dat er Gülenaanhangers hebben meegedaan aan de coup, maar hij zegt geen aanwijzingen te hebben voor meer dan dat. Integendeel: Zürcher wijst er bijvoorbeeld op dat er geen elementen uit het denken van Gülen doorklonken in de verklaring die de coupplegers vorige week vrijdag op de staatstelevisie lieten voorlezen. „Bovendien is een militaire coup geen werkwijze die bij Gülen past. Hij stimuleert zijn aanhang om te infiltreren op sleutelposities in de overheid en het bedrijfsleven. Zij moeten de toestand van binnenuit transformeren, via de geleidelijke weg.” Wie er dan wel achter zaten? Zürcher denkt eerder aan de secularisten, die in het leger goed vertegenwoordigd zijn.

De zuiveringsacties die Erdogan momenteel uitvoert, kunnen bij Zürcher op geen enkel begrip rekenen. Met de kritische noot van de Turkse hoogleraar Gonen bij de westerse berispingen kan hij dan ook helemaal niets. „Absoluut niet”, zegt Zürcher resoluut. „Westerse politici verwerpen een militaire staatsgreep, dat is helder. Maar tegelijkertijd is het logisch dat ze oproepen tot een geordende rechtsgang. Zonder enige vorm van proces of recht op een weerwoord zijn er 3000 rechters en tienduizenden ambtenaren ontslagen. Dat kan gewoon niet. Ik vond de westerse reacties, zoals van bondskanselier Merkel, uiterst genuanceerd.”

Hij wijst erop dat „het duidelijk is” dat de tienduizenden ambtenaren en militairen enkel vanwege hun achtergrond zijn opgepakt. „Het is onmogelijk om binnen korte tijd helder te hebben dat ze allemaal bij de couppoging betrokken zijn geweest. Die lijstjes waren al lang gemaakt.”

Dat de gülenisten evenmin als Erdogan een blanco blazoen hebben, is ook bij Zürcher bekend. „Maar ik vind Gülen en Erdogan geen gelijke grootheden. De een is geestelijke, de ander politicus en leider van een land. Dat is een belangrijk verschil in verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid.”

Democratie

Binnen Turkije juichte vriend en vijand het mislukken van de coup vorige week toe als een overwinning van de democratie. De Turkse politiek, van seculier tot nationalistisch, sloot de gelederen tegenover de coupplegers. „Een lichtpuntje in het drama van de Turkse politiek”, noemt Lesage het.

Maar dat de democratisch gekozen president in het zadel is blijven zitten, wil nog niet zeggen dat Turkije nu ineens een democratie is. De Turks-Nederlandse antropoloog Sinan Çankaya omschreef Erdo­gan op onlinemediaplatform De Correspondent deze week als „het democratisch gekozen antidemocratische, autoritaire en autocratische staatshoofd van Turkije.” Niet voor niets noemde Erdogan de coup een gods­geschenk, wat bij sommigen zelfs de verdenking deed rijzen dat het hele gebeuren door zijn eigen entourage was georkestreerd.

Voor Zürcher is duidelijk dat de overgang naar een autoritair regime in Turkije met de coup in een stroomversnelling is gekomen. Dat is ook wat Tim Eaton, onderzoeker bij het Britse buitenland­instituut Chatham House, signaleert. „Erdogan werkt nu versneld toe naar totale zeggenschap over alle staatssectoren”, zegt Eaton. „Mijn verwachting is dat de toch al zwakke democratie nog verder zal verzwakken.”

De Britse onderzoeker wijst erop dat Erdogan daarbij kan bogen op aanzienlijke steun onder zijn bevolking. „Hij wordt door velen gezien als de man die stabiliteit kan brengen. De steun na de coup geeft hem de stimulans om nog meer macht naar zich toe te trekken.”

Of het gezamenlijke front van oppositie en de AK-partij tegenover de coupplegers ook verbroederend kan werken? Lesage hoopt het, Zürcher gelooft er niets van. „Bij de grote demonstraties voor Erdogan deze week waren enkel AKP-aanhangers te zien. De rest besluit om nu vooral even stil te zijn.” Zürcher verwacht dat andere groepen als secularisten na de gülenisten aan de beurt zullen zijn in de zuiveringsacties. „We zien dat nu zelfs al gebeuren.”

