Veel Nederlandse basilieken zijn pas na 1945 gebouwd
Nederland telt 25 basilieken. Tot de Tweede Wereldoorlog waren dat er slechts zeven. De overige kerken kregen de pauselijke eretitel basiliek pas na 1945, zo blijkt uit het recent verschenen boek ”Alle kathedralen en basilieken van Nederland”.
Dat is opmerkelijk in het licht van de ontkerkelijking, zegt auteur Hugo Kolstee. „Een kerk die basiliek wil worden moet een centrum van liturgische en pastorale activiteit in het bisdom zijn, met een vitale geloofsgemeenschap en ruime gelegenheid om de sacramenten te ontvangen. Toch zijn er juist sinds 1950 achttien bijgekomen.”
De door de paus verleende titel basiliek is echter geen garantie voor succes, zegt Kolstee. „De Sint-Walburgiskerk in Arnhem werd in 1964 basiliek, maar is inmiddels aan de eredienst onttrokken. Zo kan het ook gaan.”
De oudste basilieken van Nederland zijn die in Sittard (1883) en de basiliek van Oudenbosch (1912), de minikopie van de Sint-Pieter in Rome. De jongste basilieken zijn de Sint-Nicolaasbasiliek tegenover station Amsterdam Centraal (2012), de Sint-Petrus’ Bandenbasiliek van Oirschot (2013) en de Sint-Calixtusbasiliek in Groenlo (2014).
Kolstee vindt dat Nederland relatief veel basilieken heeft, gezien de vele protestanten in Nederland. „België heeft er bijvoorbeeld 29 en Duitsland 74. In Zuid-Europese landen ligt het aantal beduidend hoger: Spanje 112 en Polen 134. Italië springt er met 550 basilieken uit. Alleen de stad Rome telt er al 60.”
Kolstee had er lang geen idee van dat Nederland zo veel basilieken telde. „Ik ben rooms-katholiek opgevoed, maar heb er veertig jaar niks aan gedaan. Een jaar of twintig geleden bezocht ik regelmatig orgelconcerten. Zo kwam ik ook in de basiliek van Schiedam. Een basiliek in Schiedam? Dat had ik nooit gedacht. Ik associeerde dat begrip met Italië en Frankrijk, maar niet met Schiedam. Ik ben mij er toen in gaan verdiepen.”
Van het een kwam het ander. „Een vriend vroeg mij er een stukje voor het parochieblad over te schrijven. Ik besloot toen ze allemaal te bezoeken”, zegt Kolstee die drie jaar bouwkunde in Delft studeerde maar uiteindelijk arts werd.
De reis langs de kathedralen en basilieken van Nederland resulteerde in de gids ”Alle kathedralen en basilieken van Nederland”. Daarin beschrijft Kolstee ze na een inleidend hoofdstuk allemaal: de historie, de band met het bisdom, de bouwkundige bijzonderheden, het interieur en de heilige die er wordt vereerd.
De basiliek van Hulst vindt Kolstee de mooiste. „De kerk werd in 2009 bij de NCRV-verkiezing van de mooiste kerk van Nederland ook de winnaar. Het gaat om een klassieke gotische kerk die nog erg compleet is en elementen van de Vlaamse gotiek laat zien. Zo staat de hoofdtoren midden op de kerk. Bijzonder is dat de kerk door een besluit van Napoleon een tijd simultaangebruik heeft gekend: het koor was voor de rooms-katholieken, het schip voor de gereformeerden. In 1929 kochten de rooms-katholieken het schip van de protestanten. De kerk werd in 1935 tot basiliek verheven.”
Kathedraal of basiliek?
KATHEDRAAL. Een kathedraal is de hoofdkerk van een bisdom, de kerk waarin de zetel van de bisschop (kathedra) staat. Nederland heeft er zeven: Utrecht, Breda, Groningen, Haarlem, ’s-Hertogenbosch, Roermond, en Rotterdam.
BASILIEK. Bouwkundig is een basiliek een kerkgebouw waarvan het middenschip hoger is dan de twee zijschepen. Een basiliek is ook een speciaal door de paus erkende kerk vanwege de religieuze of spirituele meerwaarde. Nederland telt 25 basilieken.
KATHEDRALE BASILIEK. In Nederland hebben twee kathedralen ook de eretitel basiliek. Dit zijn kathedrale basilieken. Het betreft de Sint-Janskerk in ’s-Hertogenbosch en de Sint-Bavokathedraal in Haarlem.
DOM. Dom is een andere naam voor kathedraal. Het woord komt van het Latijnse domus, dat huis betekent (domus Dei – huis van God). In Nederland heet de nu protestantse Domkerk nog steeds zo, ook al staat de zetel van de bisschop niet meer daar maar in de nabijgelegen rooms-katholieke Sint-Catharinakerk.
Boekgegevens
”Alle kathedralen en basilieken van Nederland”, Hugo Kolstee; uitg. Berne Media, Heeswijk Dinther, 2016; ISBN 978 90 8972 1167; 303 blz.; € 22,95.