Opgravingen leiden tot nieuwe inzichten in kasteel Asperen
ASPEREN. De ontdekking van een schat van elf zilveren munten is waarschijnlijk de meest opmerkelijke vondst bij opgravingen eerder dit jaar in het Gelderse Asperen op de plek waar vroeger kasteel Waddestein stond. „Maar er zijn meer verrassingen”, zegt archeoloog Nico van der Feest.
Het beeld van de vroegere kasteelbewoners kan worden bijgesteld, constateert Van der Feest. „We hebben veel aardewerk uit verschillende periodes, een spa uit de middeleeuwen en een groot aantal musketkogels gevonden”, zei hij eerder deze week tijdens een lezing voor de Vereniging Oud-Asperen.
Van der Feest besprak toen de eerste resultaten van bestudering van archeologisch onderzoek dat eerder dit jaar werd uitgevoerd in verband met de aanleg van een waterberging vlakbij het gemeentehuis van Lingewaal.
Kloostermoppen
De archeoloog had geluk bij zijn onderzoek. Op de eerste dag dat de graafmachine aan de slag ging, werden vlak onder het maaiveld kloostermoppen blootgelegd. In het verlengde van het onderzoek werden –waarschijnlijk– de buitenmuren van voormalig kasteel Waddestein gevonden.
Dat daar een kasteel stond, was bekend. De vroegste fase van de vesting gaat terug tot de 12e eeuw. In 1204 werd het gebouw verwoest door de Graaf van Holland.
In de late middeleeuwen werd het herbouwd door Johan van Arkel in een verkleinde, maar sterkere vorm. Het stond aan de rand van Asperen, net buiten de stadsmuren.
In het rampjaar 1672 bliezen de Fransen de vesting op. Later werden de muurresten verder gesloopt, waarschijnlijk om de stenen te gebruiken als bouwmateriaal voor nieuwe projecten. De fundering en een deel van de muren bleven onder het maaiveld bewaard. Ook de voorburcht werd deels gespaard en bleef zichtbaar tot het begin van de vorige eeuw.
Het meeste materiaal dat werd opgegraven dateert uit de hoogtijdagen van het kasteel: de middeleeuwen en de Franse tijd. Van der Feest concentreerde zich bij zijn onderzoek op de plaats waar vrijwel zeker de gracht van het kasteel lag. „Er zijn twee opties: de bewoners hielden zo’n gracht keurig bij en dan vind je er niet zo veel. Of ze lieten de boel versloffen en dan zit-ie bomvol interessante voorwerpen.”
De heren van Waddestein hadden hun zaakjes redelijk op orde, waardoor het aantal vondsten niet zo groot was. „Maar wat we gevonden hebben was erg boeiend. We zijn nog volop bezig met het onderzoek, maar we kunnen het verhaal van het kasteel en zijn bewoners zeker aanvullen. Ook al omdat we daar nog niet zo heel veel van wisten.”
De vondst van de zilverschat is het interessantst. Volgens Van der Feest vertegenwoordigen de munten voor verzamelaars zeker een waarde. „Daar is een markt voor. Maar ik interesseer me vooral voor het verhaal erachter. Hoe komt dat geld daar, waar is het voor gebruikt en wie heeft het achtergelaten?”
In recente publicaties in de media wordt geopperd dat de zilverschat wel eens bloedgeld zou kunnen zijn voor de vernietiging van een tweede –concurrerend– kasteel rond 1460. Van der Feest aarzelt: „Het onderzoek loopt nog; ik durf die koppeling niet te maken. Mogelijk bestaan daar historische bronnen voor.”
In de literatuur wordt hier en daar gesuggereerd dat ten zuiden van Asperen, bij de Gellicumse Poort, mogelijk een versterkt huis heeft gestaan dat rond die tijd is verwoest.
Ook Bert Oexman, bestuurslid van de historische vereniging en beheerder van het Museum Oud-Asperen, kan het verhaal niet bevestigen. „De munten komen wel uit die periode, maar dat het bloedgeld zou zijn is voorlopig nog op fantasie gebaseerd.”
Romeinse tijd
Oexman is wel enthousiast over de resultaten van het onderzoek. „Waarschijnlijk zijn er dingen gevonden uit de Romeinse tijd. Dat betekent dat deze streek eerder werd bewoond dan we dachten. Daarnaast is er een paardenschedel aangetroffen met een vierkant gat. Mogelijk is het dier gedood met een kruisboog.”
De vondst van scherven van Chinees porselein duidt erop dat de kasteelbewoners behoorlijk vermogend waren. Ook is er een gouden ringetje uit 1762 gevonden. „Van een kind, of mogelijk een verlovingsring, want er zijn twee in elkaar gestrengelde handen in gesmeed. Kortom: volop aanknopingspunten voor nader onderzoek.”
Volgens Oexman duurt het nog maanden voor alle resultaten daarvan bekend zijn. Een deel van de voorwerpen wordt de komende tijd in het gemeentehuis tentoongesteld; mogelijk verhuizen ze daarna naar Museum Oud-Asperen.