Rol religie

Het maakt de situatie gespannen voor secu­lieren en aanhangers van andere religies dan de soennitische islam, zoals de grote minderheid van alevieten. De teloorgang van de democratie gaat volgens veel analisten gelijk op met de ontwikkeling van een seculiere naar een religieus-conservatieve staat die op soennitische leest is geschoeid. „Erdogan ziet de couppoging als een vrijbrief om te doen en te laten wat hij wil”, zegt Zürcher. „Hij zal nog verder tegemoetkomen aan wensen van de harde kern binnen de AK-partij: de conservatief-religieuze stroming.” Minderheden zullen daar volgens hem „logischerwijze” de dupe van worden.

De Leidse hoogleraar wijst erop dat het binnen de islam vooral moeilijk ligt om verschillende stromingen binnen de eigen religie te accepteren, zoals de alevieten. De omgang met christelijke en Joodse minderheden ligt in zijn ogen gemakkelijker.

De angst voor een meer religieus-conservatieve staat deelt ook Lesage. Hij signaleert bijvoorbeeld dat de AK-partij allesbehalve respectvol spreekt richting „met name atheïsten en homoseksuelen.”

Of christenen het moeilijker hebben gekregen in de afgelopen jaren, vindt de Belg moeilijk te beoordelen. „Het is lastig om betrouwbare informatie te krijgen over hun positie, maar in publieke uitingen worden ze zelden negatief bejegend. Voor Joden is de situatie complexer. Er is soms sprake van regelrecht antisemitisme in AKP-uitingen, terwijl er op andere momenten juist weer toenadering wordt gezocht. Hierin spreekt de AK-partij, zoals wel vaker, met een dubbele tong.”

Anders dan Zürcher denkt Lesage niet dat Erdogan zijn religieus-nationalistische soep zo heet zal opdienen als wordt gevreesd. Hij wijst erop dat de AK-partij een volkspartij is. „Erdogan verliest alle legitimiteit als hij de weg van de hardcore islamisten gaat.”

De onderzoeker bespeurt vooral „veel onduidelijkheid” over religie in de uitingen van AK-partij. Een voorbeeld daarvan is dat de parlementsvoorzitter zich onlangs liet ontvallen dat de nieuwe grondwet godsdienstiger moet zijn, terwijl die uitspraak later vanuit de partij weer werd teruggetrokken.

Tegelijk wil hij enig begrip vragen voor dergelijke uitingen. „De AKP-aanhang is onder seculiere regeringen in het verleden lange tijd onderdrukt, en de huidige grondwet is op punten zelfs antireligieus te noemen. Dat er dus een correctie plaatsvindt, snap ik. Maar, zoals je vaker ziet na perioden van repressie, is er ook sprake van een overreactie en revanchisme.”

Volgens Lesage valt de AK-partij te verwijten dat ze in al die jaren dat ze aan de macht is nog niets heeft verbeterd aan de positie van de alevitische minderheid. „Zij heeft nog altijd geen recht op gesubsidieerde imams en gebedshuizen. Dat is discriminerend. Overigens: dergelijke restricties zijn allemaal uitvindingen van de secularisten.”

Samenwerking

In zijn hoopvolle verwachtingen van de remmende werking van de gematigde aanhang van de AK-partij vindt Lesage opnieuw Zürcher op zijn weg. „De AKP is wel een volkspartij, maar de helft van de stemmers komt uit conservatief-religieuze hoek. En dat is de groep waar Erdogan zich op richt. Hij heeft de afgelopen jaren de duidelijke keuze gemaakt om geen bruggenbouwer te willen zijn, maar enkel meer macht te willen verwerven.”

Volgens Zürcher kan Erdogan het zich allemaal veroorloven, omdat er op het politieke vlak geen serieuze tegenspelers zijn. „Andere partijen vertegenwoordigen smaldelen binnen de samenleving. Een brede alternatieve partij zou uit de AKP zelf moeten voortkomen, en daar is geen enkel zicht op.”

Inmiddels heeft Erdogan volgens Zürcher geen andere keus meer dan op de ingeslagen weg voort te gaan. „In de vroege jaren van deze eeuw was het nog mogelijk geweest om verbroedering te zoeken. Hij heeft zich de afgelopen jaren echter expliciet afgekeerd van verzoeningspolitiek en gekozen voor polarisatie.”

Interne verdeeldheid

Een stabiel Turkije is intussen ook voor Europa en de Verenigde Staten van groot belang. Turkije is de nummer twee van de NAVO in bevolkingsomvang en aantal militairen. Geografisch is het land bovendien een buffer tussen het Midden-Oosten en Europa, maar ook tussen Rusland en de Middellandse Zee. Een instabiel Turkije is het laatste wat Europa en de Verenigde Staten willen, zeker ook gezien de strijd tegen IS.

De Britse onderzoeker Eaton verwacht dan ook dat het Westen er alles aan zal doen om de relaties goed te houden. Schendingen van mensenrechten in Turkije en de mogelijke invoering van de doodstraf kunnen die wel bemoeilijken. Eaton wijst er echter op dat er over die thema’s vooralsnog weinig duidelijkheid is.

De EU liet Turkije inmiddels duidelijk weten dat het land niet meer welkom is als lidstaat wanneer de doodstraf daadwerkelijk zal worden ingevoerd, maar samenwerking op andere gebieden is daarmee nog niet uitgesloten, onderstreept Eaton. „De toetreding van Turkije tot de EU kon toch al op weinig enthousiasme rekenen. De samen­werking in bijvoorbeeld de strijd tegen IS en bij de vluchtelingenproblematiek staat daar min of meer los van.”

Vanuit Turks perspectief is er weinig reden om de confrontatie te zoeken, denkt de Brit. „In mijn optiek vecht Erdogan al op te veel fronten. Niet voor niets heeft hij recent de betrekkingen met Israël en Rusland weer bijgelegd. Erdogan moet zuinig zijn op zijn vrienden.”

De VS en de NAVO zullen ervoor kiezen om met Erdogan te blijven samenwerken, denkt ook Zürcher. „Of hij moet het echt te gek gaan maken.” Voor Europa is er volgens hem meer manoeuvreerruimte.

Op korte termijn zullen de zuiverings­acties vooral intern wellicht een zware dobber blijken. „Erdogan is door de coup ook verzwakt”, zegt Eaton. Er zijn niet alleen duizenden militairen opgepakt, maar ook meer dan 100 generaals gevangengezet, op een totaal van 360 hooggeplaatste officieren. De Brit wijst erop dat onder hen ook de commandant van het zogenoemde Tweede Leger is, dat de cruciale grenzen met Syrië, Irak en Iran bewaakt.

Eaton: „Deze acties komen precies op het moment dat Turkije de strijd tegen IS en de PKK juist opvoerde. Bovendien heeft het land te kampen met acties van IS binnen de grenzen.” In die strijd tegen IS en de PKK in Turkije is samenwerking tussen leger, politie en veiligheidsdiensten cruciaal, en juist die staat op het spel. „De vertrouwenscrisis is enorm”, zegt Lesage. „Dat is niet nieuw, maar wordt nu extra pijnlijk duidelijk.”


Vijf groepen

Tim Eaton is onderzoeker bij het Britse instituut voor internationale betrekkingen Chatham House. Hij richt zich in zijn onderzoek daar met name op Syrië, Irak en Turkije. Eerder werkte hij onder meer voor de charitatieve programma’s van de omroep BBC in het Midden-Oosten.

Dries Lesage is hoogleraar aan het Instituut voor Internationale Studies van de Universiteit Gent. Hij is gehuwd met advocaat en voormalig Belgisch senator Meryem Kaçar, die van Turkse origine is. Daar liggen de wortels van zijn speciale interesse in Turkije. Hij geldt in het westerse debat over Turkije als een dwarse stem, die het geregeld opneemt voor keuzes van het Turkse regime.

Erik-Jan Zürcher is hoogleraar Turkse talen en culturen aan de Universiteit Leiden. Hij schreef het standaardwerk ”Turkey, a modern history”, dat behalve in het Engels ook in het Arabisch, Grieks, Hebreeuws, Italiaans, Indonesisch en Nederlands verscheen. In 2005 ontving hij een hoge Turkse onderscheiding voor zijn werk, die hij afgelopen mei echter besloot terug te geven vanuit teleurstelling over „dictatoriaal wanbeleid” van de Turkse regering.


De Turkse samenleving laat zich grofweg verdelen in vijf groepen:

Soennieten. Verreweg de grootste groep in Turkije. Een deel van hen strijdt voor een conservatief-religieus Turkije. De soennieten vormen ook het ruggenmerg van de AK-partij van president Recep Erdogan.

Alevieten. Vormen 15 tot 20 procent van de bevolking. Het alevisme is een mystieke stroming in de islam, die als gematigd te boek staat.

Koerden. Ruwweg een vijfde van de Turkse bevolking is Koerd. Turkije erkent de Koerdische bevolkingsgroep niet als minderheid, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Armeniërs en de Joden.

Kemalisten of secularisten. Aanhangers van de scheiding van kerk en staat, zoals de oprichter van de Turkse staat, Mustafa Kemal Atatürk, die voor ogen stond.

Gülenisten. Aanhangers van de Turkse geestelijke Fedhullah Gülen. In Turkije heeft hij naar schatting enkele honderdduizenden aanhangers.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer